Verordening op de raadscommissies
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 15
Presentielijst
De commissie griffier maakt een lijst van de aanwezige leden, genodigden en
insprekers.
Artikel 16
Opening vergadering; quorum
1De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden
aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing
van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een
tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep
is gelegen.
3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.
De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of
besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting
hebbende leden aanwezig is.
Artikel 17
Spreekrecht burgers
1Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk
gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde
onderwerpen.
2. Het woord kan niet gevoerd worden over:
a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of
heeft opengestaan;
b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit vóór 12.00 uur op de
dag van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en
telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van
de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de
spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De
voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van
de spreektijd.
6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De
voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de
burger.
Verordening op de raadscommissies
Artikel 18
Notulen
1De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de
leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerp-notulen
worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd
hebben, toegezonden.
2. Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige
vergadering vastgesteld.
3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht bij de
vaststelling van de notulen, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de
raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk
weergeven hetgeen gezegd of besloten is.
4. De notulen moeten inhouden:
a. de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en
de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover
aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben,
afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren.
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der
aanwezigen die het woord voerden;
d. een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van
de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met
aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;
e. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen
aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is
toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier
ondertekend.
Artikel 19
Spreekregels
1Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken
vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid
genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 20
Volgorde sprekers
1Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het
aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt
gevraagd over de orde van de vergadering.
9