2
Aanleiding en doel
In het Voorontwerp Regiovisie Stadsregio Leeuwarden-Westergozone wordt een aantal plannen
weergegeven rond de thema's ruimte, economie en leefbaarheid voor de Westergozone/stadsregio
Leeuwarden.' Het thema bereikbaarheid wordt in relatie tot de economische ontwikkelingen
beschreven en geeft plannen weer voor onder andere:
wegverkeer: prioriteit voor ontsluiting van Leeuwarden (denk aan de Haak om Leeuwarden)
vervoer over water (onderzoek naar potentie capaciteitsuitbreiding Harinxmakanaal;
overslagterminal Leeuwarden)
openbaar vervoer (sociale functie; Zuiderzeelijn en shuttle naar Leeuwarden-Heerenveen)
fietspaden
Inmiddels kan worden geconstateerd dat voor een aantal plannen de bekostiging in het gedrang kan
komen. Met name de eigen regionale bijdrage aan de Magneetzweefbaan-variant van de Zuiderzeelijn
slokt een deel van de middelen op die anders aan alternatieve bereikbaarheidsinvesteringen zouden
kunnen worden besteed.
In eerder onderzoek is aangegeven dat gegeven de gewenste/geplande ruimtelijk-economische
ontwikkeling en de daaruit af te leiden (kwaliteits)eisen die aan bereikbaarheid kunnen worden
gesteld, ook alternatieven kunnen worden ontwikkeld voor de meest dure MZB-variant van de
Zuiderzeelijn.2 Immers, de Zuiderzeelijn kan ook worden aangelegd als een 'eenvoudige' intercity
variant, waarvoor geen regionale bijdrage nodig is. Zolang niet definitief besloten is over de
Zuiderzeelijn, is ook de Hanzelijn-variant nog een alternatief. Specifiek voor de stad Leeuwarden zijn
naast de beleidsontwikkeling rond het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan ook alternatieven
voorhanden, die meer nadruk leggen op bijvoorbeeld het parkeerbeleid en aanleg van de westelijke
invalsweg.3
De Westergozone/Stadsregio Leeuwarden heeft ten aanzien van de Zuiderzeelijn een bijzonder positie
omdat de economische voordelen ervan vooral in Leeuwarden zullen neerslaan, onder de voorwaarde
dat er daadwerkelijk een hoogwaardige shuttleverbinding komt. Geconstateerd kan worden dat de
overige plaatsen binnen de regio in het meest optimale geval alleen indirect van een Zuiderzeelijn
kunnen profiteren, terwijl de plannen voor de shuttle niet 'hard' zijn. Er zijn dus aanzienlijke
onzekerheden en risico's te benoemen bij de tot nu toe naar voren gebrachte plannen voor
bereikbaarheidsinvesteringen in de regio. Met name het reserveren van investeringen voor plannen
waarvan de economische potentie voor de regio onduidelijk is, draagt het risico dat andere, meer
effectieve plannen blijven liggen.
Het is zinvol om ook alternatieve investeringsscenario's te bekijken, zodat men zich niet op voorhand
vastlegt op een strategie die voor de bereikbaarheid van de regio minder optimaal kan uitpakken of in
elk geval mogelijke risico's met zich meebrengt. Concreet zou een aantal mogelijke alternatieve
investeringsstrategieën doorgerekend kunnen worden op kosten en effecten.
Doel van zo'n exercitie is om na te gaan of voor de huidige keuzen ten aanzien van bereikbaarheid er
alternatieven zijn die:
bij benadering een zelfde economisch potentieel hebben voor de regio, en
1 De Westergozone omvat de gemeenten Leeuwarden, Menaldumadeel, Franekeradeel en Harlingen. De
Stadsregio Leeuwarden wordt gevormd door de gemeenten Leeuwarden, Menaldumadeel, Leeuwarderadeel,
Tystjerksteradiel, het Bildt, Boarnsterhim en Littenseradiel.
Goudappel Coffeng/Economisch Bureau Coulon, Een duurzamer bereikbaarheidstrategie voor een florerend
Noord-Nederland, Deventer/Leeuwraden, 2002.
3 Verenigd bedrijfsleven Leeuwarden, Visie Bereikbaarheid.
ECONOMISCH BUREAU*'! COULON
effectiever én met meer zekerheid bijdragen aan een goede bereikbaarheid van de regio op
lange termijn.
Een en ander zou in een beknopte vorm moeten plaatsvinden, zodat een globaal inzicht in mogelijke
alternatieven ontstaat. Op basis van dit inzicht kan worden besloten om (een) alternatieve
investeringsstrategie(ën) meer concreet uit te werken.
Mogelijke aanpak en uitgangspunten
Bij de mogelijke aanpak van een onderzoek worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
het onderzoek moet snel en beknopt gebeuren;
de alternatieve mogelijkheden worden globaal ('in brede streken' beschreven); er worden geen
gedetailleerde berekeningen gemaakt;
er wordt gewerkt op basis van beschikbare gegevens; het onderzoek is niet gericht op het
genereren van nieuwe onderzoeksgegevens.
Het onderzoek zou er als volgt kunnen uitzien:
Stap 1:
Op basis van beschikbare beleidsdocumenten wordt een schets gemaakt van de geplande en verwachte
ruimtelijk-economische ontwikkeling in de regio.
Stap 2:
Als afgeleide van stap 1 wordt een 'streefbeeld bereikbaarheid' gemaakt. Daarin worden de
kwaliteitseisen beschreven die aan de bereikbaarheid van de regio kunnen worden gesteld, gegeven de
ruimtelijk-economische schets. De kwaliteitseisen worden per type vervoer gegeven en op het niveau
van plaatsen, regio en nationaal/internationale aansluiting. Er wordt een analyse gemaakt van de
bijdrage van de huidige bereikbaarheidsvoorstellen (inclusief Magneetzweefbaan) aan de
kwaliteitseisen.
Stap 3:
Er wordt een aantal mogelijke richtingen aangegeven van alternatieve investeringen/
maatregelenpakketten waarmee ook aan de kwaliteitseisen voor bereikbaarheid wordt voldaan. Er
wordt getoetst of de alternatieven passen binnen de (globaal) aangegeven budgettaire kaders. Er wordt
gewerkt op basis van plannen voor maatregelen die al in verschillende notities of rapporten zijn
beschreven, aangevuld met eigen oordeel en inschatting van de onderzoekers
Product
Het eindproduct is een beknopte rapportage waarin elementen worden aangedragen die als bouwstenen
kunnen dienen voor een alternatieve investeringsstrategie voor de bereikbaarheid van de
Westergozone/Stadsregio Leeuwarden. De bouwstenen bestaan uit:
een karakteristiek van ruimtelijk-economische structuur en ontwikkelingen van de plaatsen binnen
de regio en van de regio als totaal;
een daarvan afgeleide schets van de kwaliteitseisen die aan de bereikbaarheid van plaatsen en
regio kunnen (moeten) worden gesteld;
inzicht in mogelijke richtingen van alternatieve investeringsstrategieën, gegeven de kwaliteitseisen
bereikbaarheid.
ECONOMISCH BUREAU 4 f COULON
3