Ta.v. de inspraakreactie is de vraagvolgorde
(blz. 1 t m 3 aangehouden. Alleen van
bewonersbegeleiding en communicatie is een
clustering gemaakt:.
1. Communicatie en bewonersondersteuning
a. Veel moet nog ingevuld worden in het WOP,
wat betekent dat inspraak en betrokkenheid een
permanente moet zijn.
lb.(Uit later toegestuurde brief van 7 maart)
Willen graag continueren 20 uur extra
bewonersondersteuning die nu door SWL wordt
ingevuld.
Ic. De huidige Nieuwsbrief is niet afgestemd op
de lezers. Schriftelijke communicatie naar
allochtonen ontbreekt.
2. Komt er wel een goede aansluiting tussen de
ontwikkelingen in het NW en ZW. o.a.
Stedenbouwkundig
3. Vinden het zorgelijke ontwikkeling dat er in
het ZW gebouwd wordt voor de hogere en
middeninkomens. Vinden het in principe een
w ijk waar de lage en middeninkomens een plek
moeten inden.
la. Het ligt in de bedoeling de bewoners en
bewonersgroepen nauw bij de planvorming
te blijven betrekken. Ook formeel zullen in
de toekomst bewoners de gelegenheid
blijven krijgen in te spreken (op
stedenbouwkundige plannen, op RO-
procedures, op bouwplannen).
1b. Zeker in fases van intensieve
planvorming (zoals bijv dit jaar) zal er extra
bewonersondersteuning voor de
planvorming georganiseerd blijven worden.
De huidige extra inzet blijft nog tot de
definitieve besluitvorming in de Raad
gehandhaafd (juni). Ondertussen zal
uitgewerkt worden hoeveel extra
ondersteuning voor bewoners daarna ingezet
kan/moet worden en door wie die geboden
wordt (SWL en/'of HWL).
Ic. De Nieuwsbrief zal beter op de lezers
worden afgestemd. Voor de communicatie
naar allochtonen toe zal een aanpak zoals bij
het WOP gehanteerd (informatie mondeling
verschaffen via het Digitaal Trapveldje)
verder uitgewerkt worden. Bij schriftelijke
informatie blijft het probleem dat er zoveel
verschillende taalgroepen in de wijk zijn en
dat de indruk bestaat dat de informatie op
die manier bij velen niet echt overkomt. De
voorkeur lijkt bij mondelinge vormen van
overdracht te liggen. In het kader van
Noordrand aan Zet wordt dit verder
uitgewerkt.
2. Hoewel de plannen voor het Noord-
Westen zich nog binnen een bandbreedte
bewegen van mogelijkheden is het duidelijk
dat ook in dit deel van de wijk het nodige
verbeterd zal worden, zij het met de insteek
dat een belangrijk deel van de huidige
bewoners er blijft wonen. Dat betekent
volkshuisvestelijk wel dat het NW en ZW
andere groepen zullen huisvesten.
Stedenbouwkundig is het vooral zaak de
kansen die er zijn verbindingen te leggen
tussen de wijkdelen (fam vd Weijstraat,
inrichten grensstraten, watertje bij de S.
Schootstraat, type nieuw te bouwen
woningen, zichtlijnen vanuit de bestaande
woningen) goed te benutten en dat is ook de
bedoeling.
3. Zoals ook reeds uitvoerig toegelicht in de
Wijkontwikkelingsvisie en vooral de
inspraaknota bij de Ontwikkelingsvisie is het
strategische doel van deze operatie de
Vrijheidswijk weer voor langere tijd
aantrekkelijk te maken volkshuisvestelijk en
economisch. Wooncarrière moet ook binnen
de wijk mogelijk worden indien het inkomen
4. Wil de Vrijheidswijk een moderne wijk
worden dan zou er een glasvezelnet moeten
komen.
5. de wijk, in het bijzonder ZW en het
centrumgebied, zouden duurzaam ingericht
moeten worden.
6. Bij de herinrichting van de wijk zou de
verplaatsing van 2 bedrijven in het NW van de
wijk moeten worden meegenomen.
7. Hoe het fysiek beheer in de wijk op korte en
lange termijn er uit moet zien komt onvoldoende
aan de orde. Ook zou al nagedacht moeten
worden over het beheer na de
herstructureringsoperatie met meer
betrokkenheid en verantwoordelijkheid van
bewoners met een vraagteken.
8. Voorzieningen moeten op een juist tijdstip
ingepland worden bijv. speelvoorzieningen.
9. Er zijn zorgen over de ontsluiting bij de J.
toeneemt. Daarom zijn woningen voor de
midden maar ook de hogere inkomens een
onmisbare schakel.
4. Het gemeentelijk beleid is er op gericht
om in de hele stad een glasvezelnet aan te
leggen, de zgn. Cityring. De baan van deze
ring is ook gepland voor en door de
Vrijheidswijk. Aanleg van dit gedeelte van
de ring is voorzien in fase 2 van het Styling
project. Geprobeerd zal worden de
Vrijheidswijk nog in fase 1 te krijgen.
5. Het is beslist de bedoeling dat de wijk op
een (behoorlijk aantal) punten duurzaam
ingericht gaat worden en dat staat ook in de
teksten. In de tekst in deel B zal dit nog
explicieter verwoord worden dan nu
gebeurd. Voor een aantal aanvullende
opmerkingen kan verwezen worden naar de
antwoorden op de vragen die stichting
Milieuplatform gesteld heeft (onder nr. 4)
6. De bedrijven waarop gedoeld wordt staan
al lang in de wijk. vervullen functies
conform het bestemmingsplan en
veroorzaken geen overlast. Een eventuele
verplaatsing van deze bedrijven zal daarom
op vrijwillige basis moeten plaatsvinden,
waartoe de bedrijven zelf het initiatief zullen
moeten nemen. Daar lijkt op dit moment niet
sprake van te zijn. Mocht deze situatie vóór
de vaststelling van een nieuw
bestemmingsplan voor dit deel van het
gebied, wat over een paar jaar speelt, alsnog
veranderen dan zou dit in een eventuele
bestemmingsplanwijziging nog wel kunnen
worden meegenomen.
7. Het fysieke beheer heeft al veel aandacht
gehad en zal dat ook houden. Daarom blijft
de werkgroep beheer in stand en zal er een
project komen met als werktitel 'afval in de
wijk'. De reden is dat geconstateerd kan
worden dat ondanks een hoop extra
inspanningen op het punt van signalering,
aanspreken, opruimen etc. de w ijk meer dan
gemiddeld vervuild blijft. Tegelijkertijd kan
geconstateerd worden dat er nog de nodige
ideeën liggen voor een aanpak, maar dat die
minder makkelijk te organiseren zullen zijn.
omdat ze veel afstemming tussen
organisaties vereisen, een mentaliteitsveran
dering bij bewoners willen bewerkstelligen
en waarschijnlijk de nodige kosten met zich
zullen meebrengen en een lange adem zullen
vereisen. Vandaar de keuze voor een meer
projectmatige aanpak onder regie van de
rayonbeheerder, waarvan naar verwachting
ook voor de lange termijn de vruchten
geplukt kunnen worden. Dat dit met de
bewoners zal moeten is niet echt een
vraagteken.
8. Er zal een planning komen, die met de
bewoners besproken wordt.
9. Bij de opstelling van de plannen is