Blad 3
aansluiting op de Zuiderzeelijn, via een overstap in
Heerenveen, en de realisatie van station Werpsterhoek;
Het College van B&W heeft geconstateerd dat er
weliswaar zaken geregeld zijn voor de aansluiting en
station Werpsterhoek, maar is teleurgesteld dat er
niet volledig aan de gestelde voorwaarden van
Leeuwarden is voldaan. In de bijlage "vergelijking
voorwaarden en resultaat van de onderhandelingen"
wordt een en ander nader toegelicht;
Het College is verheugd over de toezegging van de
provincie Fryslan om een inspanningsverplichting op
zich te nemen bij eventuele financiële problemen
aangaande de uitvoering van de Haak om Leeuwarden, een
en ander in aanvulling op eerder gemaakte afspraken
over dat project (zie brief van 19 juni 2002 van GS
van Fryslan)
Uit de recente mediaberichten is op te maken dat de
onderhandelingen tussen de provincie en andere Friese
gemeenten kennelijk ook andere resultaten (onder
andere kantoor- en woningbouwontwikkeling) hebben
opgeleverd, die nu worden gekoppeld aan de
Zuiderzeelijn. In dat kader wordt nu al bezwaar
gemaakt tegen eventuele afspraken over extra
woningbouw die niet passen binnen de meerjarige
provinciale woningbouwafspraken zoals deze gemaakt
zijn in Fryslan tussen de provincie en gemeenten.
Gelet op de huidige positie van station Werpsterhoek
buiten het project is een substantiële bijdrage van de
gemeente Leeuwarden in de ontwikkeling van dat station
nodig. De gemeentelijke bijdrage van Leeuwarden aan de
Zuiderzeelijn kan niet worden aangewend voor de bouw
van het station Werpsterhoek. Uitgaande van de notitie
"aanleg kleine stations" van het ministier van Verkeer
Waterstaat van 22 september 2002, zal de maximale
bijdrage van het rijk 10 miljoen gulden voor de
realisatie van dat station. Dit bedrag zal niet
voldoende zijn en daarom zal nog een extra financiële
bijdrage van Leeuwarden nodig zijn. De gemeente zal
daarnaast ijveren voor cofinanciering door derden;
In het Statenvoorstel van GS van 11 juni 2002 (zie
bijlage) kwalificeert GS het bereikte resultaat voor
Leeuwarden als bevredigend. Desalniettemin zijn er
door GS kritische kanttekeningen gemaakt over het
resultaat. Toch moet dit onderhandelingsresultaat als
eindbod worden beoordeeld. Er zal geen nieuw voorstel
komen;
Het vrijmaken door Leeuwarden van 10 miljoen euro uit
de gemeentelijke middelen heeft consequenties voor
strategische projecten die onlosmakelijk verbonden
zijn met de stadsvisie. Het besteden van geld aan de
Zuiderzeelijn zal betekenen dat andere projecten
vertraagd of in het uiterste geval niet kunnen worden