4 3. Indien terzake van artikel 1, onder a, bedoelde belasting, het op de voet van artikel 255 van de Gemeentewet kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou zijn kwijtgescholden indien de vermindering, bedoeld in het eerste lid, niet was toegepast, wordt het verschil tussen die bedragen door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een voor administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en uitbetaald aan degene die om kwijtschelding verzoekt. 4. De in artikel 8 bedoelde heffing naar tijdsgelang wordt berekend alsof de lokale lastenvermindering niet zou zijn toegepast. Tijdstip van betaling en betaling in termijnen Artikel 9 1. De aanslag moet worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen 10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten Aard van de heffing en belastbaar feit Artikel 10 Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. 5 Belastingplicht Artikel 11 De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt Maatstaf van heffing en belastingtarief Artikel 12 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel 2Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt Belastingjaar Artikel 13 Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Wijze van heffing Artikel 14 De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de maandelijkse en jaarlijkse verschuldigde rechten Artikel 15 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later, is bij de aanvang van de belastingplicht 2Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 476