2 Door de nieuwe taken en bevoegdheden zal in de toekomst een grotere druk komen te liggen op het informatiebeheer. De nieuwe werkzaamheden hebben grote raakvlakken met monitoring en worden bij D. besproken. B: Plannen en programmeren 1 Plannen en programmeren Het jaarlijkse gemeentelijk bodemsaneringsprogramma vormde tot en met 2000 een onderdeel van het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP). Dat programma was grotendeels afgeleid van het provinciaal bodemsaneringsprogramma (Wbb-financiering, milieuhygiënische urgentie) en deels autonoom (gemeentelijke onderzoeken en saneringen - SEB). Planning/programmering met betrekking tot diffuse verontreiniging is tot dusver projectmatig uitgevoerd (actief bodembeheer) en valt buiten deze raming voor structurele werkzaamheden. Door de komst van het ISV en de taakoverdracht Wbb verandert er veel in de vorm van programmeren. Zo is in 2000 de bodemsaneringsmodule, als onderdeel van het Meerjarenontwikkelingsprogramma ingediend en vervolgens gehonoreerd door VROM. De veranderende werkwijze staat beschreven in paragraaf 3.3.3. Door deze verandering wordt verwacht dat deze taak in de toekomst aanmerkelijk zwaarder zal worden. C. Uitvoering 1. Wet Milieubeheer Uit de Wet milieubeheer vloeien diverse activiteiten voort die de gemeente Leeuwarden tot haar bodemtaken kan rekenen. Die taken hebben te maken met het verstrekken, controleren, en handhaven van vergunningen. Het betreft onder meer: begeleiden van bodemonderzoek (nulsituatie) monitoring begeleiden van onderzoek en sanering nieuwe gevallen (ontstaan na 1987) Deze activiteiten worden uitgevoerd door het team BMZ dat met de vergunningverlening, controle en handhaving bij bedrijven is belast. Ten behoeve van de wederzijdse afstemming participeert de bodemmedewerker van BMZ in het vakinhoudelijke overleg met de collegae van MO. Het takenpakket voortvloeiend uit de Wet milieubeheer blijft voor zover nu is te overzien gelijk. 2. Bodemtaken bij de uitvoering van de Woningwet De bodemtoets/geschikheidsverklaring in het kader van de Woningwet en de Gemeentelijke bouwverordening maakt onderdeel uit van de beoordeling van een aanvraag tot een bouwvergunning. Die werkzaamheden worden uitgevoerd door het team MO. Op grond van onderzoeksresultaten wordt de milieuhygiënische geschiktheid beoordeeld. Tegelijkertijd wordt actief geadviseerd omtrent mogelijkheden tot hergebruik (Bouwstoffenbesluit). In het geval dat nader onderzoek of sanerende maatregelen noodzakelijk blijken, fungeert het team MO als intermediair richting bevoegd gezag. Procedurele bewaking en pro-actief faciliteren (richting aanvrager) wordt bevorderd door het bouwplanoverleg (eens per 2 weken). Dat is een dienstbreed, integraal overleg geïnitieerd door de Sector Bouwen en Wonen. De bodemtoets wordt zeker uitgevoerd indien er sprake is van verblijfsruimten, echter ook indien reeds bodemkwaliteitsgegevens beschikbaar zijn. Het gaat, op jaarbasis, gemiddeld om ruim 100 aanvragen waar het bodemaspect relevant is. De werkwijze is grotendeels gestandaardiseerd middels beoordelingsformulieren. Deze taak zal in de toekomst onveranderd blijven. In situaties waar sprake is van ernstige bodemverontreiniging zullen de functies advies en bevoegd gezag taak adequaat gescheiden worden. 3. Bodemtaken in het kader van Ruimtelijke Ordening In alle nieuwe bestemmingsplannen is aandacht voor bodemkwaliteit. Voor conserverende bestemmingplannen komt een dergelijke paragraaf voornamelijk tot stand op basis van een dossieronderzoek. Voor nieuw in te richten gebieden geldt dat vaak ook recente bodemonderzoeken beschikbaar zijn. In een art. 19-procedure, eveneens op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt regelmatig een bodemtoets uitgevoerd bij een functie- of bestemmingswijziging. Al deze werkzaamheden worden het team MO uitgevoerd. Ook voor deze taak geldt dat de taken in de toekomst overanderd blijven. 4. Uitvoering bouwstoffenbesluit Bij de implementatie van het bouwstoffenbesluit heeft het team MO een trekkersrol vervuld. Het implementatieplan, voorlichting, aanschaf en onderhoud van het (geautomatiseerde) registratiesysteem en advisering omtrent de toepassing van steenachtige primaire en secundaire grondstoffen zijn/worden door dat team verzorgd. De uitvoering van het bouwstoffenbesluit is in handen van meerdere onderdelen binnen de gemeentelijke organisatie. De sector Bouwen en Wonen registreert, beoordeelt meldingen en houdt toezicht voor zover het vormgegeven materialen betreft. Team BMZ doet dit voor grond en niet vormgegeven materialen. Dat team verzorgt tevens controle en handhaving. Daar waar de gemeente als initiatiefnemer opdrachtgever handelt, zijn het met name de sector Beheer Openbare Ruimte en de teams Civiele techniek en Gebiedsontwikkeling (beiden onderdeel van de sector Economie en Ruimte) de actoren. Op dit moment zijn geen wijzigingen in de werkzaamheden voorzien. Het verder uitdragen (voorlichting) van het gedachtegoed van het bouwstoffenbesluit en het structureel inbedden daarvan in werkprocessen van het bouwstoffenbesluit zal voorlopig nog aandacht vragen. Dat geldt zowel richting de eigen- als richting de andere organisaties.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 545