Blad 4
plan van verbetering. Het college neemt op basis van het
plan van verbetering maatregelen tot herstel van de
tekortkomingen
4De resultaten van de toets en het plan van verbetering
worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.
Rapportage en Verantwoording
Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie
1Het college informeert de raad door middel van een
tussentijdse rapportage over de realisatie van de
begroting van de gemeente over de eerste vijf maanden
van het lopende boekjaar.
2De tussenrapportage wordt voor 1 oktober van het lopende
begrotingsjaar aan de raad aangeboden;
3. De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan
bij de programma-indeling van de begroting.
4. De rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft
de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien
daar aanleiding voor is, de effecten. In de rapportage
wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen
van:
a. de inkomsten uit de algemene uitkering;
b. de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt;
c. de voortgang van majeure projecten;
d. de realisatie op begrote subsidieverwachtingen.
Artikel 8. Jaarstukken
1. Het college legt verantwoording af over de uitvoering
van de programma's. In de verantwoording geeft het
college aan:
a. wat is bereikt;
b. wat daarvoor is gedaan;
c. wat de kosten zijn;
d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de
begroting gestelde doelen.
2De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de
programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor
het lopende jaar bijstelling behoeven.
Hoofdstuk 2. Financiële positie
Kaderstellen
Artikel 9. Financiële positie
1. Het college draagt er zorg voor, dat de financiële
gevolgen van het beleid waartoe de raad heeft besloten
in de uiteenzetting van de financiële positie en de
meerjarenramingen is opgenomen.
2. De raad autoriseert met het vaststellen van de
financiële positie tevens de daarin opgenomen
investeringskredieten
Artikel 10. Waardering afschrijving vaste activa
Blad 5
1.
2
3
Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor
een bepaald actief en het saldo van agio en disagio
worden lineair in 5 jaar afgeschreven.
Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct
ten laste van de exploitatie gebracht.
De materiële vaste activa, zoals bedoeld in artikel 3 5
van het Besluit begroting en verantwoording provincies
en gemeenten, worden volgens onderstaand overzicht
lineair afgeschreven vanaf het moment dat het actief
gereed is.
- Gronden en terreinen
Woonruimten
(Bedrij fs)Gebouwen
behoudens
schoolgebouwen die dateren van
voor de centralisatie huisvesting
noodgebouwen
restauratie/renovatie
Inrichting gebouwen, met
uitzondering van scholen
Grond-, weg-, waterbouwkundige
werken
behoudens
geen
afschrijvingen
4 0 j aar
4 0 jaar
60 jaar
10 jaar
jaren levensduur
verlenging
10 jaar
3 0 jaar
voorzieningen parkeerterreinen
10
j aar
aanleg plantsoenen, openbaar groen
20
j aar
riolering
50
j aar
- Vervoermiddelen
10
j aar
behoudens
autos
5
j aar
Machines, apparaten, installaties
20
j aar
behoudens
telefoon data bekabeling
10
jaar
computerapparatuur
5
j aar
Verkeersregelinstallaties (VRI)
10
j aar
- Overige materiële vaste activa
5
jaar
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan
5.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden
en terreinen. Deze laatste worden altijd geactiveerd.
Van deze termijnen kan het college beargumenteerd
afwijken indien de technische of economische levensduur
daartoe aanleiding geeft.
4. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut,
zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan
investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting)
wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en
kunstwerken.
5. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig
maatschappelijk nut kunnen ineens, onder aftrek van
bijdragen van derden en bestemmingsreserves, ten laste
van de exploitatie worden gebracht. Hiertoe moet bij