Blad 20
binnen dertien weken een beslissing moet komen op de
bouwaanvraag
Voorstel
De zienswijzen op dit onderdeel ongegrond verklaren.
Reclamant onder 6f verwijst naar het gegeven dat
Afvalsturing Friesland zonder meer een bouwvergunning is
verleend voor de bouw van haar hoofdkantoor aan de
Hidalgoweg, terwijl op het grootste gedeelte van de
bestemming "Openbaar groen" rust. Een kantoor is net als
een woning een geluidgevoelig object, aldus reclamant.
Reactie
Het feit of er in andere gevallen wel bouwvergunning wordt
verleend is op zich niet beslissend voor de vraag of aan de
bouwaanvraag van reclamanten medewerking kan worden
verleend. Elke aanvraag dient zelfstandig op zijn merites
te worden beoordeeld.
Overigens is hetgeen reclamant stelt over de bouwvergunning
van Afvalsturing Friesland, onjuist. Bij ontvangst van de
aanvraag om bouwvergunning voor het bouwplan van
Afvalsturing Friesland (ASF) aan de Hidalgoweg is namelijk
wel degelijk geconstateerd dat gedeelten van het bouwplan
niet binnen de bouwgrenzen van het vigerende
bestemmingsplan pasten. Derhalve is het bouwplan gesplitst
in drie verschillende aanvragen om bouwvergunning. Het
kantoorgedeelte, wat past binnen zowel het vigerende
bestemmingsplan als het voorliggende bestemmingsplan, is
als eerste aangevraagd en conform verleend. Voor de overige
bebouwing zijn twee aparte aanvragen om bouwvergunning
ingediend, welke de daarvoor bestemde procedures hebben
doorlopen.
Verder vergelijkt reclamant een bedrijfswoning met een
kantoor, vanwege het feit dat beide als een geluidgevoelig
gebouw zijn aan te merken. Op basis van de Wet geluidhinder
en de Wet milieubeheer is geen grenswaarde bepaald voor een
kantoor. In die zin is er geen sprake van een
geluidgevoelig gebouw. Wel is een kantoor in het kader van
de bouwwetgeving geluidgevoelig in die zin dat aan een
bepaalde binnenwaarde moet worden voldaan. In dat kader
wordt verwezen naar het Bouwbesluit.
In ieder geval is een kantoorfunctie niet vergelijkbaar met
een woonfunctie. Het betreft een bedrijfsfunctie die als
passend is beschouwd binnen het bestemmingsplan. Bovendien
is de functie vergelijkbaar met de bouwaanvragen voor
bedrijfsvestiging van reclamant.
Voorstel
De zienswijzen op dit onderdeel ongegrond verklaren.
C. OVERGANGSRECHT
Reclamanten onder 6b, 6c, 6d, 6e en 6h gaan in hun bezwaren
in op het overgangsrecht. Gesteld wordt dat het gebruik als
dienstwoning van een gedeelte van de bedrijfshal niet in
Blad 21
strijd met het vigerende bestemmingsplan. Op grond van net
bepaalde in artikel 9 lid 1 van het Besluit op de
ruimtelijke ordening (Bro) dien" ten behoeve van de
toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het gebied van de
gemeente onderzoek te worden verricht naar de bestaande
toestand en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkelingen
van de gemeente. Het is in strijd met de rechtszekerheid om
een bedrijfswoning onder het regiem van het overgangsrecht
te brengen zonder dat beoogd wordt aan deze situatie binnen
de planperiode een einde te maken via aankoop of
onteigening. Uit de plantoelichting blijkt niet dat de
gemeente voornemens is het pand van cliënt aan te kopen
binnen de planperiode van tien jaren, aldus reclamanten.
Gelet hierop is het in strijd met de rechtszekerheid en met
de een goede ruimtelijke ordening, dat het gebruik onder
het regiem van het overgangsrecht wordt gebrachtBovendien
is er sprake van strijd met de artikelen 9 Bro en 3.2 Awb
Reactie
Uit de beantwoording van de bezwaren, uiteengezet in
onderdeel B, is gebleken dat er wel degelijk sprake is van
strijdigheid met de vigerende bestemming. In alle gevallen
is er, in tegenstelling tot wat reclamanten stellen, sprake
van een bestemming waarin geen bedrijfswoningen mogen
worden gerealiseerd. Concreet betreft het hier de
bestemmingen "Openbaar groen", Verkeersdoeleinden en/of
"Spoorwegdoeleinden". Hierdoor is wraking een volkomen
aanvaardbaar wettelijk middel om te voorkomen dat illegale
situaties onder het overgangsrecht van het regiem van het
voorliggende bestemmingsplan vallen.
Van een overgangsrechtsituatie zal dus geen sprake zijn,
omdat de woningen al in strijd zijn met het vigerende
planologische regiem. Van strijdigheid met de
rechtszekerheid, een goede ruimtelijke ordening en strijd
met de artikelen 9 Bro en Awb is derhalve geen sprake.
Overigens is in het voorliggende bestemmingsplan in de
overgangsbepalingen opgenomen dat illegale bouwwerken en
illegaal gebruik een uitzondering op het overgangsrecht
vormen en niet hieronder vallen (artikel 20 lid D en lid
E)
Voorstel
De zienswijzen op dit onderdeel ongegrond verklaren.
Ad 7. BMD Advies namens Vriemee BV te Stiens,
vestigingslocatie Ceresweg 30.
BMD Advies heeft bezwaar tegen het uitsluiten van de
woonfunctie, terwijl een bedrijfswoning vanuit
bedrijfsvoering noodzakelijk is. Gewerkt wordt met een
storingsgevoelige machine (extruder)Vanwege continue
dienst (24 uur) is het noodzakelijk dat de onbemand
draaiende machine bij een storingsgevoeligheid van 2-10
storingen per dag, onmiddellijk weer op gang wordt
gebracht