1 2 toelichting op de tabel: Algemeen: In de tabel zijn eenheden van F 1000,- weergegeven. De geraamde bedragen zijn veelal gebaseerd op door advies-/ingenieursbureau's opgestelde kostenramingen. De bedragen zijn vervolgens naar het prijspeil 2000 (inflatiecorrectie 2% per jaar en incl. BTW) omgerekend. Indien geen raming beschikbaar was, is ten behoeve van deze opgave zelfstandig een (globale) raming gemaakt. Naast de onderzoeks- en saneringskosten (advies-/ingenieursbureau's, aannemers) zijn apparaatskosten ingecalculeerd. 1 In het pilotproject 'actief bodembeheer' waarvan de eerste fase in 1999 is afgerond zijn door de samenwerkende partijen (gemeente Leeuwarden en provincie Fryslan) middelen gereserveerd om te komen tot bodemkwaliteitskaarten. Omdat onvoldoende financiën beschikbaar waren is gekozen voor een suboptimaal scenario: aanvullende werkzaamheden in de delen van de gemeente met de grootste dynamiek. De kosten van dit scenario bedragen ruim F 330.000,- en worden door de provincie Fryslan en de gemeente Leeuwarden gedragen. Bodemkwaliteitskaarten leveren het meeste rendement indien ze voor de volledige gemeente beschikbaar zijn en geen zogenaamde 'witte vlekken' kennen. Een belangrijke NMP3-doelstelling voor bodemsanering luidt bovendien dat er in 2004 een totaalbeeld van de bodemsaneringproblematiek dient te zijn, gemeentebrede bodemkwaliteitskaarten derhalve. Met de hier geraamde kosten worden het verschil tussen de suboptimale variant en de variant waarin de bodemkwaliteit in de gehele gemeente in beeld gebracht wordt, overbrugd. Bron kostenraming; Deelrapport 10 'Scenario's voor het opstellen van bodemkwaliteitskaarten in de gemeente Leeuwarden' (Oranjewoud B.V., 12/12/1997). 2,3,4 Op deze locaties wordt momenteel bodemonderzoek uitgevoerd in het kader van de NAVOS (nazorg voormalige stortplaatsen)-operatie in opdracht van de provincie. Het betreft hier met name onderzoek naar de eventuele negatieve beïnvloeding van de kwaliteit van het diepe(re) grondwater. De resultaten van de eerste fase van dit onderzoek zijn zojuist in concept beschikbaar gekomen. Van significante uitloging van (voormalige)verontreinigingen lijkt op geen van deze locaties sprake. Voor locatie 2 (stedelijke vernieuwing) en 3 (eventuele realisatie sportboulevard of zichtlocatie) is sprake van potentiële marktdynamiek. Voor locatie 2 is het waarschijnlijk dat in het kader van de stedelijke vernieuwing/herinrichting geen saneringskosten te verwachten zijn. Dit gelet op het feit dat het hier een voormalige stort/opslag van puin en andere bouwmaterialen, welke verwijderd zijn, betreft. Bovendien lijkt door deze activiteiten het grondwater niet negatief beïnvloed te zijn. Voor locatie 3, het hekkelzodenterrein, geldt dat evenmin sprake lijkt van beïnvloeding van (diep) grondwater maar dat de in het verleden gestorte materialen nog aanwezig zijn (de locatie is tot maximaal 4-5 meter verhoogd ten opzichte van het omliggende maaiveld). Herinrichting leidt derhalve tot sanerende maatregelen. Beschikbaar bodemonderzoek van het Hekkelzodenterrein is gedateerd (oriënterend onderzoek, Heidemij 1990). 5 Ter plaatse van deze voormalige fietsenfabriek heeft sinds 1985 een reeks van milieukundige bodemonderzoeken plaatsgevonden. Het grondwater is sterk verontreinigd met oplosmiddelen. Het meest recente onderzoek betreft het 'Saneringsonderzoek en saneringsplan Phoenix-terrein te Leeuwarden'(lwaco, april 1996). Onderdeel van dat onderzoek was een kostenraming (separate bijlage, Iwaco april 1996). De verdeling markt/ISV-middelen is gebaseerd op eerder gemaakte principe-afspraken met de provincie Fryslan over budgetmedefinanciering. De provincie heeft op 31 mei 1999 formeel (kenmerk MO/99-31892) laten weten budgetmedefinancieringmiddelen te hebben gereserveerd, In die brief is echter reeds een voorbehoud gemaakt in verband met de ontwikkelingen rondom het investeringsbudget stedelijke vernieuwing. De voorbereidingen om te komen tot herinrichting zijn deels getroffen. Voorlopig wordt rekening gehouden met een start van de realisatie in 2001 6 Begin jaren '90 is een haalbaarheidsstudie verricht naar de aanleg van een zwaaikom voor schepen op deze locatie. Het terrein bleek sterk verontreinigd met zware metalen en PAK (koolteer). De zwaaikom is uiteindelijk niet gerealiseerd, met name vanwege de kosten voor sanering/grondverzet. Omdat het een van de weinige, redelijk omvangrijke, binnenstedelijke locaties is zonder een specifieke functie is deze meermaals betrokken geweest in verkenningen tot inbreiplannen of andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld een verbinding tussen de bestaande vaarwegen Kurkemeer en de Tijnje), Bodemsanering is dan steeds een prominent vraagstuk. Om de studies naar ontwikkeling te faciliteren bestaat behoefte aan een (sanerings)onderzoek waarin meerdere inrichtingsvarianten met bijbehorende ramingen. Bron kostenraming: 'Saneringsaanpak zwaaikom en omgeving ter plaatse van Schilkampen' (Oranjewoud B.V., februari 1993 - bijlage 4). N.B.: Die raming is nog geënt op het realiseren van een zwaaikom. 7 Op het erf van deze voormalige boerderij is een grote hoeveelheid sterk puinhoudend materiaal aanwezig. Uit aanvullend bodemonderzoek (Oranjewoud B.V., april 1997) blijkt dat er sprake is van verontreiniging met onder meer zware metalen, koolteer en minerale olie. De locatie maakt deel uit van het plangebied 'Hempens-Teerns'. Op een deel van de locatie is woningbouw gepland, een ander deel is de functie 'bos' toebedeeld. Ten behoeve van de nieuwbouw/herinrichting is sanering noodzakelijk. Bron kostenraming: 'Globale raming saneringskosten' (Oranjewoud B.V. mei 1997). Met betrekking tot de verdeling van de saneringskosten is verondersteld dat 75% uit andere bronnen gefinancierd dient te worden. Gemeente Leeuwarden is recent overgegaan tot aankoop van erf en landerijen en heeft een deel van het erf inmiddels weer verkocht met het oog op woningbouw. 8 In de noordoosthoek van de Tearnser polder (uitleggebied Hempens Teerns) is in de bocht van het van Harinxmakanaal een voormalig slibdepot aangetroffen. Dit depot strekt zich uit over een oppervlak van in ieder geval 8000 m2 en bevat onder meer sterk verhoogde gehalten aan zware metalen. Het betreft een laag met een gemiddelde dikte van 0,5 meter. Het betreft mogelijk rioolslib welke enkele decennia geleden is opgebracht. Er is mogelijk sprake van actuele risico's voor het ecosysteem. De beoogde functie voor dit deel van het gebied is 'bos'. Tevens is een verbreding van het van Harinxmakanaal in voorbereiding. Sanering is derhalve vanuit meerdere invalshoeken gewenst. 9 Deze grotendeels braakliggende strook gelegen tussen het Zuidvliet en de Willem Loréstraat omvat meerdere percelen (onder meer vml. van Duuren, Bam-Kolk en de voormalige gemeentewerf). De geconstateerde verontreinigingen zijn divers van aard (metalen/koolteer/minerale olie) en merendeels in het verre verleden veroorzaakt. Zo is er sprake van een voormalige (gedempte) opvaart van het Vliet en moet de oorzaak van de sterk verhoogde gehalten aan zware metalen worden gezocht in de eeuwenoude bewoningsgeschiedenis met een scala aan bedrijvigheid. Het meest recente onderzoek dateert van augustus 1997 (Oranjewoud B.V.). 10 Op deze locatie is sprake van verontreiniging met brandstofproducten veroorzaakt door voormalige garagebedrijven. Ook is een deel ongetwijfeld veroorzaakt door activiteiten in de voormalige tramremise. Er zijn onder meer een nader-, saneringsonderzoek en saneringsplan beschikbaar (meest recent in november 1994 door Oranjewoud B.V. en Fugro-Ecolyse B.V.). Momenteel worden de mogelijkheden voor woningbouw/herinrichting verkend. Naar verwachting zal een overheidsbijdrage voor bodemsanering een katalyserende functie kunnen vervullen in de planontwikkeling of zelfs doorslaggevend kunnen blijken voor een exploitabele uitvoering. Ook hier wordt rekening gehouden met een marktbijdrage van 75%. Bron kostenraming: Grontmij (mei 1999). 11 Momenteel zijn hernieuwde voorbereidingen voor een ontwikkelschets (wonen/winkelen/uitgaan) en vervolgens herinrichting van dit deel van de binnenstad in volle gang. Enkele jaren geleden heeft de gemeente Leeuwarden in samenwerking met de provincie milieukundig bodemonderzoek laten verrichten in het grootste deel van het plangebied. Dat onderzoek is uitgevoerd om een eerdere poging tot ontwikkeling te faciliteren. Eeuwenlange bewoning en (kleinschalige) bedrijvigheid hebben ook hier hun verontreinigende sporen achtergelaten. Sterk verhoogde concentraties aan zware metalen en PAK zijn aangetroffen. Om de consequenties van de geconstateerde bodemverontreiniging voor de nieuwe functie, de daarvoor noodzakelijke fysieke ingrepen maar ook de financiële haalbaarheid van de nieuwe plannen te kunnen bepalen is een geactualiseerd saneringsonderzoek/-plan onontbeerlijk. Bron kostenraming: DHV Noord Nederland B.V. (januari 1997).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 562