Een gemeente in ontwikkeling Economische pijler Fysieke pijler Sociale pijler Bedrijf Als reactie op deze affaires werd gedurende het zomerreces van 2001 door bureau Monsma partners (M&p) een zoge naamde quick-scan naar de gemeentelijke belastingen uitgevoerd om te kijken of er wellicht nog meer problemen waren op belastinggebied. De bevindingen van bureau M&p werden vastgelegd in een ruwe gespreksnotitie. De gespreksnotitie gaf een vrij dramatisch beeld van de situatie rond de gemeentelijke belastingen in Leeuwarden. Daar kwam nog bij dat het na de affaires OZB-I en OZB-II ingezette herstel- en verbetertraject rond de gemeentelijke belas ting aan het licht bracht dat er grote problemen waren met betrekking tot de uitvoering van de Wet Waardering Onroe rende Zaken (Wet WOZ). Tevens werd duidelijk dat er groot financieel nadeel 1.800.000) was als gevolg van tegen vallende bezwaar- en beroepsprocedures uit de vorige waarderingsronde van de Wet WOZ. In het voorjaar van 2001 werd wethouder P.E.J. Den Oudsten benoemd als burgemeester van de gemeente Meppel. Hij werd opgevolgd door wethouder M. Waanders. In het najaar vertrok opnieuw een wethouder, de heer B. Bilker, die de burgemeesterspost van de gemeente Kollumerland aanvaardde. De heer G. Krol nam zijn taak als wethouder over. Vanwege een verregaand verschil van inzicht over het besturen van de gemeente Leeuwarden gaf het college van bur gemeester en wethouders bij de Commissaris der Koningin aan dat de samenwerking tussen de wethouders en de bur gemeester niet langer houdbaar was. Deze mening werd door de gemeenteraad gedeeld. Er werd een regeling getrof fen voor het vertrek van de burgemeester. Vervolgens trad mevrouw M. de Boer aan als waarnemend burgemeester voor de periode tot augustus 2002. Na de publicatie van het onderzoek over de onroerende zaakbelasting stapte ook mevrouw H. de Haan op als wethou der. De heer R. Sluiter nam tot de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 haar wethouderspost over. In augustus kreeg Leeuwarden te maken met een tweetal gevallen van de meningokokkenziekte, ook wel hersenvlies ontsteking of nekkramp genoemd. Twee kinderen uit de Vrijheidswijk werden getroffen door de ziekte, hetgeen nogal wat onrust veroorzaakte bij de bewoners van deze wijk. Omdat het twee gevallen betrof waartussen geen duidelijke samenhang kon worden geconstateerd, besloot de GGD niet over te gaan tot een grootschalige vaccinatie. Ouders werden via een voorlichtingsactie op de hoogte gebracht van de details rondom de ziekte en kregen de mogelijkheid hun kind te laten vaccineren via de huisarts. Inmiddels heeft minister Borst van Volksgezondheid in 2002 besloten alle kinderen in de leeftijd tot 18 jaar te laten inen ten tegen meningokokken. JAARVERSLAG Terugblik Fysieke pijler Sociale pijler Bedrijf 3.1 Inleiding De economische structuur in Leeuwarden wordt met name bepaald door twee sectoren: de zakelijke/financiële en de quartaire dienstverlening. De quartaire dienstverlening omvat het openbaar bestuur, onderwijs, gezondheids- en wel zijnszorg, en hangt dus samen met de regionale en landsdelige centrumfunctie van de stad. De zakelijke en financiële dienstverlening opereert voor een belangrijk deel op nationale schaal en in toenemende mate tevens op internatio nale schaal. Leeuwarden heeft in vergelijking met andere (middel-)grote steden verhoudingsgewijs een zeer hoog aan deel werkgelegenheid in de categorie dienstverlening (Leeuwarden staat met die verhouding in de top 5 van steden in Nederland). Binnen de zakelijke dienstverlening is de kennisdienstensector een snel groeiende bedrijfstak in Noord- Nederland. Voor deze sector is informatie- en communicatietechnologie het fundament voor goed functioneren. Zoals ook al eerder genoemd: Leeuwarden is bezig zich te ontwikkelen tot een complete stad. Een stad waarin men kan wonen, werken en leven. Een stad die in evenwicht is, met een evenwichtige bevolkingssamenstelling, een goed woningaanbod, hoogwaardige voorzieningen en een brede werkgelegenheid. In het Meerjarenontwikkelingsplan zijn, om dit te bereiken, een aantal strategische doelen op het gebied van economie neergelegd. Zo wordt gewerkt aan versterking van de werkgelegenheidsstructuur door middel van het stimuleren van de werkgelegenheid en het terugdringen van de werkloosheid. Daarnaast wordt gestreefd naar het realiseren van een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsklimaat voor bedrijven, het versterken van de aansluiting tussen scholing en arbeidsmarkt en het versterken en beter benutten van de kennisinfrastructuur in Leeuwarden. Ook het versterken van de regionale verankering van het MBO en het uitbouwen van de landsdelige functie van Leeuwarden als HBO-stad staan op de prioriteitenlijst. 3.2 Beleid Het scheppen van beleidskaders is noodzakelijk voor de ontwikkeling van Leeuwarden als evenwichtige woon-, werk en leefstad met een sterke positie in Fryslan en het Noorden. Het is ook van groot belang dat deze beleidskaders in samenhang worden vormgegeven. De gemeentelijke organisatie heeft in 2001 een grote stap voorwaarts gezet in het verbeteren van de kwaliteit, door de nadruk te leggen op integraal werken. Een goed voorbeeld daarvan is de formule ring van de Stadsvisie. Daaraan is meegewerkt door een groot aantal ambtenaren, maar ook door een breed spectrum van vertegenwoordigers uit de Leeuwarder samenleving. Daarnaast heeft de gemeente te maken met kaders die vanuit het Rijk worden aangegeven, zoals de Vijfde Nota Ruim telijke Ordening. Er wordt dus niet alleen gezocht naar samenhang tussen de verschillende werkvelden binnen de gemeentelijke afdelingen, maar ook naar synergie met beleid van hogerhand. 3.2.1 VIJFDE NOTA RUIMTELIJKE ORDENING De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening is in januari 2001 door de minister van VROM gepresenteerd. Deze nota legt de f.F MP F N T_E JL FFIIlWSBnfN

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 129