11. Voorbereiding publiekrechtelijke RO-maatregelen 12. Communicatie 13. Duur en beëindiging HOUTHOFF BURUMA 18/18 de verwachtingen van Partijen c.q. de mate van zekerheid c.q. waarschijnlijkheid, dat tijdig over alle gronden in het betreffende Deelplan en over onherroepelijke c.q. bruikbare bouw en aanlegvergunningen voor de bebouwing en inrichting van het betreffende Deelplan kan worden beschikt. Indien ondanks deze verwachting van Partijen toch niet tijdig over de be treffende gronden en de betreffende vergunningen voor de bebouwing en inrichting van het betreffende Deelplan kan worden beschikt, kunnen Partijen middels een besluit van de Stuurgroep nader beslissen, dat het betreffende Deelplan vooralsnog niet verder in uitvoe ring zal worden genomen, en dat het andere Deelplan (van Deelplan I en Deelplan II) gerea liseerd kan worden. 10.2. De toewijzing van woningen aan Partijen voor realisering van zulke woningbouw (in het eer ste Deelplan) zal, onverminderd de werking van de verdeelsleutel zoals opgenomen in arti kel 8.2 sub d. voor het gehele Plangebied, voor 100% plaatsvinden aan de Marktpartijen. 10.3. In de Realiseringsovereenkomst zullen onder meer bepalingen worden opgenomen over: handhaving van de vervaardigde ontwerpen voor de bebouwing en inrichting; de afnameplicht voor Marktpartijen van de bouwkavels in het betreffende Deelplan; de uitgifte prijzen van de bouwkavels voor woningbouw; de overige voorwaarden van uitgifte van bouwkavels; de planning voor de realisering van de betreffende woningbouw en infrastructuur; nadere taakverdeling tussen de Gemeente en de Marktpartijen, met (onder meer) als uitgangspunt dat de realisering van de infrastructuur en de uitgifte van bouwkavels tot de grondexploitatie van het Plangebied behoort; overige bepalingen, die aan Partijen c.q. aan de Gemeente dienstig voorkomen bij de realisering van het betreffende Deelplan. 10.4. leder van de Marktpartijen is bevoegd om het aangaan van een Realiseringsovereenkomst hetzij voor Deelplan I hetzij voor Deelplan II afhankelijk te stellen van het totstandkomen tussen Partijen van de Samenwerkingsovereenkomst. Aan de Gemeente komt zulke be voegdheid niet toe. 11.1. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1 van de onderhavige overeenkomst zal de Ge meente gedurende de looptijd van de onderhavige intentieovereenkomst zoveel mogelijk bevorderen dat een vrijstelling ex artikel 19 RO wordt verleend voor wat betreft Deelplan I en/of Deelplan II. 12.1. Partijen hechten grote waarde aan een goede externe communicatie met betrekking tot Plangebied A en B. Partijen zullen middels desbetreffende besluiten van de Stuurgroep na dere afspraken maken aangaande de uitgangspunten van Partijen terzake van de externe communicatie. In beginsel zal de Gemeente in het kader van externe communicatie functio HOUTHOFF BURUMA 19/19 neren als aanspreekpunt en woordvoerder, behoudens nader door de Stuurgroep aan te ge ven uitzonderingen. De Gemeente zal voor wat betreft de externe communicatie zoveel mo gelijk in overleg treden met de Marktpartijen, tenzij de omstandigheden dit redelijkerwijze niet toelaten. 12.2. Het in artikel 12.1 laat onverlet, dat de Gemeente haar wettelijke taken en bevoegdheden met betrekking tot inspraak uitoefent alsmede met betrekking tot inspraak de plaatselijke gemeentelijke gebruiken naleeft. 13.1. De onderhavige overeenkomst vangt heden aan, en duurt voort totdat de Samenwerkings overeenkomst tussen Partijen tot stand is gekomen en is goedgekeurd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.4, alles onverminderd het hierna in dit artikel 13 bepaalde. 13.2. Onverminderd het bepaalde in artikel 13.8 is ieder van Partijen bevoegd om de onderhavige overeenkomst te beëindigen middels een aangetekende brief aan de overige Partijen indien op 1 juli 2002 de Samenwerkingsovereenkomst tussen Partijen niet tot stand is gekomen en/of niet is goedgekeurd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.4. Het bepaalde in de vo rige volzin is van toepassing, ongeacht of tussen Partijen de Realiseringsovereenkomst voor Deelplan I c.q. Deelplan II tot stand is gekomen en is goedgekeurd overeenkomstig het be paalde in artikel 2.4. 13.3. Indien hetzij BAM hetzij Bouwfonds hetzij Heijmans hetzij ING in staat van faillissement wordt verklaard, (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt, tot ontbinding van de ven nootschap overgaat, haar bedrijfsactiviteiten staakt dan wel toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de onderhavige overeenkomst, is de Ge meente bevoegd om de onderhavige overeenkomst dadelijk te beëindigen jegens de Markt partij welke de hiervoor genoemde omstandigheden of een daarvan betreft middels een aangetekende brief aan de betreffende Marktpartij. De Marktpartijen zijn voorts bevoegd om de onderhavige overeenkomst dadelijk te beëindi gen middels een aangetekende brief aan de Gemeente, indien de Gemeente toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de onderhavige overeen komst. Indien hetzij BAM, hetzij Bouwfonds, hetzij Heijmans, hetzij ING een doorslaggevende wijzi ging in zeggenschap ondergaat, waardoor naar gebuikelijke, objectieve maatstaven de uit voering van de Samenwerkingsovereenkomst en de in dat kader beoogde locatie en/of pro jectontwikkeling in gevaar komt, is de Gemeente bevoegd om de onderhavige overeenkomst te beëindigen jegens de Marktpartij welke de hiervoor genoemde omstandigheid betreft met inachtname van een opzegtermijn van 3 maanden, zulks middels een aangetekende brief aan de betreffende Marktpartij.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 376