ring sportparticipatie zou kunnen worden toegevoegd aan de elementen zoals genoemd onder 'V Stimuleringsbeleid'. g) Topsportbeleid: wij wijzen u er op dat ons college, gelet op de financiële positie van de gemeente, heeft voorgesteld de subsidie voor topsportevenementen op termijn (na 2005) te schrappen. Indien de raad dit overneemt kan deze beleidslijn (althans voor wat betreft het geformuleerde) vervallen. h) Gecontracteerde marktpartijen: onder f. in paragraaf 4 (pagina 7) wordt gesproken van 'gecontracteerde marktpartijen'. Wij kunnen niet plaatsen waarom in dit geval in meer voud wordt gesproken. Dit is ook in tegenspraak met hetgeen onder II e. in paragraaf 3 is geformuleerd (waar gesteld wordt dat exploitatie en beheer van gemeentelijke accommo daties is uitbesteed aan de BV Sport). Uw raad heeft een verordening vastgesteld waarin de BV Sport expliciet wordt aangewe zen als (enige) exploitant van gemeentelijke sportaccommodaties, bij uitsluiting van ande re partijen. Dit is mede zo geformuleerd gelet op Europese mededingingsregels en om te voorkomen dat btw dient te worden afgedragen. Wanneer deze verordening niet gevolgd wordt vervalt ook de bodem onder het verweer van de BV Sport inzake de btw-aanslag. 0 Nieuwe activiteiten: onder g in paragraaf 4 (pagina 7) wordt gesteld dat voor nieuwe acti viteiten van marktpartijen een offerte gevraagd zal worden. Wij begrijpen niet wat hier mee bedoeld wordt. Verwezen kan worden naar de reactie op het voorgaande punt. Vanzelfsprekend - vastgelegd in het aanbestedingsbeleid en ons inziens derhalve overbo dig dat nogmaals hier te regelen - worden bij gemeentelijke opdrachten voor de aan leg/bouw van nieuwe accommodaties offertes van meerdere marktpartijen gevraagd. j) Sport en bewegen: sport is een probaat middel om bewegingsarmoede tegen te gaan. Re gelmatig en met een zekere inspanning bewegen moet onderdeel zijn van gezond leefge- drag. Vele vormen van bewegen zijn 'sportgerelateerd' (denk aan vormen van fitness, wandelen, fietsen, etc.) maar niet altijd aan te duiden als 'sport' in de gangbare betekenis. Wel dragen deze activiteiten bij aan de doelstellingen zoals ook door de werkgroep ge formuleerd. Het is derhalve te overwegen ook bij de kaderstelling hier aandacht aan te be steden. Wij merken op dat de in hoofdstuk 2 gestelde doelen niet in meetbare termen zijn geformu leerd. Het gaat derhalve niet om afrekenbare doelen, zodat naar onze mening geen sprake kan zijn van het op basis van deze doelen meetbaar controleren van de uitvoering. 3. De financiële aspecten Wij onderschrijven de constatering (gedaan in de samenvatting) dat wanneer via de aangege ven zes lijnen door de raad beleid wordt uitgezet en vastgesteld er voor de uitvoering daarvan voldoende middelen beschikbaar moeten worden gesteld. Wij gaan er dan ook van uit dat wanneer de raad de Notitie Kaderstelling Sportbeleid met de voorgelegde inhoud vaststelt hij daarbij ook de voor die uitvoering benodigde middelen be schikbaar stelt, c.q. die middelen beschikbaar stelt op basis van een uitwerking. Concretisering van hetgeen gesteld wordt in paragraaf 4 ('Wat mag het kosten') achten wij derhalve gewenst. Wij kunnen ons voorstellen dat de raad hieromtrent met ons college afspra ken maakt in relatie tot de te maken afspraken over uitwerkingsnotities. De huidige ambtelijke formatie voor sport bedraagt 1,0 fte (beleidsmedewerker/ regiefunctio naris). Voor het opstellen van de gevraagde uitwerkingsnotities de in de notitie gevraagde informatie, de concrete uitvoering van het beleid (regievoering extern en intern, planvorming, stimulering), de gevraagde monitoringactiviteiten, het onderhouden van contacten met private partijen en verenigingen, het leggen van verbanden met andere beleidsvelden (driehoek sport - onderwijs - welzijn), het volgen van beleidsontwikkelingen en het actualiseren van het be leid is uitbreiding van deze capaciteit met 1 fte - gelet ook op het belang dat de raad hecht aan sport als onderdeel van het gemeentelijk beleid, hetgeen leidt tot structureel mime be leidsaandacht - noodzakelijk. Het voornemen bestaat (in het kader van de herijking van de relatie tussen gemeente en BV Sport) de adviestaak van de BV in te perken en deze voor het daarmee gemoeide bedrag te korten op de subsidie. Deze middelen kunnen mogelijk worden ingezet om de ambtelijke ca paciteit te vergroten. Gelet op hetgeen gevraagd wordt ten aanzien van metingen en monitoring dient ook rekening te worden gehouden met benodigde substantiële extra middelen ten behoeve van reguliere activiteiten (gegevensverzameling) en periodiek uit te zetten opdrachten. Als de raad de nu geformuleerde wensen onverkort uitgevoerd wil zien, zal dekking gevonden moeten worden voor de daarmee gemoeide extra kosten. 4. Uitwerkingsnotities In paragraaf 6 wordt gesteld dat in 2003 enkele notities zullen verschijnen ter uitvoering van de Kademota(-notitie). Gelet op de tekst begrijpen wij dat dit moet worden beschouwd als opdracht van de raad aan het college. Daar waar de notitie in of rond oktober wordt vastgesteld is het niet reëel te verwachten dat alle gevraagde notities nog in 2003 aan de raad kunnen worden aangeboden. Ook niet met de wetenschap dat voor een aantal notities reeds voorwerk is verricht. Gesteld wordt dat vijf notities door het college kunnen worden vastgesteld en dat voor deze notities kan worden volstaan met het ter kennis brengen van de raad. Dit betreft notities over: 1het accommodatiebeleid (incl. visie op het eigendom van accommodaties) 2. samenwerking in de driehoek sport-onderwijs-welzijn 3. de ontwikkeling van de sportconcentratiegebieden 4. aanwezige gegevens vraag en aanbod accommodaties 2.3. Meetbare doelen formuleren 4 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 253