Beleidsplan Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2003
2.2 Prestaties Inkomen 2003
Uitkeringsverzorging
Aanvragen
2.500 aanvragen Algemene bijstand
Onderhoud
3.950 uitkeringen Abw, Ioaw, loaz
Betalingen
55.900 periodieke betalingen,
20.000 doorbetalingen en inhoudingen
Fraudeonderzoeken
400 onderzoeken
Processen verbaal
40 processen verbaal
Opleggen maatregelen
arbeidsverplichtingen
400 maatregelen
Boeteonderzoeken
300 onderzoeken
Debiteurenbeheer
5480 vorderingen
Verhaalsbeheer
780 onderhoudsplichtigen
Bezwaar en beroep
400 verzoekschriften
Kenmerken debiteurenbestand per 1-1-2002
Totale vorderingenbestand: 5.624 vorderingen
Gemiddelde schuld per vordering (fraude en terugvordering): 1.508,-
Gemiddelde schuld per verhaalsvordering: 1.493,-
Totaalsaldo vorderingen (fraude, verhaal, terugvordering): 8.262.346,-
Armoedebestrijding
Reguliere bijzondere bijstand
2.500 aanvragen
Categoriale bijzondere bijstand
2.000 verstrekkingen
Kwijtscheldingen
€352.100,- kwijtschelding
Collectieve ziektenkostenverzekering
4.550 deelnemers
Schuldhulpverlening
275 aanmeldingen
Declaratieregeling
3.000 vergoedingen en vouchers
Zwemvangnetregeling*
160 deelnemers
In mei 2001 heeft het kabinet de notitie "schoolzwemmen, vaardigheid en veiligheid"
aangeboden aan de Tweede Kamer. In deze notitie wordt geconcludeerd dat er
onvoldoende aanleiding is om van rijkswege het schoolzwemmen verplicht te stellen.
10
Beleidsplan Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2003
Wel wordt aangegeven dat de regering maatregelen wil nemen om de zwemvaardigheid
van kinderen verder te vergroten. Deze conclusie werd gedeeld door een
kamermeerderheid en resulteert in een "plan van aanpak zwemvaardigheid."
In dit plan wordt de zwemvaardigheid van kinderen bevorderd langs een tweetal lijnen.
Enerzijds dienen de maatregelen zich te richten op ouders van jonge kinderen (0-7 jaar)
met als doel het overtuigen van het belang van het leren zwemmen van kinderen op
jonge leeftijd. Die bewustwording dient met name onder allochtone ouders te worden
versterkt. Anderzijds zijn er de zogenaamde "zwemvangnetten". Deze maatregelen zijn
bedoeld om kinderen in groep 5 van de basisschool, die nog niet kunnen zwemmen
alsnog zwemvaardig te maken. Gemeenten hebben in dit plan een centrale rol.
Leeuwarden behoort tot de 36 gemeenten die door het Rijk zijn uitgenodigd om deel te
nemen aan de verdere uitvoering van het plan van aanpak. Op basis van een
stimuleringsmaatregel ontvangt Leeuwarden voor een periode van 3 jaar in totaal een
bedrag van 76.500,-- om het bestaande beleid ten aanzien van het zwemvangnet te
intensiveren.
Voor het schooljaar 2002-2003 maken circa 80 kinderen in groep 5 gebruik van de
regeling. Een intensivering van het beleid betekent een uitbreiding van de
zwemvangnetregeling naar de groepen 6,7 en 8. De verwachting is dat deze
intensivering voor het schooljaar 2003-2004 zal leiden tot een verdubbeling van het
aantal leerlingen dat deelneemt aan de regeling.
2.3 Beleidsagenda Inkomen 2002
Gevolgen nieuw Rijksbeleid', De voorgenomen wetswijzging op het terrein van
Inkomensvoorziening en de doorwerking daarvan naar Armoedebestrijding en
Handhaving Fraudebeleid zullen in 2003 moeten leiden tot een overweging van
huidige beleidsuitgangspunten. Dit zal in samenhang plaatsvinden met de eveneens
aangekondigde heroverweging op het terrein van reïntegratie.
Armoedemonitor, Het is in 2002 niet mogelijk gebleken om de voorgenomen
heroverweging van het gemeentelijk minimabeleid uit te voeren. Mede doordat de
gewenste duidelijkheid omtrent wijzigingen in landelijke kaders uit bleef. Ook in
2003 blijkt een volledige heroverweging van het gemeentelijk minimabeleid niet
opportuun. Met name omdat landelijke ontwikkelingen erop gericht zijn om het
gemeentelijk minimabeleid in te perken. In afwachting van de ontwikkelingen op
landelijk niveau wordt wel de noodzaak onderkend van betrouwbare informatie
omtrent de stand van de armoede in Leeuwarden en de werking van het armoede-
instrumentarium. Het ontwikkelen van een lokale armoedemonitor blijft daarom
ook van belang.
Handhavings/fraudebeleid; Op basis van de resultaten van het LAT project een
samenhangende visie ontwikkelen.