Blad 2 Naar aanleiding van deze constatering hebben wij uitvoerig onderzoek laten verrichten naar alle in dit verband relevante aspecten. De conclusies van de diverse deelonder zoeken, die de breed samengestelde ambtelijke werkgroep heeft verricht, zijn zeer frequent met de directie van Parnas besproken. Ook heeft er diverse malen bestuurlijk overleg plaats gevonden tussen de betrokken wethouders en het bestuur van de Stichting Parnas en de commissie ex. art. 82. Tijdens het laatst gehouden bestuurlijk overleg d.d. 15 april 2002 is overeenstemming bereikt over de voorstellen, zoals in deze raadsbrief verwoord. In mei 2001 hebben wij reeds het subsidie van 1998 en 1999 afgerekend, alsmede het subsidie voor 2000 een 2001 verleend. Hierbij is een groot aantal knelpunten uit het verleden opgelost. In de voorliggende raadsbrief wordt ingegaan op de begroting 2002, het vaststellen van het subsidie 2001, alsmede de financiële afrekening van het subsidie van 2000. In het navolgende komen achtereenvolgens aan de orde: P&O aspecten. Financiële aspecten: Bezwaarschrift afrekening t/m 2000. Begroting 2001. Begroting 2002. Huisvestingsaspecten 2.1. P&O Mede op advies van KPMG heeft u in oktober 1995 een commissie ex. art. 82 Gemeentewet ten behoeve van het Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden (GML) ingesteld. Aan de commissie is het bestuur en beheer van het instituut opgedragen. Daartoe heeft u al uw bevoegdheden ter zake aan de commissie overge dragen, echter met uitzondering van het vaststellen van de rechtspositionele regelingen. Annex daarmee heeft uw raad de Gemeentelijke Arbeidsvoor waardenregeling gewijzigd en met ingang van 1 januari 1996 van toepassing verklaard op het personeel van het GML. De bestuurscommissie GML is gerechtigd en bevoegd op te treden als werkgever in de meest brede zin van het woord, echter met uitzondering van het ontslaan van personeel op grond van artikel 8:8 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling (ontslag op andere gronden dan in voorgaande artikelen is omschreven; in voorkomend geval is toestemming vooraf van de gemeenteraad vereist). Impliciet betekent het werkgeverschap uiteraard ook de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid ten aanzien van het voeren c.q. laten uitvoeren van een personeels- en salarisadministratie alsmede van het oplossen van personele en organisatorische vraagstukken, al dan niet na Blad 3 het raadplegen van deskundigen. Ook het toepassen van het Wachtgeldbesluit behoort tot de taak en de bevoegdheid van genoemde bestuurscommissie. Voor het personeel van het GML is gekozen voor een "sterfhuisconstructie". Nieuw personeel wordt in de stichting ingebracht; de ambtelijke status blijft alleen gelden voor de voormalige GML-personeelsledenBij uitbreiding van hun uren worden ook deze in de stichting ondergebracht De werknemers van de Stichting Parnas hebben een arbeids overeenkomst naar burgerlijk recht en "vallen" onder een CAO. Voor zover bekend zijn bij de overdracht van taken en bevoegdheden van de raad aan de commissie gemeentelijk muziekinstituut geen duidelijke afspraken gemaakt over de inzet van de afdeling P&O van de dienst Welzijn. De bestuurscommissie heeft geen structureel beroep gedaan op de deskundigheid van de afdeling P&O van de dienst Welzijn op het terrein van personele zorg dan wel organisatorische inrichting In het bestuurlijk overleg van 9 november 2000 is geconcludeerd dat in de begrotingen van Parnas t/m 2000 een bedrag van 9.07 5,60 voor P&O taken is opgenomen. Op ons verzoek heeft een onderzoek plaats gevonden naar de P&O aspecten van de relatie van de gemeente met de Stichting Parnas en de bestuurscommissie van het GML. De doelstelling van het onderzoek was om helderheid en duidelijkheid te (kunnen) scheppen in de formele, juridische relatie tussen de gemeente en de commissie ex. art. 82 Gemeentewet. De rapportage die in opdracht van P&O Advies, namens ons college, is opgesteld door een extern adviesbureau (Parsec) is op 3 oktober 2001 besproken tijdens een bestuurlijk overleg, waarbij de wethouders B. Bilker (personeelszaken) en drsA.A.M. Brok (cultuur) aanwezig waren. De conclusie die hieraan verbonden is, is dat de Stichting Parnas en de bestuurscommissie ex. art. 82 Gemeentewet het volledige werkgeverschap vervullen en zij in de begroting 2002 de kosten voor de P&O aspecten van de organisatie behoren op te nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 581