Blad 2
Hiermee kunnen ongewenste bezoekers worden geweerd, terwijl
de bewoners van de aangrenzende woningen aan de Groeneweg
door middel van een sleutel wel toegang krijgen tot het
achtererf
Op dit moment ondervinden de omwonenden regelmatig hinder
van ongewenst bezoek (zwervers/drugsgebruikers). De
gesprekken met de direct omwonenden over de afsluiting van
dit terrein zijn dan ook zeer positief ontvangen.
Tijd en geld
De upgrading van het museum vergt een investering van in
totaal 5.000.000,-. Voor de financiering van de
verbouwing en de uitbreiding is het museum voor een zeer
belangrijk deel afhankelijk van subsidies van diverse
overheden. Zo heeft de gemeente Leeuwarden een subsidie
toegekend van ca. 500.000.-, te betalen uit de SIOF-
gelden. Ook heeft de gemeente de plannen ondersteund door
de panden Schoenmakersperk 2 en 2a te verkopen tegen
boekwaarde 220.000,-) in plaats van tegen taxatiewaarde
635.000,-)
Voor het museum is het op dit moment van groot belang, dat
op zo'n kort mogelijke termijn duidelijkheid komt over
mogelijkheden en beperkingen bij de uitbreiding. In dat
kader is het van belang dat er snel gemeentelijke steden
bouwkundige randvoorwaarden worden vastgesteld. De
voortgang van het project is noodzakelijk vanwege met name
de subsidievoorwaarden in het kader van de Kompasgelden
Het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) beslist over
deze KompasaanvragenHet SNN stelt als harde voorwaarde
dat de Kompasgelden binnen een periode van twee en een half
jaar besteed en verantwoord dienen te zijn. De bestuurlijke
beslissing binnen de SNN vindt plaats in juni van dit jaar.
Vanaf deze datum wordt dan ook de termijn van twee en een
half jaar gehanteerd. Het gehele project moet dan in
december 2004 zijn afgerond.
Het museum hanteert de planning om april/mei 2003 met de
bouw te beginnen en dat de oplevering medio 2004 zal
plaatsvinden. Aangezien de benodigde vrijstellingsprocedure
op grond van artikel 19 van Wet op de Ruimtelijke Ordening
ongeveer zeven maanden zal duren, is het van groot belang
dat er op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de
stedenbouwkundige randvoorwaarden, zodat de plannen verder
kunnen worden uitgewerkt.
Uitbreiding pand
In het kader van de totale upgrading zal het museum aan het
Schoenmakersperk aanzienlijk moeten worden uitgebreid.
Blad 3
Voorts maakt het museum deels gebruik van het aangrenzende
pand Schoenmakersperk 2a. Dit pand wordt ook gebruikt door
het NIVON.
Het pand Schoenmakersperk 2a wordt door de gemeente aan het
museum verkocht en zal volledig bij het museum worden
getrokken. Het NIVON kan overigens in overleg met het
museum gebruik blijven maken van dit pand.
Verder wordt Schoenmakersperk 2a intern verbouwd en zal de
bebouwing aan de achterzijde in één bouwlaag worden
doorgetrokken tot aan het Boshuisengasthuis. Vervolgens
gaat de bebouwing 'de bocht om' en eindigt deze ter hoogte
van de oude rooilijn, zoals aangegeven op bijgaande
tekening 'Voorstel randvoorwaarden uitbreiding Fries
Natuurmuseum'Uit tekeningen van Gardinier Visscher uit de
late 18e eeuw blijkt, dat exact op deze plek woonbebouwing
heeft gestaan. Uit stedenbouwkundig-historisch oogpunt is
het van belang, dat de nieuwbouw op dezelfde plek wordt
gebouwd als de hier verdwenen bebouwing.
De uitbreiding achter Schoenmakersperk 2a grenst aan
tuinen van enkele woningen aan de Groeneweg. De maximale
bouwhoogte van deze uitbreiding bedraagt 3 meter. Deze
hoogtemaat is overeenkomstig ons beleid en wordt ook in
vergelijkbare situaties in de recente bestemmingsplannen
gehanteerd. Gelet op de reeds aanwezige (hoofd)bebouwing
van het museum zal de uitbreiding de bezonning voor
omwonenden niet of nauwelijks beïnvloeden.
Het is de bedoeling, dat een deel van de uitbreiding wordt
gerealiseerd door de bouw van een grote depotkelder in de
binnentuin. Verder wordt gedacht om extra ruimte te creëren
door de kappen aan de oost- en de noordzijde van het gebouw
in de oude staat terug te brengen. Hierdoor zal het gehele
museum rondom voorzien zijn van een kap. Deze inbreiding is
in historisch opzicht zeer verantwoord en zal een verbete
ring van het monument betreffen.
Tenslotte wil het museum de binnentuin voorzien van een
glazen overkapping. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om
deze bijzondere ruimte het gehele jaar door op diverse
manieren te gebruiken. De overkapping is voor het museum
een zeer essentieel onderdeel van de upgrading. De binnen
tuin wordt het nieuwe 'hart' van het museum. Dit wordt o.a.
de centrale ontmoetingsplek in het museum. Ook is hier de
horecafunctie gedacht en ontstaat er in de binnentuin extra
benodigde expositieruimte.