Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad HOOFDSTUK 6 COMMISSIES Artikel 45 Raadscommissie(s) 1De raad kan een of meerdere raadscommissies voor overleg en voorbereiding instellen; 2. Bij de keuze voor één commissie bestaat deze uit alleen raadsleden. Bij meerdere commissies worden de raadsleden naar grootte van fracties verdeeld over de commissies; 3. De fractie kan indien is besloten tot het instellen van meer dan één commissie een plaatsvervangend lid benoemen; 4. De fractie kan voor iedere raadscommissie ten minste een plaatsvervangend lid per fractie aanwijzen, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid heeft geen stemrecht en voldoet verder aan de in het vijfde lid, genoemde vereisten; 5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het vierde lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de eerste opvolgingsplaatsen van de kandidatenlijst van een fractie; 6 Instelling, taak, bevoegdheden en werkwijze worden geregeld bij afzonderlijke verordening. Artikel 46 Tijdelijke commissies 1. De raad kan besluiten tijdelijke commissies in te stellen ter voorbereiding van de besluitvorming over specifieke onderwerpen: 2. In deze commissies zijn alle fracties vertegenwoordigd; 3. De raad kan besluiten dat ten hoogste vier niet-raadsleden deel uitmaken van de commissie, waaronder de voorzitter; 4. Per geval regelt de raad instelling, taak. samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van een commissie. 18 Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad HOOFDSTUK 7 LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES Artikel 47 Verslag, verantwoording 1Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn; 2. leder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 41 zijn van overeenkomstige toepassing; 3. Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 42, zijn van overeenkomstige toepassing; 4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 412