Blad 2
Artikel 19, lid 1 WRO procedure
Aangezien er in het bestemmingsplan geen vrijstellings
bepaling of een wijzigingsbevoegdheid aanwezig is waardoor
het bouwplan zou kunnen worden gerealiseerd, is er een
partiële herziening van het bestemmingsplan of een
vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO nood
zakelijk
In dit geval ligt een vrijstellingsprocedure ex artikel 19,
lid 1 WRO voor de hand, omdat het bouwplan past in het
reeds vastgestelde nieuwe bestemmingsplan - dat nu ter
goedkeuring ligt bij de provincie. Daarom is er voor een
artikel 19, lid 1 procedure (zelfstandige projectprocedure)
gekozen
Ruimtelijke onderbouwing
Om te bezien of een artikel 19, lid 1 WRO-procedure kan
worden gevoerd, moet worden beoordeeld of het bouwplan past
in het (toekomstige) gemeentelijke ruimtelijke
ordeningsbeleid. Hieronder volgt een ruimtelijke
onderbouwing van het project.
Het project past binnen het nieuwe bestemmingsplan
Businesspark en FEC e.o. Dit bestemmingsplan is d.d.
11 februari 2002 (nr. 1539) door uw raad vastgesteld. Het
bestemmingsplan ligt op dit moment ter goedkeuring bij de
provincie Fryslan.
Volgens dit nieuwe bestemmingsplan heeft het perceel waar
het kantoorgebouw is gepland de bestemming "Dienstver
lenende Bedrijven"De bestemmingsplanvoorschriften staan
verwoord in artikel 5 van het bestemmingsplan. Het bouwplan
voldoet aan deze voorschriften en aan de "Beschrijving in
Hoofdlijnen" (artikel 3) van het bestemmingsplan.
Een kantoorgebouw op deze plaats past in het nieuwe, in
procedure zijnde, bestemmingsplan en past daarom in het
(toekomstige) ruimtelijke ordeningsbeleid van de gemeente.
Het bouwplan voldoet daarom aan de criteria die worden
ontleend aan de eis van een goede ruimtelijke ordening.
Welstandsadvies
Het onderhavige bouwplan is nog niet getoetst door de
welstandscommissie "Hüs en Hiem"De gevraagde vrijstelling
en de bouwvergunning zullen niet eerder worden verleend dan
nadat er een positief welstandsadvies is gegeven.
Milieuaspecten
In verband met bodemaspecten dient er nog een verkennend
bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Dit bodemonderzoek
wordt gedaan voordat de verklaring van geen bezwaar bij de
provincie wordt ingediend en dus voordat de vrijstelling
wordt verstrekt. Het bodemonderzoeksrapport zal tezamen met
Blad 3
de aanvraag om een verklaring van geen bezwaar aan de
provincie worden gezonden.
Inspraakprocedure ex artikel 6a WRO
Volgens artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is
bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een inspraak
procedure verplicht. Aangezien het onderhavige perceel is
gelegen binnen het nieuw vastgestelde bestemmingsplan
"Businesspark en FEC e.o.", waarvoor een inspraakprocedure
is gevoerd en waarbij de zienswij zenprocedure is doorlopen
achten wij een extra inspraakprocedure ex artikel 6a WRO
niet noodzakelijk. Tijdens deze bestemmingsplanprocedures
zijn er opmerkingen gemaakt over het plangebied waar het
GGD-kantoor komt (het gebied ten westen van de Revius-
straat), dit m.b.t. de mogelijkheid om gebouwen t.b.v. de
bestemming "Dienstverlenende Bedrijven" te bouwen met een
maximale bouwhoogte van 25 m. De wijkvereniging "Toekomst-
Vosseparkwijk" wilde een maximale hoogte van 15 m. In het
raadsvoorstel ter vaststelling van het bestemmingsplan is
beargumenteerd dat er geen belangen zijn die onevenredig
worden aangetast door de bouwhoogte van 25 m (zie het
raadsvoorstel d.d. 31 januari 2002).
Wel zal er voor dit plan een zienswij zenprocedure" ex
artikel 19a, lid 4 WRO worden gevoerd.
Zienswij zenprocedure ex artikel 19a, lid 4 WRO
Nadat de raad heeft ingestemd met het principebesluit om de
vrijstellingsprocedure te voeren en een delegatiebesluit
heeft genomen zal het bouwplan vier weken ter inzage worden
gelegd in verband met de zienswij zenprocedure" ex artikel
19a, lid 4 WRO.
Delegatiebesluit
Volgens artikel 19, lid 1 WRO is de gemeenteraad het
bevoegde orgaan, dat de vrijstelling verleent. Volgens
hetzelfde artikel, laatste zin, is het echter mogelijk om
de bedoelde vrijstellingsbevoegdheid aan ons college te
delegeren
Wij stellen u voor om de verdere procedure volgens de
procedurevoorschriften, zoals omschreven in artikel 19a
WRO, dat wil zeggen, het terinzage leggen van het verzoek
om vrijstelling (tezamen met de aanvraag om de bouwver
gunning), de beoordeling van eventuele zienswijzen, het
aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij
Gedeputeerde Staten, en het besluit omtrent de vrijstel
ling, aan ons college te delegeren. Dit overeenkomstig
bijgevoegd raadsbesluit.