2.4. Monumentensubsidies
Voortgangsrapportage en herverdeling ISV-programma 2000-2005.
September 2002.
2.3.6 Aandachtspunten
Organisatorisch: voortgang uitvoeringsprojecten afhankelijk van het goed verstrekken van een opdracht aan een
projectleider.
Financieel: Juridisch (op basis van de subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing) hebben wij nog de
verplichting binnenkomende aanvragen te honoreren tot het moment waarop de subsidiemogelijkheid is
stopgezet door de gemeenteraad. Dit kan door de gemeenteraad een besluit te laten nemen over budgetinperking
en dit vervolgens te laten publiceren.
-21 -
Voortgangsrapportage en herverdeling ISV-programma 2000-2005. September 2002.
2.4.1 Projectomschrijving.
De fysiek-ruimtelijke omgeving van de binnenstad (beschermd stadsgezicht) wordt bepaald door een onderling
samenhangend geheel van overwegend monumentale bebouwing (rijksmonumenten en beeldbepalende panden),
een historisch patroon van straten en pleinen en kerkhoven en een stelsel van smalle doorsnijdende grachten en
een brede omringende verdedigingsgracht met geplantsoeneerde bolwerken.
Met het project Bijdragen aan monumentenprojecten worden de volgende drie strategische doelstellingen
gediend:
Versterking van de kwaliteit, de aantrekkingskracht, de toeristische (economische) potentie en de regionale
positie van Leeuwarden als provinciale hoofdstad in het algemeen en de Leeuwarder binnenstad in het
bijzonder;
Het creëren van een evenwichtige, concurrerende woningmarkt met een voldoende kwantitatief, maar vooral
kwalitatief en gedifferentieerd aanbod van woningen en woonomgevingen, en
Het tot stand brengen en waarborgen van een aantrekkelijke omgevingskwaliteit en leefmilieu, zodanig dat
het bijdraagt aan het woon-, werk- en leefplezier en aan een attractieve en veilige omgeving voor burgers,
bedrijven en bezoekers.
Dit project levert een bijdrage aan de volgende beleidsinhoudelijke en operationele MOP-doelstellingen:
In de historische binnenstad behoort meer dan de helft van de nieuw te bouwen of te creëren woningen tot
het duurdere marktsegment;
Ca. 100-120 woningen gecreëerd in ca. 50-55 winkel-/bedrijfspanden op leegstaande bovenverdiepingen; en
De benutting van de kwaliteit en meerwaarde van het element monumenten zal worden verbeterd.
De eerste en tweede operationele doelstelling hebben nauwe samenhang met het project Woonkwaliteit
Binnenstad, aangezien de monumentensubsidies hoofdzakelijk worden ingezet voor het herstel van
woonhuismonumenten, geen rijksmonument zijnde, in de binnenstad. Het betreft hier de beeldbepalende panden
binnen het beschermde stadsgezicht. Een deel van deze panden krijgt mede door de inzet van deze subsidie weer
een woonfunctie, als grondgebonden woning of als appartement (Wonen boven Winkels).
2.4.2 Organisatie en proces.
De opdrachtgever is het sectorhoofd Bouwen en Wonen, Margreet Vogelzang. De projectleider is de
cultuurhistorisch beleidsmedewerker, Leo van der Laan.
Het project bevindt zich in de fase van uitvoering. De uitvoering gebeurt (nog) op basis van de
Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing. De feitelijke uitvoering van de regeling berust bij de
inspecteurs binnen- en buitendienst monumentenzorg van het team Bouw-, Woning- en Monumententoezicht, M.
Breukers en L. de Wal. Budgetbewaking gebeurt in eerste aanleg door de inspecteurs, in tweede instantie door
sectorondersteuning Bouwen en Wonen, i.e. George de Wit en Daem Tjalsma. Onlangs is de
voortgangsregistratie van subsidieaanvragen, -toekenningen en bevoorschotting opnieuw opgezet.
-22-
