Beleidsplan Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2003
De voorstellen van het Rijk ten aanzien van inhoud en financiering van de bijstand,
gesubsidieerd werk en reïntegratie worden in één nieuw wetsvoorstel meegenomen.
Deze nieuwe wet zal de huidige Algemene bijstandswet, de Wet financiering Abw, de
Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit in- en doorstroombanen vervangen. In
de concept wetteksten wordt bepaald dat de gemeente in een verordening haar
reïntegratiebeleid concretiseert en hierbij een evenwichtige aanpak laat zien van de
groepen belanghebbenden waarvoor zij verantwoordelijk is.
Een andere nieuw fenomeen is de bepaling in het wetsvoorstel, waarin de aanspraak op
een gemeentelijke reïntegratie-inspanning van de belanghebbende (cliënt) wordt
verankerd. Een dergelijke aanspraak stimuleert de eigen verantwoordelijkheid en kan
ertoe bijdragen dat gemeenten niet ten onrechte personen negeren of over het hoofd zien
bij het aanbieden van reïntegratievoorzieningen.
De regering zet de voorbereiding van deze nieuwe superbijstandswet voort. Pas na de
verkiezingen zal - afhankelijk van de uitkomst - het voorstel van wet worden
voorgelegd aan de Tweede Kamer.
Gezien de omvangrijke doorwerking van de bezuinigingen in alle facetten van het
beleid van Werk en Inkomen zal de gemeente Leeuwarden zich dit jaar moeten beraden
op mogelijke gevolgen voor uitgangspunten van beleid en consequenties voor de
uitvoering. Een belemmerende factor in dit proces is de onduidelijke status van de
voorstellen van het demissionaire kabinet. Dat kan met het oog op de verkiezingen in
januari het komende jaar een sterk vertragende werking hebben op de zo noodzakelijke
beleidsvorming in gemeenten.
1.2 Gemeentelijke reïntegratieopdracht
Het bijstandsbestand
Uit de onderstaande grafiek blijkt dat sinds het begin van 2002 het aantal
bijstandsgerechtigden in Leeuwarden gestabiliseerd. De jarenlange daling van 1997 t/m
2001 lijkt nu rond het aantal van 3.750 bijstandsgerechtigden tot stilstand te komen.
7.000
6.500
6.000
1 5.500
o
~2 5.000
c
4.500
4.000
3.500
Aantal cliënten ABW periode 1996-2002
i' i' i i i i i ii i ii i i i i i i i ii i i i i i i i i ii i i i i i ii iii i i i i i ii ii i i i r i iii i i i i i i i i i iii li i
J* J3 J3 J* J* J>N
f <r
Maand-jaar
Beleidsplan Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2003
Het is onzeker of er de komende periode nu ook een aanzienlijke stijging van het aantal
bijstandsgerechtigden zal plaatsvinden. De economische teruggang en het karakter van
de instroom in de bijstand zijn in ieder geval op dit moment ongunstig. De instroom in
de bijstand kenmerkt zich vooral door mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt. In 2002 werd ongeveer de helft van de nieuw ingestroomde
bijstandsgerechtigden ingedeeld in fase 4.
Uit de tabel hieronder blijkt dat tussen september 2001 en september 2002 het aantal
bijstandsgerechtigden is afgenomen maar de relatieve verdeling van de verschillende
fases over het bestand gelijk is gebleven. Het aandeel bijstandsgerechtigden met een
grote afstand tot de arbeidsmarkt blijft rond de 70%.
Afstand tot
arbeidsmarkt
1-1-2001
1-9-2001
1-9-2002
Fase 1
200
5%
200
5%
170
5%
Fase 2/3
1.000
24%
900
23%
870
23%
Fase 4
2.800
68%
2.750
71%
2.660
71%
Nog in te delen
100
2%
50
1%
50
1%
Totaal
4.100
3,900
3.750
Het standcijfer van het bijstandbestand geeft afgezet tegen de tijd inzicht in het verloop
van het bijstandsbestand. Belangrijke onderliggende factoren van de omvang van het
bijstandsbestand zijn de omvang en aard van de in- en uitstroom die gezamenlijk de
totale omvang van het bestand bepalen. In de eerste helft van 2002 stroomden er
ongeveer 30 personen meer in dan er in dezelfde periode uitstroomden. Hieruit blijkt de
stabiele omvang van het bijstandsbestand op dit moment. Dit zegt echter niets over de
dynamiek van het bestand en de daarmee gemoeide werkzaamheden van sociale zaken.
Ruim 500 personen stroomden in de eerste helft van 2002 in en uit de bijstand.
Reden Instroom
r 15%
c;% einde regulier werk
ll> n einde studie
11111®^^ El overig
80%
De figuur hierboven geeft de reden van de instroom in de bijstand in de eerste helft van
2002 weer. Einde van gesubsidieerd werk komt niet voor als reden voor instroom. De
grote categorie overig wordt met name bepaald door veranderingen in
4