betekent dat stevig zal worden ingeteerd op het bestaande parkeerfonds, zodanig dat andere en nieuwe voorzieningen (uit dit fonds) voorlopig niet meer tot de mogelijkheden behoren. Naast de fysieke infrastructuur, wordt ook hard gewerkt aan de sociale infrastructuur. Hiertoe worden de komende tijd steeds meer grote investeringsprojecten in hun onderlinge samenhang met sociale structuren en voorzieningen gezien. Dit vergt evenwel een bijstelling van bestaande investeringsvolumes. Ten aanzien van de stedelijke vernieuwingsopgave geldt dat de middelen (ondanks stevige gemeentelijke bijdragen) dermate ontoereikend zijn dat ernstig geprioriteerd wordt. Voor het opknappen van de Noordrand en Achter de Hoven/Vegelin wordt op het scherpst van de financiële mogelijkheden van de gemeente gevaren. Nieuwe uitleggebieden zullen moeten bijdragen (in directe financiële termen en mogelijk door het verlenen van compensatie in de vorm van bouwvolume) aan het verbeteren van de stad, zij het dat deze winsten eerst zullen moeten worden gemaakt, alvorens ze kunnen worden ingezet. In de huidige plannen wordt een gedeelte van de problematiek opgelost door de compensatie in te vullen door bijdrage a fonds perdu, waardoor een gedeelte van de compensatie voor de eerste jaren in ieder geval concreet is ingevuld, zonder dat daarvoor bouwvolume moet worden afgestaan. Om de sociale voorzieningen, die tot nu toe nog niet in de programma's besloten lagen, toch een plek te geven, wordt getracht zoveel mogelijk via herschikking van middelen en het rendabel bouwen van voorzieningen te realiseren. Voor een deel zullen de investeringen echter bijgelegd moeten worden. Op de iets langere termijn zal de gemeente rekening moeten houden met investeringen die nog niet in het MOP zijn aangekondigd, maar die direct rekening houden met de ontwikkelingsvisie van Leeuwarden (het vervolg van RES), waarin de samenhang van de stad meer nadruk krijgt. Ook in die situatie zullen de sterke elementen goed naar voren moeten blijven komen. 2. ISV gerelateerde investeringen 2.1 Inleiding: ISV het kader Investeringsbudgetten van het rijk in de fysieke hoek, zijn de afgelopen jaren vanuit verscillende ministeries aangestuurd en ter beschikking gesteld. Het rijk heeft onderkend dat op deze wijze verkokering in de hand wordt gewerkt en streeft er daarom naar om deze investeringsstromen te koppelen in een soort gebundelde doeluitkering, die vervolgens gemeentelijk (zoveel mogelijk) ontkokerd wordt ingezet. Ook voor de sociale programma's streven zij daarnaar, aangezien het op rijksniveau een zorg is dat gemeenten de neiging hebben hun programma's sectoraal op te bouwen. De koepel waarmee deze integratie wordt gelegd wordt gevormd door het GSB. Specifiek wordt het hiermee mogelijk om de gemeenten verplicht een integralere werkwijze op te leggen. De gemeente Leeuwarden heeft deze slag gemaakt bij het opstellen van het MOP. Het ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) is een gericht investeringsbudget, onder de koepel van het GSB, dat specifiek is bedoeld voor fysieke ingrepen in de stad. Om deze middelen te verkrijgen heeft de gemeente met het Rijk een convenant afgesloten, waarin zij haar visie geeft op de wijze waarop zij het investeringsbudget inzet, welke doelen daarmee worden gerealiseerd en welke middelen de gemeente er zelf in stopt. De term stedelijke vernieuwing kent een veel integralere benadering dan de traditionele stadsvernieuwing. Feitelijk wordt met de bijdrage van het rijk verwacht dat gemeenten alle fysieke knelpunten oplossen, inclusief bodemsanering, geluidshinder en grootschalig groen. De enige manier waarop dat mogelijk is, is door grote multipliers te bereiken en gemeentelijk zelf middelen te alloceren ten behoeve van de projecten. Ook de gemeente Leeuwarden heeft een MOP geschreven, waarin een visie op deze opgave wordt gegeven. In de verdeling van de ISV middelen, wordt het MOP als uitgangspunt genomen. Hier vindt u de plannen nog eens gegroepeerd en voorzien van de laatste inzichten. Grofweg worden de fysieke ISV middelen besteed aan de uitvoering van de kadernota stedelijke vernieuwing (Mf 16,-, ca. M€ 7,3), economische projecten (Mf 7,-, ca. M€ 3,2) overige projecten t.b.v. de bestaande woningvoorraad (Mf 10,9, ca. M€ 4,9) en Bodemsanering (Mf 7,7; ca. M€ 3,5). Daarnaast zijn er middelen voor grootschalig groen (Mf 2,-, ca. 907.560,-), die specifiek voor dat doel moeten worden bestemd. De gemeente Leeuwarden heeft de bijdrage in het kader van de WSDV, die gedurende de overgangsperiode (2000 en 2001) afbouwend werd uitgekeerd, toegevoegd aan de ISV-middelen. Omdat enerzijds de gemeenten aangeven dat zij de middelen hard nodig hebben en anderzijds de minister (Van Boxtel) resultaten wilt zien, ligt er vanuit het ministerie een druk om te presteren op dit vlak. Dat houdt in dat de middelen (liefst ruim) voor het einde van de tijd besteed moeten zijn. Gelet op de het doorlopende karakter van de middelenstroom, doet de gemeente Leeuwarden er uitermate verstandig aan de benoemde projecten daadwerkelijk te hebben uitgevoerd. Op die manier wordt toewijzing van een redelijke ISV-deel in de tweede ISV-periode waarschijnlijker. In de visie en de voorstellen met betrekking tot de verdeling van de middelen speelt dit criterium derhalve een belangrijke rol. De rijksbeschikking van het ministerie is iets hoger uitgevallen dan in het MOP aangegeven, waardoor een gedeelte van de compensatie die de gemeente als haar bijdrage in de financiering van het Stedelijke Vernieuwing 2 op zich heeft genomen, mogelijk wordt gemaakt, zonder daar bouwvolume tegenover te stellen. Het gaat hierbij om een bedrag van Mf 4,3 (M€ 1,95). Hiermee komt het project inhoudelijk in een stroomversnelling, aangezien 'zacht geld' (dus nog niet uitvoeringsgereed), wordt ingeruild voor 'hard geld'. Daarmee komen onderdelen die nu nog met kunnen worden uitgevoerd in aanmerking voor uitvoering. Ten opzichte van de perspectiefnota (waar 2 x Mf 10,- is gereserveerd voor de stedelijke vernieuwing) kunnen we opmerken dat Mf 4,5 uit het SIOF gebruikt zal worden ten behoeve van planvorming voor de tweede ISV fase. Dit bedrag zal later in de totale planvorming worden betrokken en betreft dus een voorfinanciering. Deze wordt t.z.t. weer verrekend met het SIOF en leidt ten opzichte van de perspectief nota dus tot een eenmalig voordeel van Mf 4,5. 2.2 Uitvoering kadernota Stedelijke vernieuwing De gemeente Leeuwarden heeft met de hoge werkloosheid en een éénzijdige woningstructuur in bepaalde wijken met grootschalige verloederingsproblemen te maken. Hoewel leegstand allang niet meer het grootste probleem vormt, zijn er kwetsbare wijken en dreigt de aard van de bebouwing sociale cohesie te ondermijnen en grijpt verval om zich heen. Dit terwijl we een kwaliteitsslag moeten maken, niet alleen in nieuwe wijken, om de kloof tussen nieuw en oud overbrugbaar te houden. Ongewenste verhuisbewegingen worden daarmee tegengegaan. De enige oplossing is een grootschalig ingrijpen in deze buurten, zodanig dat het woningaanbod evenwichtiger wordt en het woningbestand meer gedifferentieerd, zodat de sociale samenstelling in die wijken eveneens kan variëren. Dit vraagt per probleem-)wijk om een grootschalig ingrijpen. Genoemde wijken zijn fysiek zodanig opgezet dat met name sociaal en economisch zwakkeren zich in deze wijken vestigen. Naast fysieke investeringen, dringt steeds meer het besef door dat aanpalende sociale investeringen (in de vorm van voorzieningen en begeleiding) noodzakelijk zijn teneinde de totale problematiek het hoofd te bieden. Hiertoe wordt een belangrijke plaats toegedicht aan het investeren in de kwaliteit van sociale relaties, als belangrijkste factor voor de leefbaarheid in de stadswijken. Vanuit het ministerie wordt ten behoeve van aspecten als veiligheid, leefbaarheid, integratie en sociale cohesie in achterstandswijken een impuls gegeven middels een impuls: "onze buurt aan zet". In Leeuwarden zijn de stadsvernieuwingsbuurten vrijheidswijk en Bilgaard opgenomen in het programma. Van de gemeente wordt verwacht dat zij in dit traject mede financiert. Omdat de werkloosheid in Leeuwarden, ondanks de economische opleving van de laatste jaren, tot de hoogste van het land mag worden gerekend, is de problematiek stevig aanwezig. Leeuwarden is dan ook van mening dat zij steviger bedeeld had mogen worden in de verdeling van de ISV-middelen. Omdat de middelen, overeenkomstig de bedoelingen van het rijk, voor een integrale fysieke aanpak worden ingezet, is noodgedwongen het ambitieniveau bijgesteld. Zelfs met stevige bijdragen uit de eigen middelen (SIOF) en winsten (die nog moeten worden gerealiseerd) uit stadsuitleggebieden, zal het tempo van de uitvoering van de kadernota stedelijke vernieuwing niet anders dan gefaseerd (kunnen) worden uitgevoerd. Dit is jammer, vooral vanwege beperkte inverdiencapaciteit in Leeuwarden t.o.v. vergelijkbare steden in den lande. Zo ligt de boekwinst bij verkoop van een huurwoning in het westen 475% hoger dan in Leeuwarden. Dit betekent niet dat de gemeente in blijde genoegzaamheid met de gekregen middelen de plannen uitvoert. Nee integendeel: de gemeente heeft aan het rijk duidelijk gemaakt dat zij te weinig bedeeld is. De plannen zijn ondertussen zodanig opgezet dat wanneer er extra bijdragen zouden komen, of de volgende fase van de ISV meer recht doet aan de feitelijke situatie van de gemeente, deze extra middelen snel kunnen worden weggezet. Zodoende ontstaat er een gaspedaalscenario: zo gauw er middelen zijn wordt het gaspedaal verder ingedrukt en kunnen de plannen voortvarender worden opgestart. Bij gebrek aan middelen (zoal nu), wordt het gaspedaal beperkt ingedrukt. In dit gaspedaalscenario is het essentieel om plannen te hebben die snel kunnen worden uitgevoerd. Zo zal in de eerste ISV-periode nadrukkelijk worden gewerkt aan plannen voor de tweede fase, zodat de uitvoering meteen in 2005 ter hand kan worden genomen. Een gedeelte van de SIOF middelen (Mf4,3 ca. M€ 1,95) wordt gebruikt ten behoeve van de planvorming en zal in 2005 deel uitmaken van de totale plankosten (en dus worden teruggestort). 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 48