HOOFDSTUK 2
INLEIDING
2 1 Aanleiding tot het project zorgmonitor
Sinds 1999 voert de gemeente Leeuwarden in samenwerking met het onderwijsveld een actief
beleid met betrekking tot zorg- en risicoleerlingen. Dc behoefte aan samenwerking is vooral
groot op het terrein van de kwaliteit van de (leerling)zorg. Scholen lopen tegen de grenzen aan
van hun mogelijkheden om leerlingen de zorg te bieden die hen in staat stelt een diploma of
startkwalificatie te halen. Scholen voelen zich niet voldoende toegenist om de problemen die
zich voordoen onder jongeren op te lossen. In het laatste decennium zijn de problemen
niet alleen in aantal maar ook in ernst toegenomen. Omdat met name de categorie gedrags
problemen toeneemt, komt de opvoedingstaak van de school steeds centraler te staan. Veel
scholen zijn niet in staat om hun begeleidingsaanbod in de pas te laten lopen met de sociaal
maatschappelijke ontwikkelingen. Hoewel er reel externe zorgaanbieders ondersteunende
diensten aanbieden, blijkt in de praktijk dat de interne en externe coördinatie van de zorg veel
tijd vraagt. Er wordt veel geïnvesteerd, maar er is naar verhouding nog te weinig geïntegreerd
De beschreven situatie vraagt om een integrale aanpak van activiteiten ten behoeve van de
zorg- en risicoleerling.
De gemeente Leeuwarden heeft daarom in het najaar van 2000. in nauwe samenwerking met
het scholenveld, een onderzoek ingesteld naar de zorgpraktijk in het primair, voortgezet en
vervolgonderwijs. De bevindingen van de onderzoeksgroep zijn weergegeven in de rapportage
'Zorg- en risicoleerlingen in Leeuwarden' (februari 2001).
De directe aanleiding voor het project Zorgmonitor zijn de aanbevelingen in de boven
genoemde rapportage. In de aanbevelingen wordt de hoogste prioriteit gegeven ami het
realiseren van een lange, ononderbroken zorglijn vanaf de voorschoolse periode tot de leeftijd
van 23 jaar. Voorwaarde voor deze ononderbroken zorglijn is een zorgmonitor, een systeem
waarin informatie over zorg- en risicoleerlingen op gestandaardiseerde wijze staat
geregistreerd.
Een tweede aanleiding vormt het Onderwijskansenplan (OKP). dat feitelijk een intensivering
en verdieping is van het bestaande Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid. Uitgangspunt
van het OKP is dat alle betrokkenen afspraken met elkaar maken en zich laten afrekenen op
concreet geformuleerde resultaten. Het OKP bevat maatregelen met betrekking tot een
algemene en een schoolspecifieke aanpak. De items van de algemene aanpak sluiten nauw aan
bij dc bevindingen in dc rapportage "Zorg- en risicoleerlingcn in Leeuwarden'. Nieuw in liet
OKP is dc vraag naar de beoogde effecten van de projecten en activiteiten, alsmede de behoefte
aan effectmeting. Hierdoor komt de ontwikkeling van een monitor voor zorginformatie in een
stroomversnelling. Immers, om te kunnen meten moeten wij eerst weten, dus kunnen
beschikken ov er gegevens die betrouwbaar zijn c.q. betrouwbaar zijn v erworven.
4
Op de werkconferentie van 9 mei 2001 heeft een brede vertegenwoordiging van de zorg- en
welzijnssector, het onderwijsveld en de gemeente intensief gesproken over prioriteiten binnen
het OKP. Alle aanwezigen hebben de zorgmonitor aangewezen als prioriteit aangezien liet
kunnen beschikken ov er degelijke informatie over zorg- en risicoleerlingen een voorwaarde is
voor iedere actie.
2 2 Doel v an het project
Het doel van het project is: het ontwikkelen en implementeren van een Zorgmonitor voor de
leeftijdsgroep van 0 tot 23 jaar. waarmee het mogelijk is om:
risicoleerlingen vroegtijdig te signaleren en te volgen;
groepen leerlingen in kaart te brengen;
de ov erdracht van informatie te standaardiseren:
de uitvoering van (be)handelingsplannen te volgen:
zorginformatie af te stemmen tussen scholen en de verschillende betrokken instanties;
geanonimiseerde data aan te leveren voor een gemeentelijke bcleidsmonitor.
Nadere condities:
- de Zorgmonitor sluit aan bi j de bestaande praktijk en opgebouwde deskundigheid in de
Samenwerkingsverbanden, dit betreft procedures voor aanlevering van informatie over
zorg- en risicoleerlingen, alsmede procedures v oor dc uitwisseling van deze informatie
met betrokken instellingen en instanties;
de Zorgmonitor wordt in etappes ontwikkeld;
dc Zorgmonitor sluit aan bi j de leerlingvolgsystemen van de scholen en de client-
signaleringssvsternen van dc zorginstellingen;
- de beantwoording v an dc vraag over welke gegevens de betrokkenen (inclusief gemeente)
willen beschikken, maakt deel uit van het project.
2.3 Effectmeting
Criteria voor de effecten van de Zorgmonitor zijn:
een afgenomen aantal leerlingen dat voortijdig het v oortgezet onderwijs verlaat (nu circa
135. dat is bijna 2% van dc schoolpopulatie): het verwachte effect op termijn (2006) is een
structurele daling van het percentage voortijdig schoolv erlaters tot I van de
schoolpopulatie;
een afgenomen aantal leerlingen waarbij de leerplicht in actie moet komen het verwachte
effect op termijn (2006) is een halvering van het aantal aangemelde leerlingen; feitelijk
aantal 2000-2001: 678 (112 P.O. en 566 V.O.; 303 vrouw en 375 man)
een stabilisering van het percentage leerlingen dat doorverwezen w ordt naar zorgniveau 2
(SBO): het percentage is thans 2.75%:
een afgenomen aantal leerlingen dat geen startkwalificatie behaalt in het vervolgonderwijs
(1998- 1999: 213; 1999-2000: 139 [geen gegevens arbeidsvoorziening] en 2000-2001:
231het verwachte effect op termijn (2006) is een halvering van deze cijfers: