TITEL 6
Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van
scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Artikel 25
Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer
met begeleiding
1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten
van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de
leerling die een basisschool, speciale school voor
basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs
bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of
zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar
vervoer gebruik kan maken.
2. Indien het college de in het vorig lid bedoelde aanvraag
niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de
beschikking het advies van de permanente commissie
leerlingenzorg of de ambulante begeleider en eventueel
het advies van andere deskundigen te betrekken.
3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk
begeleidt, komen slecht de kosten van het openbaar
vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging
in aanmerking.
1
2
Artikel 26
Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerlingen die een
basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een
school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een
lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op
ander vervoer dan openbaar vervoer is aangewezen.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag
niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de
beschikking het advies van de permanente commissie
leerlingenzorg of de ambulante begeleider
en eventueel het advies van andere deskundigen te
betrekken
Artikel 27
Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de
vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag
toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te
Cl
*r
ien roestemming ingevolge net eerste lid aan de ouders
cilege aan c
eren or laten vervoeren:
-r,^jen - oesteimma maevorae
- d bekostigt 'net college aan de ouders die een
bedrag op basis van de kosten van het openbaar
veer indien aanspraak zou bestaan op
ostiging op casis van de kosten van het openbaar
voer, behoudens het bepaalde in het
12
4
b.een bedrag op basis van de kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling
binnenland, indien aanspraak zou bestaan op
bekostiging van de kosten van aangepast vervoer,
behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders
is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer
dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten
vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een
kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de
Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het
vierde lid.
Aan de ouders die één of meer leerlingen later vervoeren
door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer
van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid
van de Reisregeling binnenland, wordt door het college
geen bekostiging verstrekt.
TITEL 7
Slotbepalingen
Artikel 28
Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer
betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college
Artikel 29
Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders
afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na
advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie
leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale
verwijzingscommissie en eventueel andere deskundigen.
Artikel 30
Overgangregeling
Voor een leerling ais bedoeld in titel 6 voor wie in het
schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet Rea een
vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een
voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een
voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een
leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat
wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak
bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de
schooi die de leerling in het schooljaar 2001-2002
bezocht
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of
praktij konaerwij. s die in het schooljaar
2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school
voer speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend
onderwijs, praktijkonaerwijs of een opdc, blijft
aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar
de schooi of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-
2002 bezocht, indien de afstand van de woning naar de
school meer dan zes kilometer bedraagt.
13