Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN Artikel 55 Uitleg reglement In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het regiement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter. Artikel 56 In werking treden 1. Dit reglement treedt in werking op 26 augustus 2002; 2. Op dat tijdstip vervalt het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 juni 1994. Bijlage 1 Toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 2 De voorzitter De burgemeester is voorzitter van de raad. Artikel 125, derde lid, van de Grondwet en artikel 9 van de Gemeentewet schrijven dit dwingend voor. In het gewijzigde artikel 77, eerste lid, is bepaald dat het oudste raadslid in anciënniteit het raadsvoorzitterschap waarneemt bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester. Daarnaast heeft de raad altijd de mogelijkheid zelf te kiezen voor een andere waarnemer. Van deze gelegenheid is door de raad van de gemeente Leeuwarden gebruik gemaakt in de vergadering d.d. 14 maart 2002. Overigens geldt ditzelfde regime in het geval dat alle wethouders afwezig zijn voor de waarneming van het ambt van de burgemeester. De burgemeester heeft het recht op grond van artikel 21 van de Gemeentewet in de vergadering aan de beraadslaging deel te nemen. Als voorzitter zorgt hij onder andere voor de handhaving van de orde in de vergadering. Artikel 3 De griffier De Gemeentewet eist dat de raad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid). In het tweede lid is daarover een bepaling opgenomen. In verband met artikel 22 Gemeentewet (verschoningsrecht) is in het derde lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging. Artikel 4 De secretaris De secretaris houdt zich voornamelijk bezig met de ondersteuning van het college en het leiden van de ambtelijke organisatie. In het kader van die twee taken kan het tevens wenselijk zijn dat de secretaris deelneemt aan de beraadslagingen van de raad. De secretaris wordt echter benoemd en ontslagen door het college. Dit houdt in dat de raad de secretaris niet kan dwingen om in de raad aanwezig te zijn. De raad zal het college moeten verzoeken of het college de secretaris opdraagt in de vergadering aanwezig te zijn om aan de beraadslagingen deel te nemen. Op deze wijze kan de raad onder meer een beroep doen op kennis en informatie, die de secretaris bezit of kan de secretaris bijvoorbeeld deelnemen aan een discussie over het functioneren van de gemeentelijke organisatie. Artikel 5 en 5 a Het presidium De raad zorgt voor zijn eigen agenda. Voor een goed verloop van de raads(- en commissie) vergaderingen is het gewenst een presidium in te stellen die zorgt draagt voor de voorbereiding van de vergaderingen. Deze taak wordt uitgevoerd door de voorzitter en de fractievoorzitters. De griffier is daarbij aanwezig; de aanwezigheid van de secretaris is praktisch met het oog op de door de ambtelijke organisatie te verrichten taken ten behoeve van de raad. Overigens is het de raad zelf die uiteindelijke beslist over de agenda (zie artikel 10, lid 3). Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven ,Uet de geloofsbrief geeft de voorzitter van het centraal stembureau aan de benoemde kennis van zijn benoeming. Bij deze brief moeten enkele in de Kieswet vereiste stukken worden gevoegd, waaruit blijkt, dat de benoemde voldoet aan de eisen om als lid van de raad toegelaten te kunnen worden. Het onderzoek van de geloofsbrieven moet in een openbare vergadering gebeuren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 414