Blad 2 Het restant wordt ingezet ter dekking van de aan de premiëring verbonden kosten. Dit beleid kan voor 2002 worden gecontinueerd. Trajectplannen voor ID-werknemers In 2001 is aan het instrument trajectplannen nader vorm gegeven door ID—werkgevers tot 4 maanden na indiensttreding van de ID-werknemer tijd te gunnen een trajectplan te maken. Indien de werkgever geen trajectplan wou of kon maken dan werd deze taak alsnog door de Stichting gedaan. Gebleken is dat de huidige wijze van inzet van het instrument trajectplannen weinig effect heeft. De ervaring leert dat een werkgever pas na ongeveer een jaar inzicht heeft in de mogelijkheden van een ID-werk- nemer In plaats van het zelf maken van trajectplannen kan de Stichting de ID-werkgevers regelmatig wijzen op hun verantwoordelijkheid als werkgever ten opzichte van de ID-werknemer. Het nemen van deze verantwoordelijkheid zal bovendien als voorwaarde voor het ontvangen van subsidie worden opgelegd. Op deze manier wordt gestreefd het perspectief voor zittende ID-werknemers te verbeteren waardoor het ID-instrument blijvend benut kan worden voor nieuw langdurig werklozen en alsnog een uitstroom van 6% wellicht gerealiseerd kan worden. Scholingskosten Ter bevordering van uitstroom werd door de gemeente een ondersteuningspakket aan de werkgevers aangeboden bestaande uit trajectplannen en een tegemoetkoming in verband met scholingskosten. In navolging van het eerder genoemde voorstel om de verantwoordelijkheid voor het opstellen en uitvoeren van trajectplannen bij de ID-werkgevers te laten stellen wij u voor vanaf 2002 geen scholingsbudget beschik baar te stellen omdat werkgevers de scholingskosten van de ID-werknemers kunnen financieren met de organisatiekosten vergoeding Wij stellen u voor met bovengenoemde wijzigingen in het uitstroombeleid voor ID-werknemers met ingang van 2002 in te stemmen. ad 2. Uitbreiding omvang dienstverband De omvang van het dienstverband is op grond van het Besluit ID-banen 32 uur per week. Het is mogelijk hiervan af te wijken. Voorwaarde is dat de totale omvang van het aantal uren niet mag uitstijgen boven het totaal aantal beschik bare banen van 743,6 x 32 uur. Het minimaal aantal uren van een ID-baan dient tenminste zoveel uren te bedragen dat betrokkene uitkeringsonafhankelijk wordt. Blad 3 Bij zorgtaken of ingeval van een handicap is het mogelijk dat de omvang van de baan minder uren omvat dan nodig is om uitkeringsonafhankelijk te worden. Ook kunnen reeds ingevulde banen worden opgeplust tot bijvoorbeeld 36/38 uur. De overgehevelde zorgbanen bestaan veelal al uit 36/38 uur. Ook is bij de overige sectoren regelmatig vraag naar de mogelijkheid om de arbeidsduur te kunnen verhogen. Er zijn voordelen en nadelen verbonden aan ophoging van de urenomvang Als voordelen kunnen worden genoemd: - een gedifferentieerde urenomvang maakt de ID-banen (nog) aantrekkelijker voor zowel de ID-werkgever als de ID-werknemer; - wanneer een ID-werknemer gewend is aan een 36/38-urige dienstverband is de overstap naar regulier werk misschien kleiner Een nadeel is dat er in totaliteit minder arbeidsplaatsen beschikbaar zijn. Aan uitbreiding van de urenomvang zijn geen financiële consequenties verbonden. Alles afwegende stellen wij u voor akkoord te gaan met de mogelijkheid ID-werkgevers dienstverbanden met ID-werk- nemers aan te laten gaan van 36/38 uur per week. B. Actualisatie gemeentelijk beleid Wiw Inleenvergoedingenbeleid Eén van de middelen waaruit bekostiging van de Wiw dient plaats te vinden is de opbrengst aan inleenvergoedingDeze vergoeding wordt gevraagd aan werkgevers waar Wiw-werk- nemers zijn gedetacheerd. De opbrengst van de inleenver goeding is de afgelopen jaren teruggelopen. De inzet op preventie van instroom in de Wiw en het bevorderen van uitstroom uit de Wiw leiden tot een bestand van Wiw-werk- nemers waar, conform het door ons in 1999 vastgestelde gedifferentieerde inleenvergoeaingensysteem een relatief lage inleenvergoeding voor kan worden gevraagd. Hoewel het vastgestelde inleenvergoedingenbeleid van de gemeente inhoudelijk goed is, blijkt in toenemende mate dat dit financieel niet langer houdbaar is. Wij adviseren u er dan ook mee in te stemmen dat dit inleenvergoedingenbeleid met ingang van 2002 wordt ingetrokken. In de plaats daarvan stellen wij u voor ermee in te stemmen dat vanaf 2002 het tarief van inleenvergoedingen op basis van onderhandeling tussen de Stichting en de inlener tot stand komt (waarbij een marge van 1.000,- tot 11.000,- in acht wordt genomen)Voor plaatsen die dateren van voor 2002 geldt in het jaar 2002 een overgangsregeling en blijft het gedifferentieerde tarief van kracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 405