Wij herhalen wat in de paragraaf hiervoor gezegd is over het ontbreken van een trendanalyse. Voorspellingen doen voor 2030 over mobiliteit en over bevolkingsgroei zijn en blijven moeilijk. Op dit moment wordt belangrijk geïnvesteerd in het bevorderen van transport over het spoor (Betuwelijn) en transport over water (opklassing) Schaarste aan energie en technologische ontwikkelingen kunnen het geschetste beeld aanmerkelijk doen veranderen. (Dertig jaar terug werd noch de ontwikkeling van de PC noch die van mobiele telefonie voorzien) Toch is op dit moment het beeld dat het transport over de weg nog steeds toeneemt en dat de auto in Friesland het belangrijkste vervoermiddel blijft. De plannen zullen mobiliteitseffecten hebben. Enerzijds zal er meer woon-werk verkeer naar de regionale bedrijventerreinen ontstaan, anderzijds zal door de concentratie het woon-werkverkeer binnen Leeuwarden aanmerkelijk kunnen afnemen, zeker wanneer aan de rand van Leeuwarden één of meer transferia worden aangelegd. De suggestie van een carpoolplaats bij Zwartewegsend willen wij eveneens op zijn bruikbaarheid onderzoeken. Wij gaan uit van de expertise van de externe adviseurs, die betrokken zijn geweest bij het opstellen van de Regiovisie. Het herijken van de visie, ongeveer eens per 5 jaar, maakt het mogelijk door gepaste maatregelen de trends te volgen of - indien nodig - te temperen of om te buigen. Wat betreft het oplossen van infrastructurele problemen merken wij op dat wij verwachten dat de huidige infrastructurele problemen (Leeuwarden, NW tangent, Centrale As) in 2030 zullen zijn opgelost. Wij beseffen dat in de loop van de tijd nieuwe problemen zullen ontstaan. 2. (reacties: Harlingen, F. de Wolf, D'66/Goudappel Coffeng) Wij verwijzen naar wat we in Hoofdstuk 2 daarover hebben opgemerkt. Optimalisatie van spoor en kanaal vraagt enorme investeringen. Wat de buitendijkse uitbreiding betreft achten wij het onzeker of op dit moment een pleidooi voor de buitendijkse uitbreiding van de zeehaven provinciaal of landelijk steun zal krijgen. Wij achten het verstandig niet alle kaarten te zetten op een buitendijkse uitbreiding en binnendijkse als (kostbaar) alternatief achter de hand te houden. 3. reactiesHarlingen, Franeker, VMD) 22 Wij merken op, dat in de Regiovisie is aangeduid dat de economische potenties van het kanaal van cruciaal belang zijn voor de uiteindelijke investeringsbeslissing. "Opklassen" tot CEMT klasse V vraagt een investering van enkele honderden miljoenen euro's. De huidige scheepvaartbewegingen op het kanaal nopen niet tot spoed bij het nemen van de investeringsbeslissing. Gezien de reeds gedane investeringen in Franeker en gelet op de categorisering van bedrijven wordt in de Regiovisie in ieder geval een "opklassing" tot en met Franeker voorzien. Anderzijds is het met name voor Leeuwarden belangrijk te weten of het kanaal ooit nog "opgeklast" zal worden, zeker voor de ontwikkeling van Leeuwarden-Zuidlanden en in verband met eventuele infrastructurele aanpassingen. Wij vinden het gewenst dat aan Leeuwarden, Harlingen en Franeker op korte termijn duidelijkheid wordt geboden. Een nadere afweging zal bij de ontwikkeling van het nieuwe Streekplan plaats vinden. 4. (reacties: Harlingen,VMD) Wij merken op dat in de visie openbaar vervoer wordt getypeerd als sociaal beleid. Wij waarderen het openbaar vervoer als middel om voorzieningen bereikbaar te maken en te houden voor wie geen auto heeft. Bij de locatiekeuze voor bundeling en concentratie van wonen en werken in het landelijk gebied speelt de ontsluiting door het OV een belangrijke rol. Wij constateren echter tegelijkertijd dat het openbaar vervoer een gering aandeel levert in de verplaatsingen. Het OV wordt al financieel gesteund. Extra steun door lokale en provinciale overheden is niet waarschijnlijk. Het betaalbaar maken van het OV kan niet op het niveau van de Regio worden gerealiseerd. 5. (reacties: Harlingen, Beetgumermolen, OVL'diel, D'66/Goudappel Coffeng) Inspreker pleit voor een goede spoorverbinding Harlingen-Leeuwarden-Groningen en verder naar Duitsland. Wij merken op een doorgaande spoorverbinding van Harlingen richting Duitsland niet realistisch te vinden wegens het ontbreken van voldoende massa om deze verbinding enige economische rentabiliteit te geven. De ervaringen met de Betuwelijn en HSL geven extra steun aan onze opvatting. Veel belangrijker vinden wij het verbeteren van de N31 (tot A31) tussen Afsluitdijk en Groningen langs Leeuwarden (Haak) Wij gaan ervan uit, dat de Spoorlijn Harlingen- Leeuwarden gehandhaafd blijft. 6. (reacties: VMD) 23 Insprekers pleiten voor een buitendijkse uitbreiding van de zeehaven Harlingen; een andere inspreker is van mening dat met optimalisatie van spoor en kanaal een binnendijkse uitbreiding mogelijk is. Insprekers pleiten voor een opklassing van het Van Harinxmakanaal tot CEMT- klasse V van Harlingen tot en met Leeuwarden of zelfs Fonejacht. Andere insprekers pleiten voor een verbinding tussen een opgeklastVan Harinxmakanaal en het Prins Margrietkanaal via de Zwette. REACTIENOTA REGIOVISIE STADSREGIO LEEUWARDEN EN WESTERGOZONE, AUGUSTUS 2003 Inspreker pleit voor het stimuleren van het Openbaar Vervoer (o.a. lightrail) en het extra financieel steunen daarvan als alternatief voor de auto. Inspreker vraagt om het betaalbaar maken van het OV op het platteland. Inspreker vindt aanleg van de Noordwest Tangent niet in belang van het milieu. Wij zijn van mening dat de bereikbaarheid van Leeuwarden van groot belang is voor de regio en dat het verkeer dat niet in Leeuwarden hoeft te zijn om REACTIENOTA REGIOVISIE STADSREGIO LEEUWARDEN EN WESTERGOZONE, AUGUSTUS 2003

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 215