Resultaatbestemming Risicoparagraaf Financiële positie Rekening en resultaat Balans Risicoparagraaf Accountantsverklarii Het jaar 2001 werd afgesloten met een negatief resultaat van 8.858.000. Aangezien bij de begroting 2001 uitgegaan werd van een negatief resultaat van 11.486.000 is dit resultaat 2.628.000 gunstiger dan begroot. Voorgesteld wordt dit meevallende resultaat volledig toe te voegen aan de Algemene Reserve. Dit impliceert dat, con form de op dat punt gemaakte afspraak tijdens de collegevorming en in afwijking van voorgaande jaren, geen storting in de dienstegalisatiereserves wordt voorgesteld. In relatie tot het beëindigen van de dotaties aan de dienstegalisatie- reserves merken wij nog het volgende op. Momenteel wordt er binnen het ambtelijk apparaat langs diverse sporen intensief gewerkt aan verschillende verbetertrajecten voortvloeiende uit de vorig jaar uitgevoerde brede risicogebieden (zelfanalyse). Naar verwachting zal de implementatie van de verbetertrajecten gepaard gaan met een verhoogde mid- deleninzet die niet binnen de bestaande budgetverhoudingen kan worden vrijgemaakt. Dit betekent dat een onder bouwde aanvraag voor deze extra middelen zal worden meegewogen bij de totstandkoming van de perspectiefnota 2003-2006. Financiële positie Rekening en resultaat Balans Resultaatbestemming Accountantsverklaring Alvorens in te gaan op de risico's die direct verband houden met de financiële positie, wordt in deze inleidende para graaf allereerst ingegaan op aspecten van rechtmatigheid en doelmatigheid. 11.1 Rechtmatigheid en doelmatigheid In het begin van het verslagjaar is de beheersverordening door de raad vastgesteld waarin de hoofdlijnen voor recht matig beheer en een doelmatig functioneren van de organisatie zijn vastgelegd. Ter verbetering van de doelmatigheid en ter verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente zijn doelmatigheidsonderzoeken en INK- positiebepalingen uitgevoerd naast maatregelen ter verbetering van de planning en controlcyclus en de stroomlijning van bedrijfsprocessen. Door de in de loop van het jaar opgetreden problemen rond de onroerende zaakbelasting zijn de activiteiten tot verbetering geïntensiveerd en hebben zich geconcentreerd op de zelfanalyse risicogebieden en de daaruit voortvloeiende verbeteringsmaatregelen. In 2002 zullen al deze trajecten worden geïntegreerd en zal ook risicomanagement een vast onderdeel gaan uitmaken van de planning en controlcyclus. 11.2 Risico's Hieronder worden alleen die risico's gepresenteerd die van substantiële betekenis zijn, gezien het balanstotaal dan wel de financiële positie, en derhalve geen signaleringslijst van alles wat wel eens tegen zou kunnen vallen. Een belangrijk deel van deze risico's is ook gemeld in vorige jaarverslagen, maar is nog steeds actueel. 11.2.1 INVOERING VAN HET BTW COMPENSATIEFONDS In het parlement is een wet in behandeling, waardoor bij inwerkingtreding in 2003 gemeenten belastingplichtig wor den voor een belasting gelijk aan de omzetbelasting voor het bedrijfsleven. Deze regeling (het BTW-compensatiefonds) moet bewerkstelligen dat beslissingen over zelf doen of uitbesteden fiscaal budgettair neutraal zijn. De keuze kan dan worden gedaan voor de efficiëntste en effectiefste handelwijze zonder dat de belastingen daarbij als verstorende factor optreden. Gemeenten zullen door deze regeling de belasting terugkrijgen die zij op inkoopnota's betalen. De regeling is derhalve gunstig voor gemeenten. Om dat te compenseren wordt er een korting toegepast op het Gemeentefonds. Daarmee wordt beoogd dat, op tijdstip van in werking treden van de regeling, het BTW-compensatiefonds budgettair neutraal voor gemeenten en Rijk wordt ingevoerd. Ook als de regeling voor de totaliteit van gemeenten budgettair neu traal wordt ingevoerd zegt dat nog niets over de effecten voor iedere specifieke gemeente. Ook bij een zogenaamde budgettair neutrale invoering zijn er echter problemen. De rijksoverheid rekent in kasstromen, de gemeentelijke over heid met het baten- en lastenstelsel. Dat betekent dat de omzetbelasting op investeringen ineens wordt verrekend in het gemeentefonds. De budgettaire besparing voor de gemeente op de kapitaallasten komt echter eerst over de totale levensduur van de investering tot uiting. Dat betekent dat de eerste jaren van de invoering van dit stelsel met omvang rijke tekorten moet worden gerekend. Ter compensatie daarvan zal over 2003 nog geen korting op het gemeentefonds

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 158