Bouwvergunningen 1998-2002
Aantal
1,000
950
900
D Begrote legesopbrengsten
B Werkelijke legesopbrengsten
Aantal vergunningen
0 Kosten
Resultaat
Jaar
Bedrag
2,500,00
2,000,000
1,500,000
1,000,000
500,000
500,000-
Ambtelijke toelichting
Onderwerp:
Uitbreiding vaste formatie voor verlenen bouwvergunningen en vergunningen kamerverhuur
In 2001 heeft de sector Bouwen en Wonen een nieuw organisatiemodel ingevoerd.
Binnen de organisatie van Bouwen en Wonen verzorgt het team Bouw-, Woning- en Monumententoezicht
(BWMT) o.a. de afhandeling van bouwvergunningen en vergunningen kamerverhuur.
Daarna hebben zich op het werkterrein van BWMT ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de
werklast van het team. Deze ontwikkelingen zijn voor de sector aanleiding geweest een voorstel te ontwikkelen,
dat voorziet in het aanpassen van de organisatie op de nieuwe situatie.
Voor meer informatie over genoemde ontwikkelingen en aangedragen oplossing verwijs ik u kortheidshalve naar
de raadsbrief.
In aanvulling op het financiële overzicht inzake de legesopbrengsten en kosten in de afgelopen jaren, merk ik
op, dat de legesopbrengsten in 2003 ca. 100.000 hoger zullen uitvallen dan begroot en derhalve zullen
uitkomen op 1,3 min. Omdat de kosten naar verwachting 300.000 hoger zullen zijn i.v.m. de inhuur van
tijdelijk personeel en daardoor uitkomen op 1,5 min. zal over 2003 worden aangekoerst op een nadelig saldo
van 200.000. De afgelopen jaren overziende, kan worden vastgesteld, dat er sprake is van wisselende resultaten
per jaar, maar dat per saldo sprake is van een (zeer) positief resultaat op de vergunningverlening.
Verder merk ik het volgende op.
In de raadsbrief worden voorstellen gedaan t.a.v. het aanpassen van legestarieven. De voorstellen zijn gebaseerd
op het kostenniveau van 2003.
Ongeveer gelijktijdig met de behandeling van dit voorstel zal behandeling plaatsvinden van de
Belastingverordening 2004. Om dubbele besluitvorming te voorkomen stel ik voor de nieuwe legestaneven
middels een wijziging van de Belastingverordening te laten vaststellen, waarbij dan tevens autonome
kostenontwikkelingen, die losstaan van het hier gepresenteerde voorstel, in de tarieven voor 2004 kunnen
worden verdisconteerd.
Ook na deze correctie zullen de Leeuwarder tarieven nog altijd onder het landelijk gemiddelde van 1,6% liggen.
Omdat dit laatst bekende cijfer dateert van 2001 lijkt het aannemelijk dat de leeuwarder tarieven nog iets
gunstiger afsteken bij het landelijk gemiddelde.