lts JAARVERSLAG
Terugblik
Economische pijler
Fysieke pijler
Bedrijf
eindresultaat. Een keten van gespecialiseerde 'onder-aannemers' moet daarbij zorgen voor een optimale invulling. Geza
menlijk leveren de instellingen maatwerk; de hulpvrager wordt actief betrokken bij zijn eigen ontwikkelingsproces.
Met de sluitende aanpak voor probleemjongeren in het onderwijs en het ontwikkelen van trajecten voor het activerend
arbeidsmarktbeleid (sluitende aanpak volwassenen) is daarmee in 2001 op aansprekende wijze een begin gemaakt.
5.3.1 SLUITENDE AANPAK JONGEREN 0-23
ONDERWIJSACHTERSTANDEN EN ONDERWIJSKANSEN
Onderwijsachterstanden zijn "die negatieve effecten op de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen, die het
gevolg zijn van sociale, economische en/of culturele omstandigheden". Het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
(GOA) is een beleid met zowel een preventief als curatief karakter en met als doel alle leerlingen maximale kansen in
het onderwijs, en daarmee op een goede maatschappelijke toekomst, te geven. De afgelopen jaren lag het accent van
de GOA-activiteiten van scholen en instellingen op de na- en naastschoolse activiteiten, het bestrijden en verminderen
van dreigende schooluitval en op activiteiten voor allochtone leerlingen.
Aan de nieuwe plannen ter bestrijding van achterstanden, opgenomen in het door het Rijk ingegeven onderwijs-
kansenbeleid (OKB), nemen in Leeuwarden drie basisscholen deel, te weten de Prins Mauritsschool, de Potmarge en
de locatie Bilgaard van de Vrijheid.
Op basis van een analyse van de schoolsituatie (onder ander door de Onderwijsinspectie) dienen de scholen zoge
noemde schoolontwikkelingsplannen op te stellen teneinde met gerichte maatregelen de kwaliteit van het onderwijs
te verbeteren en daarmee de prestaties van leerlingen te verhogen. Voor de extra begeleiding van de scholen en de
coördinatie van de uitvoering is het GCO Fryslan ingeschakeld.
ZORG- EN RISICOLEERLINGEN
Van alle leerlingen doorloopt circa 90% de school vrijwel probleemloos; 10% heeft bijzondere aandacht nodig en wordt
aangeduid als zorg- en/of risicoleerling. Het aantal zorg- en/of risicoleerlingen stijgt binnen het reguliere onderwijs.
Coördinatie en afstemming van aanwezige en gewenste zorgactiviteiten en zorgvoorzieningen is cruciaal in de aanpak
om de maatschappelijke kansen van deze leerlingen te vergroten.
Door de ontwikkeling van een Monitor Zorginformatie 0-23 jarigen kunnen deze leerlingen in een zo vroeg mogelijk
stadium worden gesignaleerd en kan op een gecoördineerde en efficiënte wijze hulp worden geboden. Maatregelen die
daarvoor zijn getroffen, betreffen het voorhanden zijn van een zorgcoördinator op alle scholen voor voortgezet onder
wijs en vervolgonderwijs, het uitbreiden van de beschikbaarheid van schoolmaatschappelijk werk, de schoolarts en de
logopedische screening.
5.3.2 SLUITENDE AANPAK VOLWASSENEN
De sluitende aanpak volwassenen is gericht op het voorkomen van langdurige werkloosheid. Alle werklozen die niet zelf
aan het werk kunnen komen, krijgen binnen 12 maanden een arbeidsmarktgericht aanbod. Vaak doorlopen ze een
(reïntegratie)traject om hun achterstandspositie om te zetten in nieuwe kansen. Met deze inzet, een maatwerkpakket
voor de individuele hulpvrager, is de verwachting dat werklozen kwalitatief betere en effectievere hulp krijgen.
AGENDA VOOR DE TOEKOMST
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heb
ben begin 2001 een gezamenlijke Agenda voor de Toekomst opgesteld. Centraal in de Agenda staat de ambitie van
beide partijen om een extra inspanning te leveren om elke (bijstands-)cliënt, hetzij in het arbeidsproces op te nemen,
hetzij maatschappelijk te laten participeren.
Op basis van deze Agenda voor de Toekomst hebben de G26-gemeenten (waaronder Leeuwarden) de Agenda concreet
ingevuld met een Plan van Aanpak voor de periode 2001-2004. Het plan omvat een aantal inspannings- en resultaat
verplichtingen voor de G26 en het ministerie om een sluitende keten van arbeidsmarkttoeleiding, maatschappelijke
Inleiding
Terugblik
Economische pijler
Fysieke pijler
Bedrijf
participatie en zorg- en hulpverlening te bereiken. Er zijn afspraken gemaakt over de vermindering van het bijstands
bestand, het aantal te realiseren reïntegratietrajecten en de gemiddelde uitstroomscore. Het ministerie van SZW stelt
een prestatievergoeding voor de uitvoeringskosten van het casemanagement (klantbegeleiding) tegenover het aantal
gerealiseerde trajecten. Begin 2002 zal de gemeenteraad van Leeuwarden de lokale uitwerking van de Agenda voor de
Toekomst behandelen.
REÏNTEGRATIE VAN WERKLOZEN
Leeuwarden is in 2001 voortvarend verder gegaan met de reïntegratie van werklozen met een bijstandsuitkering. In
totaal kregen 912 mensen een traject aangeboden.
In het volgende overzicht wordt een vergelijking gemaakt tussen de op de begrotingsbasis 2001 geplande prestaties op
het gebied van de reïntegratie fase 2/3 en 4 en de werkelijk gerealiseerde prestaties.
Gerealiseerd aantal
nieuwe trajecten
439 O
0)
Soort dienstverlening Voorgenomen aantal Gerealiseerd aantal Verschil
nieuwe trajecten
Fase 2/3 23+ 430
(incl. zelfstandigen)
Fase 2/3 23- 170
Fase 4 (incl. Melkert III,
kansentrajecten en
wao/abw trajecten) 640 473 167
Totaal 1240 912 328
O dit aantal is inclusief fase 2/3 23- en inclusief fase 2/3 rea (arbeidsongeschikten)
Geconstateerd kan worden dat de gerealiseerde prestaties bij de geraamde begrotingsprestaties zijn achtergebleven. De
begrotingsprestaties waren echter een schatting. Op basis van het beschikbare WlW-budget (wet inschakeling werk
zoekenden) zijn in 2001 trajectafspraken gemaakt met reïntegratiebedrijven die lager waren dan waarvan in de begro
ting was uitgegaan. Die trajectafspraken zijn grotendeels gerealiseerd. Andere verklaringen voor het achterblijven van de
prestaties zijn een groeiend aantal terugmeldingen van cliënten voor wie geen plan kan worden gemaakt en de 'moei
lijkheidsgraad' van de cliënten waardoor het langer duurt voor er een goedgekeurd trajectplan ligt.
BIJZONDERE PROJECTEN EN TRAJECTEN
Het project 'kansentrajecten georganiseerd' beoogt een sluitende keten van zorg, hulp, activering en toeleiding te orga
niseren rondom de meest kwetsbare doelgroep: dak- en thuislozen, verslaafden en mensen met een achtergrond in de
GGZ. In totaal zijn er 21 cliënten in traject genomen. Na afloop van het project, medio 2002, zal het worden geëvalueerd.
Het reïntegratiebureau KISS heeft een reïntegratieproject voor 12 personen met een gecombineerde bijstands- en WAO-
uitkering uitgevoerd. Nieuw aan dit project is dat een persoonlijke, intensieve benadering de inzet van trajecten kan ver
snellen. Resultaat: 30% uitstroom. Gemeente, GAK, UWV en KISS onderzoeken de mogelijkheden om het project in
2002 een vervolg te geven.
Voorts werden 64 trajecten (re)ïntegratie arbeidsongeschikten (rea) gestart. In het bestand van sociale zaken waren
deze klanten gefaseerd in fase 2/3. Eenmaal in traject bleek het vaak om fase 4-cliënten te gaan. Het rea-instrumenta-
rium gaat per 2002 ingrijpend veranderen. Gemeenten zijn niet langer verantwoordelijk voor het doen van rea-indica-
ties en het verstrekken van voorzieningen. Deze verantwoordelijkheid gaat over naar de UWV. In plaats van voorzienin
gen die in geld worden uitgekeerd krijgt de werkgever fiscale voordelen als hij een rea-gerechtigde in dienst neemt.