Blad 10 Stedenbouwkundige argumentatie Inrichting Oldehoofsterkerkhof Bij zowel variant 1 als variant 3 is er sprake van een parkeergarage zonder leeflaag. Dit heeft als gevolg dat de inrichting van het plein alleen uitgevoerd kan worden in verharding. Met andere woorden; de inrichting van het plein ligt vast. Bij variant 2 wordt een leeflaag toegepast, hierdoor blijven de mogelijkheden voor de inrichting van het Oldehoofsterkerkhof vrij, zowel nu als in de toekomst. Financiële afweging Gelet op de relatie met het fonds Reserve Parkeren (onrendabele top) en de verwachte exploitatieresultaten (CV Parkeren Leeuwarden) zijn alle beschreven varianten kostbaar. Het is echter verklaarbaar dat deze parkeergarage J zeer kostbaar is. Hierbij moet worden gedacht aan de locatie in de binnenstad, de kwaliteit van het ontwerp, het feit dat het een ondergronds garage betreft en dergelijke. De realisatiekosten van de diverse varianten staan in onderstaande tabel weergegeven. Nr. Variant Investeringskosten excl BTW (in Miljoen Euro) Investeringskosten (in per parkeerplaats) 1 2 lagen zonder leeflaag (374 pp) 6 17.417.994 46.572,- 2A 2 lagen met leeflaag (464 pp) 18.528.578 39.016,- 2B 2 lagen met leeflaag (525 pp) 6 20.091.409 38.269,- 3 3 lagen zonder leeflaag, met groenzone (52 5 pp) 21.232.176 40.442,- - op basis van prijspeil 2004 - Exploitatie De exploitatie van de parkeergarage Oldehoofsterkerkhof wordt bepaald door de te verwachten opbrengsten en de investeringskosten. De investeringskosten zijn ingeschat door een gespecialiseerd bureau en zijn relatief hoog vanwege bovengenoemde redenen. Van wezenlijk belang voor de voor de inschatting van de exploitatieresultaten zijn de gehanteerde uitgangswaarden voor de parameters, zoals tarieven, bezettingsgraden, openingstijden, etc. Deze parameters kunnen deels door de Gemeente Leeuwarden worden bepaald. Daarnaast zijn er parameters die (mede) door externe factoren worden beïnvloed en waarvan t.b.v. de exploitatieopzet een inschatting moet worden gemaakt. Na realisatie van de parkeergarage zullen deze parameters constant moeten worden gevolgd om te kunnen beoordelen of de inschatting juist is geweest. De parameters die zijn gehanteerd bij de doorrekening van de toekomstige exploitatie zijn gebaseerd op de ervaringsgegevens van andere parkeergarages binnen Leeuwarden, waarbij vooral parkeergarage Zaailand model heeft gestaan, en landelijke kengetallen. Er is gekozen voor een reële inschatting van de parameters, niet (te) uitbundig en niet (te) voorzichtig. Blad 11 De exploitatieopzet is gebaseerd op een inbrengwaarde ad. 30.000 en een totale investering ad. 20,1 miljoen. De exploitatieopzet levert, op basis van bovengenoemde gegevens en parameters, het volgende resultaat op: In het jaar 2021 (14 jaar na stichting) levert de exploitatie een neutraal resultaat (d.w.z. geen winst en geen verlies)Hierna wordt elk jaar een winst gemaakt. In het jaar 2034 (27 jaar na stichting) heeft de parkeergarage zoveel winst gemaakt dat de aanloopverliezen uit de eerste 14 jaar worden goed gemaakt. Deze exploitatie is gebaseerd op een inbrengwaarde ad. 15,8 min (525 30.000). Het restant van de investering wordt als onrendabele top ten laste van de Reserve Parkeren gebracht. Deze reserve daalt niet onder de kritische grens ad. 2,0 min. Overigens kunnen hierdoor aanvullende wensen, afgezien van een extra laag op de Klanderij en dubbelgebruik Aegongarage, niet ten laste van de Reserve Parkeren worden gebracht Vergelijking met eerdere plannen Ten opzichte van eerdere plannen zijn er diverse uitgangspunten gewijzigd. Er is sprake van voortschrijdend inzicht, er zijn afwijkende afspraken met de CV Parkeergarages gemaakt, de in- en uitritconstructie is gewijzigd, het aantal parkeerplaatsen is veranderd, etc. Hierdoor is een vergelijking met andere plannen zeer lastig. Wel kan worden vastgesteld dat het, in deze nota voorgestelde, alternatief binnen de afschrijvingsperiode een positief resultaat oplevert en derhalve een positieve contante waarde kent. Echter de termijn waarop de parkeergarage een positief rendement kent en de forse onrendabele top die moet worden afgeboekt zijn negatieve elementen in de exploitatieopzet. Hierin verschilt dit plan niet van eerder voorgestelde alternatieven. Overigens geen ander ontwerp dat aan de eisen voldoet zal in financieel opzicht wezenlijk gunstiger zijn. Conclusie Op basis van de bovenstaande argumentatie kan het volgende geconcludeerd worden: Variant 1 Omdat de hoogteligging t.o.v. de Groeneweg noodzaakt tot het binnenkomen op -2 heeft variant 1 een onlogische interne routing. Bovendien voldoet de variant niet aan de harde randvoorwaarde dat de garage ruimte moet bieden aan ca. 500 parkeerplaatsen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 123