Blad 4
Een cruciaal punt in het opschalingstraject is, dat op enig
moment de drie RIO-besturen moet besluiten de huidige
rechtspersonen te ontbinden. Vervolgens zal daar één
formele rechtspersoon voor in de plaats komen. Zo'n besluit
moet in ieder geval voor 1 juli 2002 zijn genomen. Op grond
van de statuten van de RIO's moeten de gemeenteraden voor
het opheffen van de bestaande stichtingen toestemming
geven. Het streven is erop gericht om een dergelijk
raadsbesluit in alle 31 gemeenten nog voor de raadsver
kiezingen van maart 2002 te laten nemen. Dat betekent een
behoorlijke tijdsdruk. De stuurgroep heeft met externe
ondersteuning van Deloitte Touche Bakkenist het
Opschalingsplan vastgesteld op grond waarvan gemeenten
begin 2002 een onderbouwd principebesluit kunnen nemen.
Het streven om te komen tot een beperkt aantal indicatie
organen heeft betrekking op de mogelijke schaalvoordelen.
Het tot stand brengen van één RIO (maximaal twee) in een
zorgkantoorregio leidt tot een grotere organisatie die meer
mogelijkheden biedt voor een gedeconcentreerde aanpak,
waarbij kan worden aangesloten bij de ontwikkelingen rond
de lokale zorgketen. In de centrale organisatie kunnen die
functies en (stafactiviteiten worden ondergebracht die
vanwege de beperkte schaalomvang niet door de uitvoerings
organisaties kunnen worden uitgevoerd. Dit beleid sluit
overigens naadloos aan op de initiatieven tot samenwerking
zoals die reeds tussen de drie Friese RIO's in gang was
gezet
De stuurgroep heeft op 20 december 2001 het genoemde
Opschalingsplan opgesteld, dat ingaat op:
- bestuurlijke vormgeving;
organisatiestructuur;
personele aspecten;
- huisvesting;
financiële aspecten van de nieuwe organisatie.
Vanwege de lengte van het totale traject en de beperkte
beschikbare tijd gelet op de Regeling Robuuste RIO's is
besluitvorming door alle raden noodzakelijk voor 1 juli
2002. Overigens is dit ook een eis van VWS.
Derhalve worden eerst principebesluiten gevraagd van de
gemeenteraden, waarna uitwerking op detailniveau zal gaan
plaatsvinden. Daarna kan tot definitieve besluitvorming
worden overgegaan. Dit Opschalingsplan is een belangrijke
leidraad voor het proces.
Blad 5
Het is een al redelijk inhoudelijk plan dat informerend is
bedoeld omtrent de nieuwe organisatie en de financiële
gevolgen ervan. Er wordt nu nog geen inhoudelijk standpunt
van gemeenten gevraagd. Het rapport is ook nog niet
volledig omdat de gevolgen van een sociaal plan nog niet
zijn doorgerekend en gewerkt is met cijfers uit het
boekjaar 2000 (er zullen berekeningen volgen gebaseerd op
de jaarcijfers 2001).
Van belang is dat er in principe instemming wordt betuigd
op de volgende onderdelen:
- het opheffen van de huidige stichtingen;
- het oprichten van één nieuwe stichting;
- het handhaven van regionale werkorganisaties;
instemmen met het bestuursmodel Raad van Toezicht;
instemmen met de strekking van het Opschalingsplan;
instemmen dat op basis van dit plan verdere uitwerking
plaatsvindt
Deze uitwerking heeft betrekking op de nadere financiële
onderbouwing van de opschaling: financiële gevolgen van een
sociaal plan; financiële consequenties van huisvesting van
de centrale organisatie; kosten met betrekking tot de
interne bedrijfsvoering (staffuncties) en de consequentie
van het uitgangspunt om een algemene reserve van 6% in te
stellen
Van belang hierbij is dat de gemeente Leeuwarden het
standpunt inneemt dat de huidige beschikbare middelen voor
indicatiestelling (begroting 2002: 670.868,67) als
taakstellend worden beschouwd.
Ook goede informatie van personeel en vakbonden is in dit
stadium van groot belang. Het Opschalingsplan is daarom ook
aan de vakbonden en de personeelsvertegenwoordigingen
gezonden
Verder wordt een besluit gevraagd de Stuurgroep te
mandateren de nodige stappen te zetten om het Opschalings
plan tot het moment van finale besluitvorming realiseren.
Dit overeenkomstig het stappenplan zoals dat in hoofdstuk 9
van het Opschalingsplan is opgenomen.