3. Overige majeure investeringen uit het MOP 3.1. Infrastructuur Lag de afgelopen periode de nadruk bij de projecten sec, de laatste tijd begint de ambitie en de ontwikkeling die daarmee samenhangt steeds meer te knellen in de infrastructurele consequenties die dat met zich meebrengt. Zo heeft ook Riek Bakker een pleidooi gehouden voor het 'dotteren' van de stad, teneinde bereikbaar te blijven. Andersom biedt het aanbieden van goede infrastructuur kansen voor het bedrijfsleven en andere gebruiksfuncties. In deze paragraaf komen de hoofdlijnen aan de orde waarlangs de gemeente Leeuwarden de financiering van de nieuwe infrastructurele werken regelt. MPI (Meerjaren Programma Infrastructuur) Een reeds lang gebruikt instrument is het MPI. De raad autoriseerde deze altijd als apart programma. In het MIP van dit jaar wordt het programma voor het eerst geïntegreerd aangeboden. Financiering vindt plaats uit de begroting (stelpost MPI), waartoe jaarlijks bij perspectief geld wordt gereserveerd. Daarnaast verbindt het MPI de overige aanwezige financieringsmiddelen (zie verderop) in haar programma. Fonds bovenwijkse voorzieningen f 10,- m2 uitgeefbaar terrein) Het fonds bovenwijkse voorzieningen wordt gevoed door de grondexploitaties. Per m2 uitgegeven terrein wordt een bedrag gereserveerd 2002 f 10,- per m2) ten behoeve van de infrastructurele voorzieningen met een bovenwijks karakter. Tot op heden werd vanaf de grondexploitaties voor bedrijventerreinen een dergelijke opslag niet geheven, vanuit de gedachte dat deze de exploitatie te zwaar zouden belasten om concurrerend te kunnen zijn. Inmiddels blijkt dat de meeste bedrijventerreinen het qua tempo en prijs boven verwachting doen en zou de vraag aan de orde kunnen komen of het niet tijd wordt om ook de bedrijventerreinen (die veel infrastructuur vergen, ook bovenwijks) in het vervolg ook te belasten met deze heffing (eventueel op een lager niveau). Bijdrage haak vanuit Leeuwarden Zuid Naast de hierboven genoemde middelen wordt specifiek ten behoeve van de eerste fase van de haak om Leeuwarden, vanuit de grondexploitatie een bedrag gereserveerd ter grootte van Mf 25,- (ca. M€ 11,3) dat kan dienen als cofinanciering, om de aanleg te versnellen, externe partijen te overtuigen van de ernst van de noodzaak en überhaupt om Leeuwarden Zuid voldoende te kunnen ontsluiten. Overleggen met belanghebbende partijen hebben inmiddels geleid tot een verdeelvoorstel, waarbij gemeente en provincie ieder voor Mf 40,- (ca. M€ 18,1worden geacht mee te betalen aan het zuidelijk deel van de haak. Indien Leeuwarden met dit verdelingsvoorstel instemt, betekent dit dat er Mf 15,- (ca. M€ 6,8) extra gevonden zal moeten worden. De vraag dringt zich dan langzamerhand op hoe we met het SIOF om willen gaan. Merk overigens op dat de aanleg van de haak op zich al reden is om de ontsluiting, aantakking en doorstromingseffecten op de stad eens goed te bezien. Ongetwijfeld zal de aanleg van de haak leiden tot nieuwe infrastructurele aanpassingen, die ieder hun financieringsbehoefte met zich meebrengen. Reservering MOP In het MOP is ten behoeve van grote infrastructurele knelpunten een bedrag gereserveerd van Mf 7,5 (ca. M€ 3,4). Deze middelen zijn met name bedoeld ten behoeve van cofinanciering. Een exacte verdeling van deze middelen over de verschillende projecten heeft nog niet plaatsgevonden. Dit geeft ook enige mogelijkheden om knelpunten de komende tijd op te lossen. Wordt de lijst van knelpunten in de infrastructuur bekeken, dan zal duidelijk zijn dat de gereserveerde Mf 7,5 (CA. M€ 3,4) (zelfs als bijdrage in de cofinanciering) volstrekt onvoldoende zal zijn. De gemeente ontkomt de komende tijd niet aan bewuste keuzes in deze. Hieronder volgt een globale indeling van enkele van de grote infrastructurele projecten. Haak, fase 1 en 2; Mf 400,-ca. M€ 181,5. Gemeentelijk aandeel eerste fase Mf 40,-, ca. M€ 18,1. Westelijke invalsweg; 100 miljoen, ca. M€ 45,3. Gemeentelijk aandeel onbekend. Drachtsterbrug, Drachtsterplein en aansluiting Zuiderburen; 75 miljoen, ca. M€ 34,-; ook samenhang met opwaardering vaarweg. Gemeentelijk aandeel onbekend. Rondweg; Julianalaan, Heliconweg, Valeriusstraat, Gerbrandyweg en Vondelingweg; Mf 150,- ca. M€ 68. Gemeentelijk aandeel nog onbekend. HOV Werpsterhoek-FEC; Mf 50,-, ca. M€ 22,7. Gemeentelijk aandeel nog onbekend. Station Werpsterhoek; Mf 20,-, ca. M€ 9. Gemeentelijk aandeel nog onbekend. Verbinding Leeuwarden naar Heerenveen bij Zuiderzeelijn; Mf 500,-, M€ 226,8. Gemeentelijk aandeel nog onbekend. Stadsas; Mf 50,- ca. M€ 22,7. Gemeentelijk aandeel nog onbekend. Schrans/Zuiderplein/Beursplein; Noordwesttangent;? (2004) Fiets voorzieningen Harinxmakanaal; Binnenstadsring/Parkeerring; Route voor huidig NS station; Niet van alle genoemde onderdelen is nu al bekend wat de kosten zullen zijn. Conclusies en aanbevelingen infrastructuur De totaal geraamde bijdragen lijken onvoldoende om de vele grote en minder grote knelpunten van de komende jaren op te kunnen lossen. Oplossingsrichtingen kunnen worden gevonden in: r Fonds dat wordt ingesteld bij Leeuwarden Zuid r- Duidelijke pnoritering infrastructurele knelpunten r- Fonds bovenwijkse voorzieningen ook voor bedrijventerreinen r- Mf 15,- (ca. M€ 6,8) extra beschikbaar stellen uit SIOF ten behoeve van de financiering van de haak. Daarnaast is het belangrijk om nu geen investeringen te autoriseren, die in het kader van het GVVP overbodig, of zelfs verkeerd zouden zijn. Daartoe zullen de individuele projecten uit het MPI pas worden uitgevoerd nadat deze aan het GVVP (gemeentelijk verkeers- en vervoersplan) zijn getoetst! 3.2 Binnenstad Het strategisch belang van de kwaliteitsslag in de (historische) binnen stad van Leeuwarden blijft groot. Het stadscentrum is het visitekaartje van Leeuwarden. Het bepaalt het beeld van nieuwe bezoekers, toeristen, winkelend en/of zakelijk publiek. De binnenstad vervult een centrale verzorgingsfunctie voor de provincie Friesland. Deze positie is historisch verankerd, maar blijkt niet vanzelfsprekend. De mogelijkheden en kansen van de aanwezige functies en de historische ambiance vragen om een gerichte ontwikkeling, om de centrale rol van de stad beter te kunnen accentueren. De uitgangspunten van de kadernota Binnenstad Nieuwe Stad, en het daarin geformuleerde integraal samenhangend pakket aan maatregelen en voorzieningen geldt nog steeds als uitgangspunt. In de perspectiefnota zijn tot en met 2003 middelen gereserveerd. Conform plan van aanpak, zal het project, waarbij de inrichting van de binnenstad een kwaliteitsslag (herinrichting, verkeerskundige aanpassingen, bijdrage aan de Blauwe Diamant) maakt, tot 2007 doorgaan. Dit betekent dat ten behoeve van de kwaliteitsslag aanvullend voor 4 jaar (a Mf 3,5, ca. M6 1,6), een bedrag van Mf 14,- ca. ME 6,4 beschikbaar gesteld zal moeten worden. Hiermee wordt naast het huidige gebied, ook het Wilhelminaplein/ Zaailand bij het project betrokken. Naast de investering in de kwaliteitsslag, wordt op andere manieren geïnvesteerd in de binnenstad, waarvan een aantal al zijn voorzien in het masterplan. Recentelijk zijn de binnenstadsprojecten opnieuw beoordeeld en geprioriteerd. De volgorde van prioriteit is als volgt aangegeven: Zo wordt geïnvesteerd in de parkeergarages en de Prinsentuin, waarbij met name de aansluiting naar de binnenstad een belangrijke rol zal krijgen. In het MOP aangekondigd, hier voor het eerst uitgewerkt in een aanvraag, zijn de investeringen in de toeristische infrastructuur, die de potentie van de stad verder moeten uitnutten (zie de paragraaf toerisme voor een verdere uitwerking). Verder wordt geïnvesteerd in de culturele voorzieningen Mf 2,2 aan gemeentelijke investeringen), speelt het traject wonen in de binnenstad, restauratie monumenten, het terugdringen van reclame-uitingen (reclamebeleid) en leefbaarheid en veiligheid. Al met al ontstaat een gebied waar op diverse manieren in wordt geïnvesteerd zodat de bijdragen niet 'verdampen'. Parkeergarages Ten behoeve van een evenwichtige verdeling van de parkeervoorzieningen worden in en om de binnenstad, op basis van behoefteramingen, nieuwe en/of gewijzigde voorzieningen gebouwd. Hiertoe worden op het maaiveld parkeervoorzieningen teruggedrongen, terwijl er in geconcentreerde vorm in gebouwde voorzieningen een aanzienlijke uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen plaatsvindt. Het uitgangspunt is dat de 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 50