Behorende bij het raadsbesluit van 16 december
2002
De secretaris van de gemeente Leeuwarden,
2
Nummer 27628
AvdV/TH
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
5 december 2002 (bijlage nr. 194);
gelet op artikel 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van
onroerende-zaakbelastingen 2003.
Begripsomschrijvingen
Artikel 1
wordt verstaan onder:
de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(Stb. 1959, 301);
de Natuurschoonwet 1928
(Stb. 1989, 252);
de Wet waardering onroerende zaken
(Stb. 1994, 874);
ae onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk
III van de Wet WCZ;
een onroerende zaak die in hoofdzaak tot
woning dient;
een onroerende zaak die niet in
hoofdzaak tot woning dient.
Belastingplicht
Artikel 2
1. Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter
zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken
twee directe belastingen geheven:
In cteze verordening
a. Invorderingswet:
b. Algemene wet:
c. Natuurschoonwet:
d. Wet WOZ
e. onroerende zaak:
f. woning:
g. niet-woning: