Blad 12 uitzicht is dan beperkt dan wel niet aanwezig en de door verlies van het vrije uitzicht veroorzaakte waardevermindering navenant gering dan wel niet bestaand. In ieder geval is duidelijk, aldus prof. Lubach, dat het probleem van verlies van uitzichtschade een genuanceerdere benadering verdient dan het in de jurisprudentie van de laatste jaren heeft gekregen. Als richtlijn lijkt het prof. Lubach verdedigbaar dat uitzichtschade (los van privacyaspecten) niet wordt vergoed tenzij zich gelet op de structuur van het gebied een bijzondere situatie voordoet, die (gedeeltelijke) schadevergoeding rechtvaardigt. Standpunt van het college Nadat bovenstaand de feitelijke situaties van de aanvragers en de daarop gebaseerde rapporten van de SAOZ zijn samengevat en de second opinion is besproken, kunnen conclusies worden getrokken. Uitzicht Zo er al sprake is van schade als gevolg van verlies van •verlies van uitzicht, waarvan de bekritiseerde SAOZ- rapporten uitgaan, dan kan deze schade nog niet aan de gemeente worden toegerekend. Mede op grond van de second opinion van prof. Lubach stellen wij u voor af te wijken van de SAOZ-adviezenDe SAOZ-adviezen houden ten onrechte geen rekening met het specifieke geval van een stadsuitbreiding op deze plaats in de nabijheid van een (middel-grote stad als Leeuwarden. Mede op basis van de second opinion komen wij tot een andere conclusie dan de SAOZ-rapportenWij menen, dat de vermeende geleden schade niet aan de gemeente kan worden toegerekend. De planologische wijzigingen op het moment van de aankoop van de woningen van verzoekers om planschadevergoeding, waren namelijk voorzienbaar in verband met de structuur van het gebied tussen Leeuwarden en Goutum. Mede gelet op het feit dat in de loop van de tijd ook langs de noordzijde van de Goutumerdyk reeds bebouwing was ontstaan, dient het bebouwen van deze kant van de weg - als onderdeel van bedoelde stadsuitbreiding - als een normale maatschappelijke ontwikkeling te worden beschouwd, temeer omdat deze woonbuurt een vanzelfsprekende uitbouw vormt van de ruimtelijke structuur van het dorp Goutum. Met deze ontwikkeling had mer. rekening kunnen houden. Van belang is ook, om hier vast te stellen, dat het in de jurisprudentie van de laatste jaren (wanneer het begrip "normale maatschappelijke ontwikkeling" een rol speelt) vooral gaat over uitbreidingen van dorpen en inbreidingsplannen in (kleinere) steden. In de huidige jurisprudentie, waarbij dit begrip een rol speelt, is geen sprake van een stadsuitbreiding bij een stad als Blad 13 Leeuwarden, in een randgebied als hier aan de orde bij "Goutum-Noord"Deze gevallen van planschadeclaims met betrekking tot de stadsuitbreiding bij "Goutum-Noord", zijn niet vergelijkbaar met casusposities uit de jurisprudentie van de laatste jaren. Van belang is, dat de nieuwe woningen van "Goutum-Noord" en de bedrijfsbebouwing van de firma Feikema op ruime afstand zijn gepland van de bestaande woningen aan de Goutumerdyk en omgeving. Daarom is er sprake van een zorgvuldige ruimtelijke invulling. Wij menen daarom, dat het onjuist is om de beoordeling van deze planschadeclaims vooral te baseren op de jurisprudentie. De structuur van het te bebouwen gebied moet bij de bepaling van de voorzienbaarheid van planologische veranderingen een rol spelen. Dan is het ontbreken van concrete plannen op het moment van de eigendomsverkrijging niet altijd doorslaggevend. Van risicoaanvaarding kan ook sprake zijn, wanneer men een onroerende zaak in eigendom verkrijgt, die gelegen is in een gebied waarin planologische wijzigingen gelet op de structuur van het gebied rondom de stad niet onwaarschijnlijk zijn. Landelijk gebied aan de rand van een (middel-)grote stad als Leeuwarden kan niet gevrijwaard blijven van bebouwing. In die zin is verlies van uitzicht dan ook niet onvoorzienbaar Gelet op de structuur van de omgeving van de gebieden die Leeuwarden omringen, lag een eventuele stadsuitbreiding vooral in zuidelijke richting in de rede. Een verdere uitbreiding van de stad bij Goutum was daarom ook te verwachten. De verzoekers, die aan de rand van het dorp Goutum wonen, hadden er rekening mee moeten houden dat een stadsuitbreiding kon plaatsvinden. Privacy Schade in verband met verlies van privacy is niet aan de orde, want er blijft een betrekkelijk grote afstand bestaan tussen de bestaande en de nieuwe bebouwing, namelijk circa 27-30 m, terwijl de afstand tussen de perceelgrenzen circa 11 m bedraagt. Schade in verband met verlies van privacy is slechts aan de orde indien er sprake is van een korte afstand. Alleen als kan worden gesproken van een zeer ingrijpende invloed op een naburig perceel kan een beslissing op een verzoek om planschadevergoeding in verband met privacyverlies positief uitvallen (zie advies prof. Lubach blz. 5). Dat is hier niet aan de orde.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 308