d. De afspraken in dit convenant zullen, mede afhankelijk van het resultaat van de voorziene Tweede Kamer behandeling, op basis van de in PKB deel 3 van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening beschreven procedure voor het opstellen van structuurvisies, worden uitgewerkt tot definitieve verstedelijkingsafspraken tot het jaar 2010 (en op onderdelen tot het jaar 2015), die in het jaar 2003 worden afgesloten in relatie tot de eveneens in het jaar 2003 af te sluiten regioconvenanten. De regioconvenanten vormen ook een kader voor de uiterlijk in het jaar 2005 af te sluiten GSB/ISV-convenanten. Tot het afsluiten van definitieve verstedelijkingsafspraken blijven de bestaande verstedelijkingsafspraken, aangevuld met of geamendeerd door de afspraken in dit convenant, van kracht. e. De technische herijking van de Vinac-afspraken leidt tot lagere bijdragen op grond van het Besluit Locatiegebonden Subsidies (verder te noemen. BLS) dan in 1997 voorzien. In het bestuurlijk overleg van 6 september 2001 met provincies en Kaderwetgebieden is afgesproken dat de mate waarin invulling wordt gegeven aan de realisatie van sociale koopwoningen op locaties in bestaand bebouwd gebied (grens 1996) in de periode 2005-2010, bij de afronding van de technische herijking wordt betrokken. Als landelijke rekeneenheid voor de bijdrageberekening wordt uitgegaan van 10% van het in 1997afgesproken aantal te realiseren woningen op binnenstedelijke functieveranderings- en verstedelijkingslocaties, in de sociale koopsector. Het totaal van de in 1997 in het vooruitzicht gestelde BLS-bijdrage is op de meerjarenbegroting voor de verstedelijking gereserveerd. Onderdeel hiervan vormt de na technische herijking berekende BLS-bijdrage zoals genoemd in artikel 1 (Wonen). De technische herijking wordt gevolgd door een beleidsmatige herijking die wordt afgerond in de in het jaar 2003 overeen te komen definitieve verstedelijkingsafspraken tot het jaar 2010. Het verschil tussen de in 1997 in het vooruitzicht gestelde BLS-bijdrage en de na technische herijking bijgestelde BLS-bijdrage blijft echter niet automatisch beschikbaar voor de verstedelijking. Definitieve besluitvorming over deze middelen zal plaatsvinden in het jaar 2003. In de besluitvorming zal worden betrokken: de mate waarin in dit convenant en de verdere uitwerking daarvan naar definitieve verstedelijkingsafspraken in het jaar 2003, door provincies en kaderwetgebieden invulling wordt gegeven aan het nieuwe beleid van de Nota Mensen, Wensen, Wonen en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. In dat verband heeft het Rijk ten aanzien van het "Wonen" - waarop het BLS betrekking heeft - vier speerpunten van beleid geformuleerd: o versterkte inzet op stedelijke transformatie ('de beweging van buiten naar binnen'); o vergroting aandeel particulier opdrachtgeverschap; o vergroting eigen woningbezit, ook voor de doelgroep (o.a door verkoop huurwoningen en nieuwbouw sociale koop); o versterking sociale pijler (ouderenhuisvesting, wonen-zorg en de sociale aspecten van transformatie). de mate waarin de uitwerking van de hierboven genoemde vier speerpunten van beleid aantoonbaar leidt tot een verhoging van de (onrendabele) kosten. Hiertoe wordt door het Rijk na overleg met betrokken partijen een beoordelingssystematiek opgesteld. De omvang van de (onrendabele) kosten van het transformatiebeleid volgens de Nota Mensen, Wensen, Wonen wordt overigens onderzocht door de 'Commissie Kosten-Kostendragers', overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraak in het Nationaal Akkoord Wonen. f. De afspraken in dit convenant zijn het resultaat van overleg over de verstedelijking tussen de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de provincie Fryslan en vertegenwoordigers van de gemeente Leeuwarden op 1 oktober 2001. Basis voor dit overleg vormde het Startdocument Verstedelijkingsafspraken tot 2010 Provincie Friesland d.d. 29 augustus 2001. Komen overeen als volgt: Artikel 1 Wonen (Transformatie en Kwaliteit) 1 Partijen delen de transformatieambitie om in de periode tot 2010, de grote tekorten aan centrumstedelijke - en groenstedelijke woonmilieus aanmerkelijk terug te brengen, met name door verdichten en verdunnen in buitencentrum milieus ('de beweging van buiten naar binnen'). Aan de behoefte aan groene woonmilieu's (centrum-dorps en landelijk) zal worden tegemoet gekomen door de realisatie van nieuwe groenstedelijke woonmilieu's in de randen van de stedelijke kernen. 2. De gemeente Leeuwarden en provincie Fryslan maken deze ambitie zichtbaar in de nieuwe planfiguren: Streekplan, Provinciaal en gemeentelijk Woonplan en bestemmingsplannen. Het gedachtegoed uit het rapport "Regionale perspectieven voor transformatie - provincie Fryslan" (ABF-Research 2001) en samengevat in bijlage 1 zal hierin worden betrokken Voor het Rijk vormt het ambititeprogramma uit het hiervoor genoemde ABF-rapport een referentiekader voor de definitieve verstedelijkingsafspraken in 2003 en de GSB/ISV-2 afspraken met de gemeente Leeuwarden uiterlijk in het jaar in 2005. Nadere afspraken: Gestreefd wordt naar een verhoging van het percentage van eigenwoningbezit in de gemeente Leeuwarden tot 65% in 2010, ondermeer door een inhaalslag in de nieuwbouwproductie, de transformatie van de buitencentrum gebieden en door de verkoop van huurwoningen gerelateerd aan de behoefte; Wat betreft de verkoop van huurwoningen zal de gemeente Leeuwarden met de lokale toegelaten instellingen prestatieafspraken maken in de vorm van een meerjarig verkoopbeleid. De verkoop van sociale huurwoningen is voor de gemeente Leeuwarden geen doel op zich. Dit is mede afhankelijk van de afweging op het niveau van de te transformeren wijken in de stad; Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer neemt initiatief om de lokale volkshuisvestingspartners te stimuleren om de transformatie, in relatie tot de uitleg, nader uit te werken in prestatieafspraken; In de periode 2005-2010 zal 10% van de nieuw te bouwen woningen op locaties in bestaand bebouwd gebied (grens 1996) als 'sociale koopwoning' (stichtingskosten tot 136.134,-) worden gerealiseerd (zie lid 7); Vanaf het jaar 2005 zal (onder regie van de provincie) minimaal eenderde van het totale woningbouwprogramma op Vinac-locaties in de vorm van particulier opdrachtgeverschap worden gerealiseerd. Als dit niet kan worden gerealiseerd ligt daarvoor de bewijslast bij de gemeente en de provincie; In de uitwerking van de regionale en stedelijke programma's zal meer aandacht zijn voor de inbedding van sociale processen bij de transformatie van bestaande wijken; Voor ouderenhuisvesting, woonzorg-eenheden, studentenhuisvesting, woonwagens en standplaatsen wordt een voldoende op de vraag afgestemd (inclusief als gevolg van extramuralisering) aanbod gecreëerd door de gemeente Leeuwarden; De gemeente Leeuwarden en de provincie Fryslan werken het landsdelige kwaliteitshandvest (dat gezamenlijk wordt opgesteld door de drie noordelijke provincies en de vier grote bouwgemeenten Assen, Emmen, Groningen en Leeuwarden onder de titel "Agenda voor een hogere woonkwaliteit in het Noorden des Lands") uit tot een kwaliteitshandvest voor Fryslan. De elementen van dit kwaliteitshandvest zullen worden opgenomen in planfiguren als Streekplan, Woonvisie en bestemmingsplannen; Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer betrekt het signaal van de gemeente Leeuwarden over de beperkte inverdienmogelijkheden bij de voorbereiding van de verdeelsleutel voor de tweede ISV-periode (2005/2010). 3. Partijen stellen vast dat de nadere uitwerking van de transformatieopgave qua omvang, tempo en locaties plaats vindt in het traject naar definitieve afspraken in de jaren 2003 en 2005 en onderdeel is van bestuurlijke afweging op regionaal en lokaal niveau. 4 De provincie Fryslan werkt in overleg met de regiogemeenten de transformatieambities - in relatie tot de woonplannen - uit tot concrete woningbouwprogramma's voor de periode tot het jaar 2010 (met een doorkijk tot het jaar 2015), waarbij de opgave in bestaand bebouwd gebied en op uitleg op elkaar worden afgestemd (één stedelijke woningbouwopgave). Het in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening vastgelegde streven om 50% van de verstedelijkingsopgave tot het jaar 2015 binnen bestaand bebouwd gebied (grens 1996) te realiseren dient daarbij als uitgangspunt. In de definitieve verstedelijkingsafspraken in 2003 zullen regiospecifieke intensiveringspercentages worden vastgelegd waarbij rekening wordt gehouden met de opvangcapaciteit van het bestaand bebouwd gebied (grens 1996) en groen, gezondheid en veiligheid. 5. De gemeente Leeuwarden werkt de transformatieambities in overleg met de lokale partijen en in afstemming met de regio uit in een stedelijke woonvisie als onderdeel van het meerjarig ontwikkelingsprogramma (MOP) ten behoeve van GSB/ISV. 6. Het eerder in 1997 afgesproken uitbreidingsprogramma 2005-2010 (Vinac) zal worden afgestemd op de realisering van de transformatieambities.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 492