dat daaraan behoefte bestaat.
Artikel 2.10 Projectgroep
1Een projectgroep heeft tot taak degene die het onderzoek respectievelijk de sanering laat uitvoeren haar
zienswijze te geven over de uitvoering van dat onderzoek respectievelijk die sanering.
2. Een projectgroep bestaat ten minste uit:
aeen vertegenwoordiger van degene die het onderzoek respectievelijk de sanering laat uitvoeren;
b. voor zover mogelijk een vertegenwoordiger van de bij de uitvoering van het nader onderzoek, het
saneringsonderzoek of de sanering belanghebbende natuurlijke of rechtspersoon.
3. Indien burgemeester en wethouders niet het onderzoek of sanering laten uitvoeren worden zij in de
gelegenheid gesteld een vertegenwoordiger aan te wijzen die aan de vergaderingen van de projectgroep kan
deelnemen.
Artikel 2.11 Evaluatierapport
1Uiterlijk dertien weken na de uitvoering van de bodem en/of grondwatersaneringswerkzaamheden doet
degene die de bodem heeft gesaneerd daarvan schriftelijk verslag aan burgemeester en wethouders. Het
verslag houdt ten minste in:
a. een beschrijving van de getroffen saneringsmaatregelen;
b. een beschrijving van de kwaliteit van de bodem na het uitvoeren van de sanering, waaronder mede
begrepen een beschrijving van de aard en omvang van de verontreiniging indien na de sanering
verontreiniging in de bodem aanwezig is gebleven;
c. indien de verontreinigde grond is afgegraven of het verontreinigde grondwater aan de bodem is
onttrokken, de hoeveelheid, de kwaliteit en de bestemming van die grond onderscheidenlijk dat
grondwater;
d. indien ten behoeve van de sanering grond is aangevoerd de hoeveelheid, de kwaliteit en de herkomst
van de aangevoerde grond;
e. een evaluatie van de mate waarin de effecten van de getroffen saneringsmaatregelen overeenstemmen
met de beoogde effecten;
f. indien na de sanering verontreiniging in de bodem aanwezig is gebleven, de al dan niet aanwezige
noodzaak tot het nemen van de in artikel 2.6, eerste lid, sub c onder i bedoelde maatregelen dan wel een
aanduiding dat de verontreiniging beperkingen in het gebruik met zich brengt;
g. een overzicht van de gemaakte kosten samenhangend met de uitvoering van de sanering;
h. een overzicht van de (gemelde) afwijkingen ten opzichte van het saneringsplan.
2. Het schriftelijk verslag wordt in drievoud bij burgemeester en wethouders ingediend en dient vergezeld te
gaan van een verzoek om in te stemmen met de resultaten van de uitgevoerde sanering.
3. Indien de grondwatersanering langer duurt dan de grondsanering moet binnen de in het eerste lid gestelde
termijn twee afzonderlijke schriftelijke verslagen worden ingediend, waarbij dus eerst wordt gerapporteerd
over de sanering van de grond en - op een later tijdstip - over de sanering van het grondwater.
4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de in het verslag te vermelden gegevens.
Artikel 2.12 Beklag
1een ieder kan schriftelijk en gemotiveerd zijn beklag doen over de uitvoering van de artikelen 2.9 en 2.10
van deze verordening.
2. Het beklag wordt gericht aan burgemeester en wethouders.
3. burgemeester en wethouders stellen degene die het beklag heeft ingediend, desgevraagd in de gelegenheid
zijn beklag mondeling toe te lichten.
4. Burgemeester en wethouders geven binnen zes weken schriftelijk en gemotiveerd hun oordeel over het
beklag. Zij vermelden daarbij welke gevolgen zij daar aan zullen verbinden.
5. Burgemeester en wethouders zenden een exemplaar van hun beslissing aan degene die het beklag heeft
ingediend. Indien een beklag door meer dan vijf personen is ingediend, is artikel 3:44, derde lid, van de
Awb van toepassing.
6
Hoofdstuk 3 Handhaving
Artikel 3.1
1Een gedraging in strijd met artikel 2.8 en 2.11eerste volzin is een strafbaar feit.
7