2 Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 PARTIJEN: De provincie Fryslan, zijnde bevoegd gezag ingevolge de Wet bodembescherming (Wbb), gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende aan de Tweebaksmarkt 52 te Leeuwarden, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin de heerdrs. E.H.T.M. Nijpels, handelende ter uitvoering van het besluit (12 maart 2002, registratienummer 473527) van Gedeputeerde Staten, hierna te noemen: 'de provincie' en De gemeente Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende aan het Oldehoofsterkerkhof 2 te Leeuwarden, vertegenwoordigd door de burgemeester mevrouw M. de Boer, handelende ter uitvoering van het besluit (12 maart 2002, notanummer 4513) van het college van Burgemeester en Wethouders, hierna te noemen: 'de gemeente' HET VOLGENDE IN OVERWEGING NEMEND: 1In 1997 verscheen het 'Kabinetsstandpunt over de vernieuwing van het bodemsaneringsbeleid'. Een belangrijk voornemen daarin betrof het vergroten van de slagvaardigheid van de overheid op bodemgebied, onder andere door het meer structureel mogelijk maken van het overdragen van taken en bevoegdheden van provincies aan gemeenten. 2. Als onderdeel van het 'Uitvoeringsprogramma beleidsvernieuwing bodemsanering' (UPR- BEVER) is het overdragen van taken en bevoegdheden vervolgens uitgewerkt, hetgeen resulteerde in een door het DUIV-overleg 1 op 17 februari 2000 aanvaard voorstel voor het overdragen van alle bodemtaken en -bevoegdheden, die er op grond van de Wet bodembescherming (Wbb) zijn, van de provincies naar de rechtstreekse ISV-gemeenten2, waarvan de gemeente er één is. 3. Vervolgens zond de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) een brief aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van deze gemeenten, waarin hij vroeg om aan te geven of en wanneer men alle taken en bevoegdheden op zich zou willen nemen. 4. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente heeft de minister, handelende ter uitvoering van het besluit van de raad van 11 september 2000 geantwoord, dat zij voor haar grondgebied alle taken en bevoegdheden van de Wbb per 1-1-2003 op zich wil nemen. 1 Het periodieke overleg van het Directoraat Generaal Milieubeheer van het Ministerie van VROM, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 2 Dit zijn de 30 grootste gemeenten van Nederland, inclusief de vier grote steden die reeds enkele jaren over alle taken en bevoegdheden van de Wbb beschikken. De afkorting ISV staat voor Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Dit is een integraal budget dat gemeenten krijgen op grond van de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) en waaruit zij onder andere bodemsanering kunnen bekostigen. Op grond van de Wsv hadden rechtstreekse gemeenten al enkele taken en bevoegdheden van de Wbb voor wat betreft de uitvoering van bodemsanering in het stedelijk gebied gekregen. 5. Vervolgens is op 22 december 2000 het Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming (Stb. 591, 2000) in werking getreden. Hierdoor worden per 1-1-2003 de taken en bevoegdheden die de Wet bodembescherming aan de provincie heeft opgedragen, geattribueerd (bij wet toegedeeld) aan de gemeente, waarmee de overdracht van de bevoegd gezagtaken aan de gemeente per 1-1-2003 een wettelijke grondslag heeft verkregen. 6. In formele zin is geen sprake van overdracht van taken en bevoegdheden van de provincie aan de gemeente. Door de hierboven genoemde AMvB van 12 december 2000 worden de taken en bevoegdheden bij de provincie weggenomen en tegelijkertijd aan de gemeente geattribueerd (bij wet toegedeeld). Overal waar vanwege de leesbaarheid staat "overdracht" dient men dit te lezen in de hier beschreven context. 7. Ter voorbereiding van de overdracht van de bevoegd gezag taken als hierboven is bedoeld zijn partijen in goed overleg nagegaan wat de consequenties en te nemen stappen in verband met de overdracht nagegaan. De resultaten van dit overleg zijn neergelegd in het rapport "Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente Leeuwarden in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing. KOMEN OVEREEN: Partijen nemen kennis van het rapport "Project overdracht provinciale bevoegdheden Wet bodembescherming aan de gemeente Leeuwarden in samenhang met de Wet op de stedelijke vernieuwing" en stemmen in met bijlage 3 van dit rapport "Gezamenlijk werkplan provincie en gemeente" (hierna Plan van aanpak). Dit Plan van aanpak maakt integraal deel uit van deze overeenkomst. 4 De gemeente zal met in achtneming van de geldende procedures met betrekking tot het aannemen van personeel medewerkers van de provincie van wie de werkgelegenheid als gevolg van de overdracht in gevaar komt gelegenheid bieden te solliciteren als interne kandidaat naar in dit kader beschikbaar komende vacatures bij de gemeente. a. De partijen verplichten zich voor de uitvoering van de werkzaamheden een ambtelijke werkgroep in te stellen onder voorzitterschap van de gemeente met vertegenwoordigers van gemeente en provincie. b. De werkgroep heeft tot taak de in het Plan van aanpak opgenomen activiteiten volgens planning gespecificeerd af te ronden en adviseert zonodig aan de colleges van Burgemeester en Wethouders en aan Gedeputeerde Staten. c. Partijen leveren elk twee leden voor de werkgroep. De werkgroep regelt, met inachtnemning van het hiervoor gestelde onder b, haar eigen werkzaamheden zodanig dat de gemeente de in artikel 1 bedoelde taken en bevoegdheden per 1 januari 2003 op zorgvuldige wijze kan uitvoeren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 520