Verordening op de raadscommissies
Artikel 21
Aantal spreektermijnen
1De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee
termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde
onderwerp of voorstel.
4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het
woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van
orde.
Artikel 22
Spreektijd
De voorzitter kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 23
Voorstellen van orde
1De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel
van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 24
Handhaving orde; schorsing
1Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te
herinneren;
b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere
interrupties zijn betoog zal afronden.
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft,
afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk
interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot
de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter
hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige
onderwerp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te
bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord
- de vergadering sluiten.
4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn
gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de
vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na
aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de
voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien
voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
10
Verordening op de raadscommissies
Artikel 25
Beraadslaging
1De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één
of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de
beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of
de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen
worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 26
Deelname aan de beraadslaging door anderen
1De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de
beraadslaging.
2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen
alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt
een aanvang wordt genomen.
Artikel 27
Advies
1Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is
toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan
de raad wordt uitgebracht.
3. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of het voorstel als
hamerstuk of als bespreekpunt op de agenda van de raad wordt opgevoerd.
4. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op
voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.
5. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden
opgenomen.