ISV-tijdvak 2000-2004 6 'M "S 7 projectniveau is en blijft het voor gemeenten mogelijk (op basis van artikel 53 in de Wet bodembescherming) belast te worden met de uitvoering van bodemonderzoek en sanering. Waar dit leidde tot een effectieve en doelmatige aanpak heeft Leeuwarden op deze basis gewerkt en zal dit ook blijven doen. De Wet bodembescherming gaat in al haar facetten nog altijd uit van een project(gevals)benadering. De randvoorwaarden die door het ISV worden gesteld worden aan de bodemparagraaf gaan eveneens nadrukkelijk uit van een project(gevals)benadering met een grote mate van gedetailleerdheid. Wat is de ernst en omvang van de verontreiniging, is er een veroorzaker aan te spreken, hoe wordt de locatie ingericht (gepland gebruik en de mate van grondverzet zijn bepalende factoren bij functiegerichte saneringen) en welke bijdrage wordt door derden (projectontwikkelaar, eigenaar) geleverd zijn de te beantwoorden vragen. Dit vormt een belangrijk knelpunt in de afstemming van de bodemparagraaf en het resterende MOP. Het MOP is een ambitieus programma, procesmatig van aard, op een relatief hoog abstractieniveau. Dat betekent dat nog geen keuzen zijn gemaakt en nog geen plannen zijn ontwikkeld op locatieniveau (concrete percelen). Een ander knelpunt, tot slot, vormt het gegeven dat zeer belangrijke onderdelen van de bodemproblematiek op voorhand zijn uitgesloten van het ISV bodembudget: waterbodemverontreiniging, landelijk gebied, brancheaanpak (bijv. NS, bouwnijverheid, wegtransport, Defensie) en omvangrijke gevallen (10 miljoen+-projecten). Gegeven het ingezette traject 'actief bodembeheer', het abstractieniveau van het MOP, de juridische en financiële status-quo van Wbb en ISV maar anderzijds de huidige mogelijkheden en positieve ervaringen wordt de reeds ingezette samenwerking met de provincie geïntensiveerd en waar mogelijk uitgebouwd. Voor de goede orde. Naast een bescheiden ISV-claim (zie onder middelen) zal de gemeente Leeuwarden voorlopig blijven werken met een bodemparagraaf in het jaarlijkse Milieu- uitvoeringsprogramma. Tevens zal het (nieuwe) gemeentelijk bodembeleid een integraal onderdeel vormen van het milieubeleidsplan wat in 2000 tot stand gaat komen. Dat laatste zal veel meer omvatten dan strikt binnen ISV-kader van belang is (bodemaspect in milieuvergunningen, beleid t.a.v. de woningwet etc.). Het geleidelijk en slechts gedeeltelijk ombouwen van een jaarprogramma naar een meerjarenprogrammering zoals het ISV deze kent zal daarin een belangrijke factor vormen. Indien mogelijk zal het jaarlijkse ijkmoment voor het ISV-programma worden aangegrepen hiermee een aanvang te maken. Uiteindelijk zal het gemeentelijk ISV-bodemprogramma aan de volgende voorwaarden voldoen: Inzicht in het totaalbeeld van de bodemverontreinigingproblematiek Inzicht in het tempo waarin de bodemverontreiniging aangepakt wordt in relatie met het gemeentelijk ontwikkelingsprogramma en de NMP 3 -doelstelling Een indicatieve raming van de saneringskosten Een uitgewerkte financieringsmethodiek In de landelijke notitie ISV bodem (24 augustus 1999) wordt de gedetailleerdheid van het ISV ontwikkelingsprogramma afgezet tegen het totaalbeeld van de bodemkwaliteit. Hierin worden 4 procesvarianten onderscheiden: Totaalbeeld beschikbaar Nee B Als A met extra aandacht voor het onderzoek ten behoeve van het totaalbeeld voor 1-1-2004. D Geen programmatoezeggingen mogelijk. Zo mogelijk afspraken om concrete Wbb-gevallen in ISV-kader te plaatsen. Samenloop met Wbb. De gemeente Leeuwarden bevindt zich op het snijvlak van C en D. Om tot het totaalbeeld in 2004 te komen zullen de volgende de volgende activiteiten uitgevoerd worden: Het nader invullen van het lokale beleid met betrekking tot actief bodembeheer middels het onderzoeken van 'witte vlekken' in dynamische gebieden, het lokaliseren van potentieel verontreinigde locaties en het intensiveren van gegevensbeheer middels informatie uitwisseling Het uitvoeren van oriënterende onderzoeken binnen de prioritaire ontwikkelingsgebieden Noordelijke stadsrand en Achter de Hoven/Vegelin in ISV-kader Het aansluiten bij branchegerichte onderzoeken en cluster/gebiedsgerichte onderzoeken door de provincie Het aansluiten bij de door het ministerie van VROM te ontwikkelen ervaringscijfers omtrent de relatie tussen onderzoeksgegevens en de daarmee samenhangende saneringskosten 1.3 Middelen Een globale raming leert dat totale sanering van alle bekende en vermoede gevallen van ernstige bodemverontreiniging in de gemeente Leeuwarden een investering van meer dan 600 miljoen zou vergen. Naar verwachting zal de, in het vorenstaande genoemde, werkwijze met (landelijke en regionale/lokale) maatregelen de kosten van de totale bodemsaneringsoperatie met de helft tot tweederde doen afnemen. Op deze wijze wordt het mogelijk voor 2023 (NMP-doelstelling) tot de gewenste beheersbaarheid van ernstige gevallen van bodemverontreiniging te komen. De bijdrage CO S--2 co Icz E co O) o CD -Q co CD 8--1 jf.jj CD CO O CZ X3 O CU W Ja A Toezegging voor vijfjaren bodemprogramma, conform ISV- systematiek en algemene prestatie- eisen bodem. Geen samenloop meer met Wbb. CU CU Gedeeltelijke toezegging in ISV- verband. Daarnaast flexibel budget voor latere jaren. Samenloop met Wbb mogelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 559