Blad 6
In 1969 is het Oldehoofsterkerkhof gedeeltelijk ingericht
als parkeerterrein. Sinds 1986 is het hele plein bestemd
voor parkeren. Deze functie is niet meer weg te denken.
Sterker nog: de wens bestaat om de parkeercapaciteit
aanzienlijk uit te breiden. Vanuit deze wens ontstond de
volgende opgave: realiseer een ondergrondse
parkeergelegenheid op het OHK en zorg ervoor dat het plein
zelf een functie krijgt in de culturele, recreatieve en
toeristische ambiance van dit deel van de binnenstad.
Inrichting Oldehoofsterkerkhof
Voor de inrichting van het plein kan in principe worden
gekozen uit twee zienswijzen:
Het OHK is een binnenstadsplein, moet ruimte bieden aan
allerlei activiteiten en moet functioneel benut kunnen
worden
Het OHK was van oorsprong een kerkhof aan de voet van de
Oldehove, maakte deel uit van de groenstructuur van de
noordelijke stadsrand en moet een recreatief plein
worden, waar het aangenaam vertoeven is. Vanuit dit
gezichtspunt zou het Oldehoofsterkerkhof voornamelijk
groen moeten worden ingericht
Omdat de stad op deze locatie meer gebaat is bij een plein
dat geschikt is voor allerlei activiteiten dan bij een
parkachtig gebied, is in de uitwerking gekozen voor een
functioneel plein.
Financiën
Algemeen
Bij de realisatie van een dergelijk project gelden
financiële randvoorwaarden. Deze richten zich vooral op het
verband tussen de investeringskosten en de te realiseren
exploitatie van de garage. Er is een exploitatieopzet van
de te bouwen garage gemaakt. Deze opzet stoelt op
verschillende parameters. Deze parameters zijn gebaseerd op
ervaringscijfers uit het verleden (o.a. parkeergarage
Zaailand) en landelijke kengetallen. Onderstaand worden de
financiële randvoorwaarden in hun context beschreven.
Financiële opzet parkeergarage Oldehoofsterkerkhof
De nieuw te bouwen parkeergarage wordt, conform het
gevoerde beleid, binnen de CV Parkeergarages Leeuwarden
geëxploiteerd. De CV betaalt hiervoor een z.g.
inbrengvergoedingDe hoogte van deze inbrengvergoeding
bepaalt sterk het exploitatieresultaat van de CV. Er is
gezocht naar een optimum tussen de hoogte van de
inbrengwaarde en de invloed hiervan op de
exploitatieresultaten. Het resultaat van deze afweging is
een inbrengwaarde ad. 30.000 per parkeerplaats. De
parkeergarage Oldehoofsterkerkhof zal bij deze
inbrengwaarde op termijn weer een positief effect op de
Reserve Parkeren hebben. Immers de winsten of verliezen van
de CV worden verrekend met genoemde reserve.
Blad 7
Kortom een belangrijke financiële randvoorwaarde is dat de
inbrengwaarde een winstgevende exploitatie mogelijk maakt.
Het restant van de investering dient vervolgens als
onrendabele top te worden afgeboekt van de Reserve
Parkeren. Ook hier is sprake van een financiële
randvoorwaarde, daar de omvang van de onttrekking aan het
fonds Reserve Parkeren niet moet leiden tot een reserve
waarmee geen tegenvallers mee kunnen worden opgevangen. Als
ondergrens is een bedrag ad. 2.000.000 gehanteerd.
Overigens heeft genoemde onttrekking aan de reserve wel tot
gevolg dat eventuele nieuwe wensen, afgezien van de reeds
bekende wensen als een extra laag op de Klanderij en
dubbel gebruik Aegongarage, voorlopig niet ten laste van de
Reserve Parkeren gerealiseerd kunnen worden.
Financiering inbrengwaarde
De CV Parkeergarages Leeuwarden exploiteert de nieuwe
parkeergarage en betaalt hiervoor een inbrengvergoeding. De
Gemeente Leeuwarden verstrekt de CV een lening ter hoogte
van de inbrengvergoeding. De CV lost op deze lening
jaarlijks een bedrag ter hoogte van de afschrijvingskosten
van de te bouwen garage af. Dit impliceert dat de lening is
afgelost op het moment dat de garage is afgeschreven.
Gedurende de looptijd van de lening ontvangt de Gemeente
Leeuwarden een rentevergoeding
VARIANTEN
Type ontsluiting
Over het algemeen gaat de voorkeur uit naar een tweezijdige
ontsluiting. Een tweezijdige ontsluiting is van alle kanten
bereikbaar en helder voor de verkeersdeelnemer en zorgt
voor de minste omrijdbewegingen en illegale manoeuvres. In
het geval van het Oldehoofsterkerkhof is een eenzijdige
ontsluiting echter wenselijker, hiervoor zijn een aantal
redenen:
Het merendeel van het verkeer zal vanaf de
Westerplantage op het Oldehoofsterkerkhof aanrijden.
Een in-/uitritconstructie vergt veel ruimte, zowel in de
breedte als in de lengte. Bij een tweezijdige
ontsluiting moet voor de automobilisten, binnen het
profiel van de Groeneweg een oppervlak van 15 x 160
m. worden gereserveerd.
De Groene weg vormt een kwetsbare strook tussen de
dichtbebouwde binnenstad en de Prinsentuin. Hier is een
bescheiden en weinig opvallende oplossing op zijn
plaats
Een tweezijdige ontsluiting is aanzienlijk duurder dan
een eenzijdige ontsluiting.