Rekening 2001 Concern
X 1.000,-
Product
Beleidsproduct
Begroting
Rekening
Verschil
code
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
2001
420
Basis- en voortgezet onderwijs
18.604
17.323
-1.282
22.330
20.975
-1.355
-74
470
Hoger onderwijs
168
0
-168
189
0
-189
-21
480
Gemeenschappelijke baten en lasten
14.311
6.155
-8.157
14.831
6.935
-7.896
260
482
Volwasseneducatie
1.289
1.111
-178
1.282
1.143
-139
39
Totaal Onderwijs
34.373
24.588
-9.785
38.633
29.053
-9.580
205
Toelichting
420 Basis- en voortgezet onderwijs 74.000 Nadeel).
Het nadeel wordt veroorzaakt door een hogere opslag voor concemoverhead. In de inleiding is reeds ingegaan op
de wijze waarop de concemoverhead wordt toegerekend. Omdat de de werkelijke lasten veel hoger zijn dan de
begrote lasten (hier staan overigens extra rijksbijdragen voor eenzelfde bedrag tegenover) is de opslag voor
concemoverhead ook hoger.
480 Gemeenschappelijke baten en lasten 260.000 Voordeel).
Het voordeel op dit product kan als volgt worden verklaard:
lagere rente- en afschrijvingslasten
122.000
V
lagere Onroerende- Zaakbelastingen (OZB)
157.000
V
lagere personeelskosten Regionale Meld en Coördinatiefunctie
130.000
V
hogere apparaatskosten
117.000
N
diverse kleinere mee- en tegenvallers
e
32.000
N
totaal
260.000
V
In 2001 was sprake van een voordeel op rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) van circa 122.000 als
gevolg van lagere investeringen en door het feit dat investeringen veelal later worden uitgevoerd dan het moment
dat kredieten beschikbaar worden gesteld door de gemeenteraad. Zodoende ontstond een totale besparing op
kapitaallasten van 1.322.000. Omdat in de onderwijshuisvestingsnota "Scholen onder dak" is besloten de
afschrijvingssystematiek aan te passen, wordt ingaande 2001 lineair afgeschreven in plaats van door middel van
annuïteiten. Derhalve is het jaar 2001 eenmalig belast met een bedrag aan inhaalafschrijvingen van ruim
1.200.000, zodat per saldo een voordeel resteert op de post kapitaallasten van 122.000.
Als gevolg van een verlaging van de OZB-tarieven in 2001 werd over 2001 incidenteel een voordeel
gerealiseerd van circa 157.000 op de kosten OZB.
De gemeente Leeuwarden is met betrekking tot de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) voor de regio
Friesland-Noord contactgemeente. Deze functie brengt met zich mee dat de gemeente de ontvangen rijksgelden
beheert. De personele kosten die met dit beheer samenhangen worden voor een deel vergoed door het Rijk. Het
niet vergoede deel komt in beginsel voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Omdat in 2001 de kosten niet
rechtstreeks zijn verantwoord op dit product maar op een kostenplaats ontstaat op dit product een incidenteel
voordeel van 130.000.
De doorberekende concemoverhead was in 2001 105.000 hoger (zie toelichting in inleiding).
Diverse kleinere voor- en nadelen leverden per saldo een klein nadeel op van ongeveer 32.000.
Het betreft ondermeer de vervanging van beveiligingsinstallaties 40.000 N), de afrekening van het
leerlingenvervoer 2000/2001 en wachtgelduitkeringen ten behoeve van voormalig personeel GCO 15.000 N).
58
Rekening 2001
Concern
x €1.000,-
Product
code
Beleidsproduct
Lasten
Begroting
Baten
Saldo
Rekening
Lasten Baten
Saldo
Verschil
2001
530
Sport
23
0
-23
9
0
-9
14
535
Sport en ontspanning
5.201
467
-4.734
5.235
448
-4.787
-53
541
Oudheidkunde/musea
2.355
573
-1.782
1.998
299
-1.699
83
545
Kunst en cultuur
7.350
799
-6.551
7.736
968
-6.768
-217
560
Maatschappelijke leefbaarheid en
openluchtrecreatie
6384
434
-5.950
6.621
533
-6.088
-138
580
Overige cultuur en recreatie
85
0
-85
80
5
-74
10
Totaal Cultuur en Recreatie
21398
2.273
-19.125
21.680
2.254
-19.426
-301
Toelichting:
535 Sport en ontspanning 53.000 Nadeel).
Het nadeel van 53.000 wordt met name veroorzaakt door de nog niet gerealiseerde bezuinigingstaakstelling op
sporthallen 45.000 N), extra onderhoudskosten aan het zwembad "Het Kalverdijkje" in verband met uitstel
van investeringen 45.000 N) en hogere kosten van voormalig personeel 21.000 N).
Vanwege het nog niet volledig realiseren van voorgenomen investeringen in speelruimten is daarentegen een
beparing gerealiseerd op rente- en afschrijvingskosten van 70.000).
541 Oudheidkunde/musea 83.000 Voordeel).
Het voordeel op dit product wordt met name veroorzaakt door lagere personeelslasten als gevolg
van een vacature bij monumentenzorg, lagere uitgaven voor tentoonstellingen, symposia en overige aanverwante
activiteiten cultuurhistorisch beheer en een niet begrote bijdrage van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in
het kader van het Besluit Restauratie Rijksmonumenten (BRRM) en door lagere apparaatskosten.
Wegens het wegwerken van achterstanden en een intensievere aanpak van de educatieve projecten
(tentoonstellingen, Kneppelffeed, open monumentendag) zijn bij het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL)
extra kosten gemaakt van in totaal 104.000, ondermeer ten behoeve van inhuur van personeel. Aan een
hiervoor gevormde voorziening werd een bedrag onttrokken van 122.000.
545 Kunst en cultuur 217.000 Nadeel).
Het nadeel op dit product kan als volgt worden gespecificeerd:
- kosten museum "Het Princessehof
- lagere subsidieafrekening stadsschouwburg "De Harmonie"
- kosten nota "Kunst en cultuur"
- hogere apparaatskosten
totaal
207.000 N
74.000 B
22.000 N
62.000 N
217.000 N
59