Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de
gemeenteraad
Artikel 19
Notulen
1De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de
leden van de raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De
ontwerpnotulen worden gelijktijdig aan de overige personen die het woord gevoerd
hebben, toegezonden;
2. Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de notulen van de vorige
vergadering vastgesteld;
3. De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht,
een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden
bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot
verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden
ingediend;
4. De notulen moeten inhouden:
a. de namen van de voorzitter, de griffier, de secretaris, de wethouders en de ter
vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige
personen die het woord gevoerd hebben;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van
de aanwezigen die het woord voerden;
d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke
stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening
van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van
stemming hebben onthouden;
e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van
orde, moties, amendementen en subamendementen;
f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen
aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de raad is toegestaan deel
te nemen aan de beraadslagingen;
5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier;
6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend;
Artikel 20
Ingekomen stukken
1Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het
college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van
de raad toegezonden en ter inzage gelegd;
2. Na de vaststelling van de notulen stelt de raad op voorstel van de voorzitter de
wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.
Artikel 21
Spreekregels
1De leden van de raad en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de
spreekplaats en richten zich tot de voorzitter:
2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden van de raad en
de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.
8
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de
gemeenteraad
Artikel 22
Volgorde sprekers
1Een lid van de raad voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem
verkregen te hebben;
2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een lid van de raad het
woord vraagt over de orde van de vergadering.
Artikel 23
Aantal spreektermijnen
1De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee
termijnen, tenzij de raad anders beslist;
2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten;
3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde
onderwerp of voorstel;
4. Het derde lid is niet van toepassing op:
a. de rapporteur van een commissie;
b. het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft
ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel;
5 Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het
woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van
orde.
Artikel 24
Spreektijd
De voorzitter van de raad kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de
overige aanwezigen.
Artikel 25
Handhaving orde; schorsing
1Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te
herinneren;
b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere
interrupties zijn betoog zal afronden;
2. Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft,
afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk
interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot
de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de
voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het
aanhangige onderwerp het woord ontzeggen;
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te
bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord
- de vergadering sluiten:
9