Blad 2
Voor de bouw van het garagebedrijf is een
vrijstellingsprocedure ex artikel 19 van de WRO gevoerd. De
garage is gebouwd, na besluit van 15 juni 1994 (verzonden
d.d. 21 juni 1994) waarbij bouwvergunning en vrijstelling
van de bepalingen van het bestemmingsplan "Lekkumerend" is
verleend. Dit besluit werd d.d. 2 augustus 1994
onherroepelij k
Voor de aanleg van het parkeerterrein is geen
vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO, noch een andere
planologische procedure, genoemd in artikel 4 9 WRO,
gevoerd.
Door de SAOZ is in het rapport van maart 2002 een
vergelijking gemaakt tussen het regime van het
bestemmingsplan "Lekkumerend" en de planologische situatie
die is ontstaan door de vrijstelling ex artikel 19 WRO ten
behoeve van de bouw van het garagebedrijf.
De SAOZ is hierbij uitgegaan van de maximale invulling die
mogelijk was op basis van het bestemmingsplan
"Lekkumerend". Dit houdt in, dat rekening moet worden
gehouden met een weg, gelijk aan het tot de begin 90-er
jaren bestaande verloop van de Prof. mr. P.S. Gerbrandyweg,
deel uitmakende van de noordelijke ringweg om Leeuwarden.
Deze vergelijking is, volgens de SAOZ, noodzakelijk,
aangezien na de totstandkoming van het nieuwe tracé van de
ringweg voor de vrijkomende grond geen nieuwe planologische
situatie is ontstaan.
Bij de maximale invulling volgens het bestemmingsplan
"Lekkumerend" had, volgens de SAOZ, de invulling van de
noordelijke ringweg nog een verloop over de Prof. mrP.S.
Gerbrandyweg, vlak achter de woning van belanghebbende, en
over het Vrijheidsplein. De continue verkeersstroom op de
Prof. mrP.S. Gerbrandyweg (geluid, verkeersbewegingen)
had een grote invloed op de belevingswaarde van de woning
en de tuin van belanghebbende. De SAOZ wijst erop, dat in
die situatie het vlakbij gelegen Vrijheidsplein veel meer
verkeer te verwerken kreeg dan thans het geval is. De
invloed daarvan was eveneens in aanzienlijke mate merkbaar
in de woning en in de tuin van verzoeker.
De SAOZ is van oordeel dat bij de afweging van de gevolgen
van de verkeerssituatie op het object van belanghebbende en
de gevolgen van het daarna gerealiseerde garagebedrijf
(zicht, incidentele verkeersoverlast en in mindere mate
geluid)de nieuwe situatie niet als nadeliger kan worden
aangemerkt dan onder de oude planologische situatie
mogelijk was.
De SAOZ merkt op, dat het tot stand gebrachte
parkeerterrein in de beoordeling geen rol kan spelen
aangezien hieraan geen gewijzigde planologische situatie
(bestemmingsplan of vrijstelling) ten grondslag ligt.
De SAOZ adviseert om het door verzoeker ingediende verzoek
om vergoeding van planschade ex artikel 4 9 WRO, om de
Blad 3
redenen zoals in het SAOZ rapport genoemd, en zoals
hierboven samengevat, af te wijzen.
Standpunt van het college
Wij kunnen instemmen met het advies van de SAOZ van maart
2002. Op grond van dit advies stellen wij u voor het
verzoek om vergoeding van planschade van de eigenaar van
woning met adres Groningerstraatweg 237 te Leeuwarden af
wij zen
Leeuwarden, 30 januari 2003
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
M. de Boer, burgemeester,
Ir. Sk. A. Brouwers, secretaris.