Verordening op de raadscommissies
Artikel 12
Voor het verzenden van de oproep, stelt het presidium de agenda voorlopig vast.
Uiteindelijk bepaalt de raadscommissie echter zijn eigen agenda. De agenderende rol
van een raadscommissie komt tot uitdrukking in het derde, vierde en vijfde lid. Dit
betekent onder andere dat een raadscommissie kan bepalen dat een onderwerp of
voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of advies aan het college wordt
gezonden. Een raadscommissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp
of voorstel opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel
overleg gevoerd moeten worden met de voorzitter van het presidium en de griffie
Artikel 13
Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter
toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op vaste plaatsen
in de gemeente voor een ieder ter inzage gelegd. In de openbare kennisgeving wordt
vermeld waar de stukken liggen. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente
blijven berusten. Stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd kunnen
leden van raadscommissies bij de griffier inzien.
Artikel 14
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een
raadscommissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de
plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de
daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep en op een
bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd.
Artikel 15
De lijst is van belang voor het bepalen van het quorum en het verslag. Daarnaast is de
presentielijst van belang om de vergoedingen voor de leden van een raadscommissie,
niet zijnde raadsleden te kunnen vaststellen.
Artikel 16
Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de
raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Artikel 16
voorziet hierin. Indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig
is kan worden vergaderd. Het derde lid voorziet in een regeling voor een nieuwe
vergadering indien het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van leden
van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren.
Uiteraard staal op het moment dat de voorzitter bepaalt op welke datum en tijdstip, nog
niet vast op welk moment de schriftelijke oproep uitgaat. Indien er enkele dagen tussen
de twee vergaderingen zit, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur
van tevoren een schriftelijke oproep te versturen. Overigens ligt het in de rede dat de
voorzitter overlegt met de raadscommissie en tof presidium over de datum van een
nieuwe vergadering.
Artikel 17
Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van
de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het
lokaal bestuur.
19
Verordening op de raadscommissies
Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op
die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een
raadscommissie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde
onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die een
raadscommissie aangaan.
In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor
geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de burger
belanghebbende is, kan de burger een bezwaarschrift indienen. Ook kan een burger
beroep instellen bij de rechtbank. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en
aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat
inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen -
de belangen van - kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan
schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers
zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene
wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het
spreekrecht van burgers.
De burgers die wensen in te spreken moeten zich ten minste voor 12 uur op de dag van
de vergadering melden bij de griffier. Dit om eventueel de portefeuillehouder uit te
nodigen voor de vergadering.
In het zesde lid is ervoor gekozen om een burger één maal het woord te geven. De
voorzitter kan de commissie voorstellen om burgers die inspreken een tweede termijn te
geven. Op basis van artikel 18, eerste lid, wordt het verslag ontwerp-notulen
toegezonden aan de burgers die hebben ingesproken.
Artikel 18
De ontwerp-notulen worden tegelijkertijd met de schriftelijk oproep verstuurd aan de
leden en overige personen die het woord gevoerd hebben toegezonden. De voorzitter, de
leden, de collegeleden hebben het recht een voorstel tot wijziging te doen. Het recht om
aanpassing voor te stellen (derde lid) komt ook toe aan de voorzitter, een lid en een
collegelid, dat bij de desbetreffende vergadering niet aanwezig was. Het is aan de
raadscommissie om te beslissen of een voorgestelde wijziging of aanvulling
geaccepteerd wordt, aangezien de raadscommissie de notulen vaststelt. Een afwijzing
van een dergelijk voorstel is niet vatbaar voor beroep (aldus de Afdeling Rechtspraak
van de Raad van State). De notulen bevat een zakelijke samenvatting van hetgeen is
besproken. De commissiegriffier stelt de notulen op, maar de uiteindelijke
verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de griffier op grond van het vijfde lid. Na
vaststelling van de notulen ondertekenen de voorzitter en de commissiegriffier deze.
Artikel 19
Indien er andere sprekers zijn, bepaalt de voorzitter vanaf welke plaats zij spreken.
Artikel 20
Het tweede lid bewerkstelligt dat de voorzitter of een lid, op ieder gewenst moment een
voorstel van orde kan doen. Een voorstel van orde heeft betrekking op hel verloop van
de vergadering. Artikel 23 geeft een regeling voor een voorstel van orde Het tweede lid
heeft geen betrekking op interrupties.
Artikel 21
Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een
spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te
20