Verordening op het gebruik van
Parkeerplaatsen en de verlening van
Vergunningen voor het parkeren 2002
Afdeling 1
Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. RVV 1966: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
b. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
c. motorvoertuig hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV
1966 of in het RVV 1990;
d. voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Wegenver
keersreglement (met dien verstande dat fietsen en bromfiet
sen niet als voertuigen worden beschouwd;
e. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of
laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd
die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk
in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk la
den of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen
voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of wegge
deelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een
wettelijk voorschrift is verboden;
f. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van
een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat
voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de
Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kente
kens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het
voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het par
keren in het register was ingeschreven;
g. parkeerapparatuurparkeermetersparkeerautomaten met in
begrip van verzamelparkeerders en hetgeen naar maatschappe
lijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt
verstaan;
h. parkeerapparatuurplaatseen parkeerplaats behorende bij
parkeerapparatuur;
i. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die 1. is aange
duid met bord 99a uit bijlage II van het RVV 1966, dan wel
met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of 2. gelegen
is binnen een zone aangeduid met bord 99aa uit bijlage II
van het RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het
RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats
niet is uitgezonderd;
j. vergunning: een door het college van burgemeester en wet
houders verleende vergunning, krachtens welke is toegestaan
een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerappa
ratuur- en/of belanghebbendenplaatsen;
k. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie
een vergunning is verleend.