12. 16. Belastingplicht Artikel 3 De belasting wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene die ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen Grondslag en maatstaf van heffing Artikel 4 De belasting wordt geheven naar de maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel Vrijstellingen Artikel 5 De belasting wordt niet geheven ter zake van: 1. voorwerpen, werken of inrichtingen die aan de gemeente toebehoren of bij haar in gebruik zijn; 2. voorwerpen of werken, welke door of vanwege het Rijk, de provincie en waterschap voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht of geplaatst; 3. het gebruik van openbare gemeentegrond ten behoeve van bouwwerken, welke voor rekening van de gemeente worden gebouwd, verbouwd of hersteld en door haar worden of zullen worden gebruikt; 4. het gebruik van de openbare gemeentegrond ten behoeve van de bouw en verbouwing van woningen en woongebouwen, welke in opdracht van de toegelaten instellingen als bedoeld in hoofdstuk V van de Woningwet, door of in opdracht van de gemeente of van rechtscersooniijkheid bezittende lichamen werkzaam op net gebied van de res tauratie en renovatie, waar de gemeente in deelneemt, worden uitgevoerd; 5. versieringen, aangebracht tijdens en ter gelegenheid van nationale of plaatselijke feesten, winkelweken en dergelij ke 6. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB en van andere overeenkomstige instellingen; 1halteborden welke op de route van openbare vervoersbedrijven zijn geplaatst; 8. borden, masten, palen e.d., welke in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht 9. 10. 11 13. 14 15. kelderingangen, licht- en luchtopeningen en/of stoep treden, welke in en/of op aan de gemeente om niet of tegen betaling van ten hoogste 1,00 afgestane grond aanwezig waren op het tijdstip van overdracht; een onverlicht naambord boven de openbare gemeen tegrond, mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,60 m en het bord niet meer vermeldt dan de naam, het beroep of de aard van het bedrijf - eventueel aangevuld met enige zakelijke mededelingen hierop betrekking hebbende, waarmede geen reclame wordt beoogd van respectievelijk de persoon, instel Lng onderneming, gevestigd in het perceel, waaraan het bord is aangebracht; lichtbakken, lichtornamenten of lichtpunten, voor zover deze dienen voor gevelverlichting; vlaggenstokken en vlaggen zonder reclame of handels naam; buizen in de grond tot lozing van fecaiiën, van huishoud- en hemelwater, voor zover aangesloten op de openbare riolering; luifels en overdekkingen, behorende bij winkelcentra; voorwerpen of werken, welke in een uitsluitend algemeen belang voorzien, of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden; voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden voor zolang het gebruik door de aanvrager duurt geleidingen ten behoeve van wijk- cf blokverwarmings- systemen (wijkvoorzieningen) voorwerpen of werken, waarvoor krachtens een andere gemeentelijke heffingsverordening reeds rechten zijn verschuldigd Tarieven ■tikeJ 1. De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in net tweede tot en met het zesde lid. 2. Bij het hebben van voorwerpen op of boven openbare gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt. 3. Bij het hebben van voorwerpen onder openbare gemeente grond wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen. 4Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 449