Blad 10
een bedrijfswoning op een gezoneerd terrein bij de
vergunningverlening geen rekening behoeft te worden
gehouden, aldus deze reclamanten.
De brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG is
primair gericht op een uitwaartse zonering. Daarbij wordt
uitgegaan van milieubelastende bronnen, zoals geur, stof en
gevaar ten opzichte van een rustige woonwijk, welke bronnen
zijn vertaald in afstanden. Bij bedrijven in
milieucategorie 1 t/m 3, veroorzaakt het geluid de meeste
milieubelasting. Uiteraard wordt de grootste afstand in
acht genomen. De rustige woonwijk is in casu Aldlan-Oost,
die op ruim een kilometer afstand is gelegen. Indien de
brochure ook wordt toegepast op bedrijfswoningen dan mag
een correctie van de afstand worden toegepast volgens een
zogenaamd stappenplan. Nu het in casu niet gaat om een
woning in een rustige woonwijk zou de afstand met één stap
kunnen worden verminderd, aldus reclamanten.
Tevens zou volgens reclamanten nog een correctie met nog
één stap kunnen plaatsvinden, omdat er sprake is van
bedrijfswoningen. Uit de plantoelichting blijkt namelijk
dat door de aard van een bedrijfswoning er minder
beperkingen gelden. Voor een bedrijf in milieucategorie 3
bedraagt de grootste afstand 100 meter. Indien een
correctie wordt toegepast met één of twee stappen dan zou
de grootste afstand van de gevel respectievelijk 50 en 30
meter bedragen. In casu bedraagt de afstand van de gevel
van de bedrijfswoning van reclamanten tot het aan de ten
noorden van de Ceresweg gelegen bedrijfsterrein in een
aantal gevallen meer dan 100 meter. In een drietal gevallen
is sprake van een afstand van meer dan 70 meter. Eén woning
is op een afstand van meer dan 60 meter geprojecteerd.
Gelet hierop worden de huidige bedrijfsactiviteiten van de
omliggende bedrijven niet beperkt door een bedrijfswoning.
Tenslotte wijzen reclamanten op de labeling van het
bedrijventerrein, zoals die in de toelichting is verwoord.
Het beleid van de gemeente kan aldus worden vertaald, dat
er op bedrijventerrein De Hemrik geen plaats is voor
middelzware en zware milieuhinderlijke bedrijven. Gelet
hierop veroorzaakt het toestaan van bedrijfswoningen aan de
Ceresweg geen belemmeringen voor bestaande en nog te
vestigen bedrijven, aldus gesteld door reclamanten.
Reactie
In de eerste plaats willen we ten aanzien van deze bezwaren
benadrukken dat het bedrijventerrein de Hemrik een
bedrijventerrein is dat nog volop in ontwikkeling is. Er is
nog ruimte voor nieuwe bedrijfsvestigingen. Ook hebben veel
gevestigde bedrijven nog fysieke uitbreidingsmogelijkheden.
Op basis daarvan is in het voorliggende bestemmingsplan
gekozen voor een nieuw planologisch regiem dat inspeelt op
deze ontwikkeling en rekening houdt met alle facetten van
een goede ruimtelijke ordening van deze tijd. Uitgangspunt
van het voorliggende bestemmingsplan is dan ook de
prioriteit te leggen bij de zojuist bedoelde
ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven. Daarop negatief
van invloed zijnde factoren dienen dan ook te worden
Blad 11
uitgesloten. Een (bedrijfswoning geldt ais zo'n negatieve
factor. Derhalve is als uitgangspunt gekozen, conform het
bepaalde in de taakopdracht, dat nieuwe bedrijfswoningen in
principe dienen te worden uitgesloten. Er zijn weliswaar
mogelijkheden om bedrijfswoningen toe te staan. In feite is
dat op dit bedrijventerrein ook gebeurd, door het toestaan
van bedrijfswoningen in een daartoe door ons aangegeven
gebied, waarmee de Commissie voor Stadsontwikkeling heeft
ingestemd (rond de jachthaven ten zuiden van de
Avondsterweg)In dit gebied mogen alleen bedrijven uit
bedrijfsklasse I (milieucategorieën 1 en 2) worden
gevestigd. Dit vanwege het feit dat volgens de huidige
inzichten menging van wonen en bedrijven alleen acceptabel
is in gebieden waar de bedrijven een geringe
milieubelasting veroorzaken (maximaal milieucategorie 2).
Tevens kunnen op basis van de milieuwetgeving, zoals
reclamanten zelf ook al aangeven, bedrijfswoningen worden
toegestaan door het toelaten van een hoger geluidsniveau op
een bedrijfswoning. Wij sluiten niet uit dat dit inderdaad
in incidentele gevallen mogelijk zou zijn. In zijn
algemeenheid willen wij echter op voorhand voorkomen dat
bedrijfsontwikkeling wordt belemmerd door de vestiging van
bedrijfswoningen. Om deze reden is ervoor gekozen alleen
bedrijfswoningen toe te staan bij bedrijven die in de
lichte milieucategorieën (1 en 2) vallen. Toestaan van
bedrijfswoningen op de andere delen van bedrijventerrein de
Hemrik zou dus betekenen dat een groot deel van het
bedrijventerrein aangewezen moet worden als gebied waar
alleen lichte bedrijvigheid is toegestaan. Dit zou teveel
beperkingen opleggen. Het uitgangspunt voor de inrichting
van dit bedrijventerrein is immers primair de vestiging en
ontwikkeling van bedrijven.
Om te voorkomen dat er door het toestaan van
bedrijfswoningen in bepaalde gebieden van het terrein
situaties kunnen ontstaan die de ontwikkeling van
bedrijvigheid nu of uiteraard in de toekomst zouden kunnen
frustreren, is op voorhand gekozen geen nieuwe
bedrijfswoningen toe te staan. De bestaande
bedrijfswoningen zijn inbestemd. Een nieuw planologisch
regiem als het voorliggende plan is juist het instrument om
de ruimte (opnieuw) te ordenen. Bij de herinrichting van
het bedrijventerrein de Hemrik hebben wij dit gedaan door
uitdrukkelijk te kiezen voor de in het plan opgenomen
indeling in bedrijfskiassenDeze bedrijfsklasse-indeling
is naar onze mening noodzakelijk, teneinde rekening te
houden met door bedrijven mogelijk te veroorzaken
milieuoverlast buiten het terrein. Dit houdt concreet in
dat in zijn algemeenheid is gekozen voor een indeling,
waarbij langs de randen van het bedrijventerrein
uitsluitend lichte tot middelzware milieubelastende
bedrijven mogen worden gevestigd. Op het centrale deel van
het bedrijventerrein zijn zwaardere vormen van
bedrijvigheid toegestaan. Bij de bedrijfsklasse-indeling is
gebruik gemaakt van de bedrijvenlijst van de VNG "Bedrijven
en milieuzonering" (1999). In deze lijst zijn bedrijven