Blad 2 Na een periode van vijf jaar (huidige periode WPO: 1996-2000) worden de voorlopig vastgestelde uitgaven en inkomsten van het openbaar onderwijs getotaliseerd definitief vastgesteld. Indien de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten is er sprake van een overschrijding. Een overschrijding in het openbaar onderwijs leidt tot een uitkering uit gemeentelijke middelen aan hetzelfde soort bijzonder onderwijs. Op grond van de voorlopige vaststelling van de kosten van het openbaar onderwijs van een jaar kunnen de besturen van het bijzonder onderwijs aanspraak maken op een voorschot van de overschrijdingsuitkering van de vijfjaarlijkse afrekening. De voorlopige vaststelling van de kosten van het openbaar onderwijs van een jaar is tevens uitgangspunt voor de berekening van een eventuele dotatie aan de "Reserve overschrijdingsuitkeringen" Uit de voorlopige vaststelling van de kosten van het openbaar onderwijs voor het jaar 2000 blijkt geen overschrij ding Wij stellen u voor te besluiten conform de bijgevoegde concept-besluit Leeuwarden, 13 juni 2002. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drA.J. Hofman, secretaris. Nummer 16659 PB/JG DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juni 2002 (bijlage nr. 107); gelet op artikel 144 van de Wet op het Primair Onderwijs; BESLUIT: a. 1. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de personeelskosten op 8.896.928,52; 2. het totaal van de uitgaven voor niet verbruikte formatierekeneenheden op 57.17 4,38. b. het totaal van de uitgaven ten behoeve van de nascholing op 69.620,62; c. het totaal van de bedragen dat in het voorafgaande kalenderjaar is uitgegeven ten behoeve van de materiële instandhouding op 1.105.442,20; d. het totaal van de ontvangsten: 1. bedoeld in artikel 137, derde lid op 8.896.928,52 en 2. voor niet verbruikte formatierekeneenheden, bedoeld in artikel 137, eerste lid onder b: op 57.174,38; e. het totaal van de ontvangsten ten behoeve van nascholing op 69.620,62; f. het totaal van de ontvangsten ten behoeve van de materiële instandhouding op 1.105.442,20; g. het totaal van de aanvullende ontvangsten waaronder wordt verstaan de bedragen die krachtens artikel 135 voor de voorzieningen ten behoeve van de materiële instandhouding op f 0,-; h. het totaal van de bedragen dat in het voorafgaande kalenderjaar is uitgegeven ten behoeve van de instandhouding van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 68; i. het totaal van de ontvangsten op grond van artikel 134, tweede lid, tweede volzin, op 12.940,-;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 20