Nummer 22 07 9 RB/TH DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; OVERWEGENDE; dat het ontwerp-bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Hemrik" overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met ingang van 2 mei 2002 gedurende vier weken met alle bijbehorende stukken voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat met betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan schriftelijk zienswijzen kenbaar zijn gemaakt; dat de inbrengers van de zienswijzen op 4 september 2002 in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen nader toe te lichten bij de Commissie Ruimtelijke Ordening, fungerend als hoorcommissie namens de gemeenteraad; dat ten aanzien van de ontvankelijkheid en de besluitvorming over de zienswijzen door Burgemeester en Wethouders een met redenen omkleed voorstel aan de raad is gedaan, zijnde het voorstel met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Hemrik", d.d. 20 augustus 2002 (bijlage nr. 148); dat de raad zich kan verenigen met het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders en de daaraan ten grondslag liggende motieven ten aanzien van de zienswijzen, alsmede de ambtshalve wijzigingen, en de naar aanleiding daarvan voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan; gelet op het bepaalde in artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT I. op de kenbaar gemaakte zienswijzen te beslissen overeenkomstig het bij dit besluit behorende voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 20 augustus 2002;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 488