Blad 4
Artikel 11
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het
kalenderj aar
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de
stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de
stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze
werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te
voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen
tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen
worden gekend.
3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de
stichting afgesloten.
Daaruit worden door de penningmeester een balans en een
staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar
opgemaakt, welke jaarstukken, vergezeld van een rapport van
een register-accountant of van een accountant-
administratieconsulent, binnen zes maanden na afloop van
het boekjaar aan het bestuur worden aangeboden.
4. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld.
5. Het bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 bedoelde
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende tien
jaren te bewaren.
6. Het bestuur kan, mits met algemene stemmen, besluiten dat
in afwijking van het bepaalde in lid 3 de jaarstukken niet
vergezeld behoeven te worden van een rapport van de aldaar
vermelde deskundigen of dat kan worden volstaan met een
rapport van een andere door het bestuur aan te wijzen
des kundige
1.4.2 Verordening op de Commissie gemeentelijk muziekinstituut
Artikel 14
1. Jaarlijks voor 1 april doet de Commissie aan het College
een rekening van ontvangsten en uitgaven met toelichting
van het afgelopen kalanderjaar toekomen.
2. Jaarlijks voor 1 juli zendt de Commissie een ontwerp
begroting met toeiicntmg voor het daaropvolgende
kalenderjaar aan het College.
3. De door de Commissie ingediende voorstellen worden
ongewijzigd door het College overgenomen, tenzij deze naar
net oordeel van het College in strijd zijn met het recht,
het algemeen of financieel belang van de gemeente. Van de
gang van zaken doet het College verslag bij de aanbieding
van de financiële stukken aan de Raad.
Artikel 15
1. De Commissie is verantwoording verschuldigd aan de Raad.
niertoe verzorgt ae Commissie jaarlijks een verslag omtrent
haar werkzaamheden ter. behoeve van de Raad, welk verslag
gelijktijdig met de rmanciëie stukken wordt uitgebracht.
Blad 5
2. Het College is belast met het houden van toezicht op de
uitoefening van de bevoegdheden door de Commissie.
3. De notulen van de vergaderingen en de besluiten van de
Commissie worden terstond na vaststelling toegezonden aan
het College.
1.5 Gezamenlijke huisvesting
1.5.1 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Leeuwarden en
stichting Kreativiteitscentrum inzake Kunstzinnige Vorming
Artikel 2
2. Indien partijen overeenstemming hebben bereikt over een
gezamenlijk te gebruiken accommodatie zal de stichting deze
accommodatie huren dan wel in eigendom verkrijgen.
3. Het Instituut zal vervolgens huurster van de stichting
worden. Partijen zullen jaarlijks, voor 1 januari van elk
jaar in gezamenlijk overleg de huurvergoeding vaststellen,
alsmede een vergoeding voor de overige huisvestingskosten
1.6 Administratie en huishoudelijke dienst
1.6.1 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Leeuwarden en
stichting Kreativiteitscentrum inzake Kunstzinnige Vorming
Artikel 3
1. Partijen zullen waar nodig voor de beoogde samenwerking
over en weer administratieve werkzaamheden voor elkaar
verrichten
2. De huishoudelijke diensten van partijen zullen waar nodig
voor het gezamenlijk gebruik van een accommodatie over en
weer werkzaamheden voor elkaar verrichten.
3. Partijen zullen elkaar voor de hierboven genoemde
werkzaamheden geen kosten in rekening brengen.
1.7 Medegebruik voorzieningen apparatuur e.d.
1..7.1 Samenwerkingsovereenkomst gemeente Leeuwarden en
sticr.ting Kreativiteitscentrum inzake Kunstzinnige Vorming
Artikel 4
Partijen zullen gezamenlijk gebruik maken van eikaars
voorzieningen, apparatuur en overige bezittingen zonder
niervoer aar. elkaar kosten in rekening te brengen.
1. Partijen zuilen in evenredigheid en in gezamenlijk overleg
overgaan tot de aanschaf van goederen voor gezamenlijk
gebruik