Blad 4 Wel hebben wij daarbij ons definitieve oordeel afhankelijk gesteld van een integrale planologische afweging. De Commissie Bestuur en Middelen kon zich in haar vergadering van 20 november 2000 in onze opvatting vinden. c. Invloed op het wonen Wij hebben in 1995 aangegeven waar de grenzen van de uitbreiding van Klaver/Intratuin lagen. Die grenzen werden hoofdzakelijk door twee factoren bepaald: de parkeermogelijkheden op eigen terrein, de invloed op het aangrenzende wonen. Wij hebben ons de vraag gesteld, of de omstandigheden nu anders zijn, dan bij de beoordeling in 1995 en zo ja, of die veranderde omstandigheden er toe kunnen leiden, dat aan de uitbreidingsplannen kan worden meegewerkt. Op beide aspecten gaan wij hierna in. Voor het parkeren wordt, anders dan destijds kon worden voorzien en zoals hiervoor reeds beschreven, extra ruimte geboden aan de zuidzijde van de Tijnjedijk. De afstand van die plek tot de in- en uitgang van het groen warenhuis is zodanig kort, dat er niet voor hoeft te worden gevreesd dat bezoekers van het warenhuis hun auto's zullen parkeren in de woonstraten in plaats van op de daarvoor aangewezen parkeervoorzieningen. Op een beperkt aantal piekdagen in het jaar bestaat die kans wel, omdat er dan sprake kan zijn van een te geringe capaciteit op het terrein van Klaver/- Intratuin zelf. Een ander aspect heeft betrekking op het mogelijk ontstaan van sluipverkeer door de achterliggende woonbuurt. Vanuit Huizum dorp komen weliswaar klachten over sluipverkeer, maar er wordt doorgaans geen directe relatie met Klaver/- Intratuin gelegd. Overigens gaat het daarbij niet om grote aantallen. Door de uitbreiding van Klaver/Intratuin wordt meer verkeer gegenereerd en neemt de kans op sluipverkeer toe. Onze inschatting is, dat die toename niet zodanig zal zijn, dat daardoor voor het wonen een onaanvaardbare situatie zal ontstaan. Door het treffen van een aantal maatregelen bij de bron, dus bij de parkeerplaats (plaats in- en uitgangen, inrichting Tijnjedijk), wordt de kans op sluipverkeer al zoveel als mogelijk ingeperkt. In het uiterste geval kan een knip worden aangebracht in de route door Huizum dorp, bijvoorbeeld ter hoogte van de brug over de Wirdumer Vaart. Een knip is in onze ogen alleen aan de orde, als de bewoners van Huizum dorp dat wensen. Blad 5 Een derde aspect betreft de inrichting van de Tijnjedijk. De Tijnjedijk is een belangrijke fietsroute en een ontsluitingsweg voor een deel van Huizum dorp. Een eenduidige parkeersituatie draagt bij aan de herkenbaarheid en de verkeersveiligheid. Andere maatregelen moeten er toe leiden, dat klanten veilig kunnen oversteken en dat fietsers zo weinig mogelijk worden gehinderd. Samengevat moeten die maatregelen er op zijn gericht, dat: er een herkenbare en verkeersveilige oversteek (plateau) voor klanten met winkelwagens over de Tijnjedijk ontstaat; de Tijnjedijk zodanig wordt geherprofileerd, dat er niet meer kan worden geparkeerd en fietsstroken kunnen worden aangelegd, de vormgeving en de bebording zodanig wordt aangepast, dat verkeer gedwongen wordt terug te rijden naar de mini Tijnjedijk-Drachtsterweg, waardoor sluip verkeer tot een minimum wordt beperkt Op de bijgevoegde tekening is aangegeven, hoe de inrichting van de Tijnjedijk er op basis van genoemde maatregelen, uit moet komen te zien. Op deze tekening is ook de hierna te bespreken oplossing van het parkeren en de inrichting van het winkelerf en de parkeervoorzieningen aangegeven, d. structuurschets terrein "Faber haarden". Wij hebben op 8 mei 2001 ingestemd met de structuurschets voor het terrein "Faber haarden" aan de overzijde van de Tijnjedijk. De Commissie Stadsontwikkeling kon zich in haar vergadering van 22 mei 2001 vinden in de schets en die heeft vervolgens als basis gediend voor het ontwerpen van een stedenbouwkundig plan. Daarin wordt rekening gehouden met een parkeervoorziening ten behoeve van Klaver/- Intratuin Aan de parkeeroplossing ten zuiden van de Tijnjedijk liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: over het terrein moet een logische parkeerroute ontstaan zonder doodlopende einden; er moet een afzonderlijke en duidelijk herkenbare in- en een aparte uitgang komen; er moet voldoende afstand zijn tussen de ingang en de minirotonde, opdat het terugstuwen van auto's tot op de rotonde zoveel als mogelijk wordt voorkomen; de Tjissingaweg mag niet als ontsluitingsweg dienen, omdat daardoor het wonen onevenredig wordt belast; klanten moeten op een verantwoorde wijze met hun boodschappen (winkelwagens) bij hun auto kunnen komen; het parkeerterrein dient een inrichting te krijgen overeenkomstig de uitgangspunten van de structuurschets.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 507